Huisarts schiet tekort in nazorgtaak
Regionaal Tuchtcollege voor de gezondheidszorg Eindhoven 27 september 2017, LS&R 1506; ECLI:NL:TGZREIN:2017:97 (Klacht tegen huisarts) Huisarts wordt onder meer verweten dat hij de huidinfectie erysipelas niet volgens de richtlijnen heeft behandeld en dat hij bij aanhoudende klachten geen rationele behandeling heeft uitgevoerd, onzorgvuldig heeft gehandeld ten aanzien van het tijdig stellen van de diagnose endocarditis en tekortgeschoten is in zijn nazorgtaak. Klacht mist deels feitelijke grondslag. Gelet op de geleidelijke toename van de gezondheidsklachten, de weinig specifieke symptomen, de afwezigheid van aanwijzingen voor cardiale problematiek, is het missen van de diagnose endocarditis niet verwijtbaar. Er is wel tekortgeschoten in nazorgtaak: de huisarts heeft onvoldoende danwel inadequate stappen gezet om in contact te treden met klager. De klacht wordt deels gegrond verklaard, de huisarts krijgt een waarschuwing.
Irritatie door frequentie commercials Voltaren Emulgel geen grond voor strijd met Reclame Code
Vz. RCC 18 september 2017, RB 2985; Dossiernr. 2017/00604 (Voltaren Emulgel) Afwijzing. Medicijn. De bestreden reclame-uitingen. Het betreft: Door middel van een animatie in de tv-commercial wordt uitgelegd hoe Voltaren Emulgel werkt, waarbij wordt gezegd: “Voltaren Emulgel werkt in de kern van de pijn. Het verlicht de pijn en remt ook de ontsteking.” In tekst verschijnt onder meer de mededeling: “Voltaren Emulgel bij gewrichtspijn van knie of vinger (diclofenac diethylammonium) is een geneesmiddel.” In een radiocommercial wordt gezegd: “Emma en Sem jullie oma is klaar om opgehaald te worden in de ballenbak. (…) Voltaren Emulgel is een geneesmiddel met een dubbele werking. Het verlicht de gewrichtspijn van knie of vinger en remt de ontsteking.”
De klacht: de televisiecommercial toont een röntgenachtig beeld van een kniegewricht dat “volkomen aan gort ligt”. Een aandoening met bijbehorende pijnklachten als gevolg van “niet reversibele kraakbeen degeneratie” zal door het aangeprezen middel niet verbeteren. Dit blijkt ook uit de eigen ervaring van klager met het middel. Hij heeft geen effect van het gebruik van Voltaren Emulgel ervaren. De frequentie waarmee de radiocommercial wordt uitgezonden maakt dat deze onverdraaglijk is geworden en een belediging voor mensen met gewrichtsklachten.
Hof: Verbod om zorgaanbieder voorkeursproducten te laten betrekken
Hof Arnhem-Leeuwarden 4 oktober 2016, LS&R 1504 (NL brancheorganisatie voor medische technologie (FHI MT) tegen VGZ e.a.) Vereisten voor collectieve actie volgens artikel 3:305 leden 1 en 2 BW. Verboden mededingingsbeperking? Strekkingsbeding? fnameplicht die een belemmering vormt voor parallelimport uit andere lidstaten. Groepsvrijstelling Verticalen (GVVO) niet van toepassing. Het vonnis [LS&R 1064] wordt vernietigd en het hof verbiedt VGZ met onmiddellijke ingang uitvoering te geven aan artikel 4 lid 2 van de door haar gesloten, inmiddels verlengde, Overeenkomsten Afleveraars Drinkvoeding 2015.
Kinderpsychiater handelt nalatig door een onvoldoende onderbouwde en onjuiste diagnose te stellen
Regionaal Tuchtcollege Amsterdam 11 augustus 2017, LS&R 1503; ECLI:NL:TGZRAMS:2017:108 (Klacht kinderpsychiater) Klaagster is moeder van een 15-jarige zoon. Zij heeft hulp voor haar zoon gezocht in verband met psychische problemen. Aldus is de zoon onder behandeling gekomen van verweerster. Verweerster heeft de diagnose Pediatric Condition Falsification / Munchhausen by Proxy gesteld. Volgens klaagster heeft verweerster deze diagnose ten onrechte gesteld en zonder de contra-indicaties voor die diagnose erbij te betrekken. Voorts heeft verweerster volgens klaagster onder meer in strijd met artikel 8 EVRM gehandeld door medische informatie over haar en haar zoon zonder toestemming aan derden door te spelen. Het college concludeert dat de door verweerster vastgestelde diagnose Münchausen by proxy niet zonder meer volgt uit haar onderzoek en in ieder geval in die fase van het onderzoek prematuur is te noemen. In die zin slaagt klachtonderdeel 1. De overige klachten worden ongegrond verklaard.
Uitspraak ingezonden door Daan de Lange, Jan Pot en Boukje van der Maazen, Brinkhof
Octrooi reumatoïde artritis niet nieuw omdat prioriteitsrecht niet automatisch is overgegaan in overeenkomst
Rechtbank Den Haag 27 september 2017, IEF 17137; LS&R 1502; ECLI:NL:RBDHA:2017:11301 (Celltrion tegen Biogen) Octrooi vernietigd. Biogen is houdster van het EP 1 951 304 B1 sinds 22 oktober 2014. Het octrooi ziet op een behandelingsregime voor gewrichtsbeschadiging bij reumatoïde artritis. EP 304 doet een beroep op prioriteit van P1 en P2, met aanvraagdatum 6 november 2006. Celltrion stelt dat de uitvinders hun prioriteitsrecht niet geldig en tijdig hebben overgedragen aan Biogen. De rechtbank oordeelt dat uit de overeenkomst tussen Biogen en de uitvinders geen automatische overgang van het prioriteitsrecht kan worden afgeleid, Biogen kan zich niet beroepen op prioriteit van P1. Nu de door Celltrion overgelegde publicatie van Keystone van 21 juni 2006 deel uitmaakt van de stand van de techniek is EP 304 niet nieuw. De rechtbank vernietigt het Nederlandse deel van het octrooi.
Verpleegkundige geschorst na aangaan seksuele relatie patiënt
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam 5 september 2017, LS&R 1501 (Klacht tegen verpleegkundige) De Inspectie verwijt verweerster, verpleegkundige bij een instelling, dat zij zich gedurende drie jaren (seksueel) grensoverschrijdend heeft gedragen jegens een aan haar zorg toevertrouwde patiënt. Verpleegkundige heeft ter zitting erkend dat sprake is geweest van een persoonlijke en seksuele relatie met de patiënt. Het college is van oordeel dat verpleegkundige hiermee de professionele grenzen die zij als verpleegkundige in acht behoorde te nemen, heeft overschreden. Verpleegkundige werkt met (kwetsbare) psychiatrische patiënten. Haar handelswijze is tuchtrechtelijk dan ook zeer verwijtbaar. De klacht wordt gegrond verklaard. De verpleegkundige wordt geschorst voor de duur van een jaar.
Hoger beroep mag tussentijds ingesteld worden tegen afwijzing oppositie VSY tegen octrooi intra-oculaire lens
Rechtbank Den Haag 6 september 2017, IEF 17091; LS&R 1500; ECLI:NL:RBDHA:2017:10121 (Carl Zeiss Meditec tegen VSY) Octrooirecht. Carl Zeiss is houder van het Europese octrooi EP2377493 op een intra-oculaire lens. Door VSY wordt een intra-oculaire lens op de markt gebracht onder de naam Tri-ED 611. Rechtbank Den Haag [IEF 16848] oordeelt dat de lens van gedaagden valt onder de beschermingsomvang van het octrooi van Carl Zeiss. Het Nederlandse deel is geldig: nawerkbaar, nieuw en inventief. Provisioneel inbreukverbod in afwachting nietigheidsoordeel van de buitenlandse delen. De rechtbank bepaalt dat er tussentijds hoger beroep zal kunnen worden ingesteld tegen de beslissing in het tussenvonnis. Er is sprake van een bijzondere omstandigheid: provisionele maatregel gelast in zelfde tussenvonnis waartegen hoger beroep wordt ingesteld.
Geen inbreuk op tweede hulpverzoek 'Gebruiksklaar urinekathetersamenstel'
Rechtbank Den Haag 6 september 2017, IEF 17085; LS&R 1499; ECLI:NL:RBDHA:2017:10120 (Coloplast tegen Hollister) Octrooirecht. Tweede hulpverzoek. Coloplast is houdster van EP 1 145 729 'Gebruiksklaar urinekathetersamenstel'. Eerder heeft deze rechtbank het octrooi vernietigd op basis van het hoofdverzoek en eerste hulpverzoek, daartegen is hoger beroep ingesteld. Coloplast vordert nu inbreuk op basis van het tweede hulpverzoek EP 729 B2. Coloplast heeft nog aangevoerd dat de VaPro reeds inbreuk maakt op deelkenmerk 2.1 omdat het water in de hydrofiele oppervlaktelaag moet worden aangemerkt als vloeibaar. Deze stelling, wat daar ook van zij, kan haar niet baten omdat dit ziet op de toestand van het water na activatie en niet op de (fysische) toestand van de activatiestof tijdens de activatie. Hollister maakt geen inbreuk. De vorderingen worden afgewezen.
Octrooi naaldbeschermingsamenstel niet inventief en wordt nietig verklaard
Rechtbank Den Haag 6 september 2017, IEF 17083, LS&R 1497; ECLI:NL:RBDHA:2017:9997 (Becton Dickinson tegen Braun Melsungen) Europees octrooi. Braun is houdster van het Europese octrooi EP 2 319 556 B1: 'Needle tip guard for hypodermic needles', een naaldbeschermingsamenstel. Becton Dickinson vordert vernietiging van het Nederlandse deel van EP 556, dan wel een verklaring voor recht dat de VPS oud en VPS nieuw niet onder de beschermingsomvang van het octrooi vallen. De rechter oordeelt dat er sprake is van toegevoegde materie voor zover de 'recess (32)' een 'outer recess' of 'a recess on the outside of the catheter hub' omvat. Conclusie 1 van het octrooi bevat zonder de plaats van de 'recess' te duiden niet alleen toegevoegde materie, maar is ook niet inventief. Braun heeft niet aangevoerd dat volgconclusies 2 t/m 12 iets inventiefs aan conclusie 1 toevoegen. Het gehele octrooi wordt nietig verklaard.
Voornemen prejudiciële vraag over de uitleg van artikel 11 van richtlijn 2001/83
Hof Den Haag 14 maart 2017, IEF 17080; LS&R 1496; ECLI:NL:GHDHA:2017:567 (Warner-Lambert Company tegen CtBG) Tussenarrest, prejudiciële vragen zijn reeds gesteld, zie IEF 16935. Octrooirecht. Geneesmiddelenrecht. Tweede medische indicatie octrooi; beleid van het CBG om de SmPC en bijsluiter zonder carve out te publiceren; voornemen prejudiciële vraag over de uitleg van artikel 11 van richtlijn 2001/83.