Uitspraak ingezonden door Anke Heezius, Life Sciences Legal.
Ontoelaatbare uitbreiding van klacht van Genzyme
CGR 1 november 2018, LS&R 1663; RB 3238; B18.007 (Genzyme tegen Merck) Beroep afgewezen. Merck brengt het geneesmiddel Mavenclad® op de Nederlandse markt, dat is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met RMS. Merck maakte gebruik van een uiting over Mavenclad®, getiteld “Welcome to Mavenclad®” waarin claim a “Innovatively simple”, claim b “Mavenclad®: een innovatieve en eenvoudige behandeling voor volwassen patiënten met zeer actieve relapsing multiple sclerose (RMS)” en claim c “Alleen met Mavenclad® kunnen de behandeleffecten 4 jaar aanhouden | met maximaal 20 dagen orale behandeling in de eerste twee jaar.” alsmede afgebeelde afbeeldingen zijn opgenomen. Genzyme klaagt dat Mavenclad® niet als innovatief kan worden aangemerkt. Door hoger gebruiksgemak kan het wel als innovatief worden aangemerkt. Genzyme klaagt dat met claim c superioriteit wordt geclaimd ten opzichte van alle overige behandelopties en dat deze superioriteit niet wordt onderbouwd. Nu Genzyme niet in haar oorspronkelijke klacht heeft gesteld dat de term "behandeleffecten" vaag en misleidend is in de zin van de Gedragscode en Merck tijdens de mondelinge behandeling van deze klacht niet heeft ingestemd met de uitbreiding daarvan door Genzyme, gaat de Commissie van Beroep uit van de oorspronkelijke klacht en is sprake van ontoelaatbare uitbreiding van de klacht in beroep.
Behandelingsovereenkomst rechtmatig ondertekend door moeder voor bevallen minderjarige dochter
Rechtbank Rotterdam 7 september 2018, LS&R 1662; ECLI:NL:RBROT:2018:7285 (Maasziekenhuis Pantein tegen gedaagde) Contractrecht. Gedaagde is bevallen van een dochter in het Maasziekenhuis Pantein toen ze minderjarig was. Ze was nog niet verzekerd voor ziektekosten. Gedaagde ontving een brief om de kosten van de bevalling te voldoen. Moeder gedaagde heeft akkoord getekend. De kosten zijn in rekening gebracht bij gedaagde. Gedaagde betwist dat zij contractspartij is, zij stelt dat haar ouders/moeder contractpartij is. Als partijen bij het aangaan van de behandelingsovereenkomst zich niet expliciet erover hebben uitgesproken of de ouders voor zichzelf dan wel in hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers van hun kind, dan wel in beide hoedanigheden tegelijk optraden, dan mag de wederpartij (in dit geval Pantein) ervan uitgaan dat de ouders de overeenkomst als wettelijke vertegenwoordigers van hun kind uitsluitend in naam van het kind sloten. Gedaagde is zelf gehouden tot betaling van de factuur. Vorderingen toegewezen.
Aanbieding generiek geneesmiddel uit G-standaard rectificeren met een Taxe-brief en laten verwijderen
Vzr. Rechtbank Den Haag 1 november 2018, IEF 18076; LS&R 1661; ECLI:NL:RBDHA:2018:13017 (G.D. Searle tegen Sandoz) Aanvullend beschermingscertificaat. Provisioneel inbreukverbod en inbreukverbod met nevenvorderingen in de hoofdzaak gevorderd. Provisioneel verbod toegewezen. Launch at risk. Belangenafweging. Handhaving van status quo. Verbod om inbreuk te maken op ABC en bevel tot rectificatie in de G-standaard met een zogeheten Taxe-brief, en dit product per de eerstvolgende keer dat dit redelijkerwijze mogelijk is uit de gepubliceerde G-standaard prijslijst te (laten) verwijderen.
Ziekenhuis aansprakelijk voor kunstfout operatie
Hof 's-Hertogenbosch 30 oktober 2018, LS&R 1660; ECLI:NL:GHSHE:2018:4500 (Kunstfout ziekenhuis) Aansprakelijkheid. Appellante heeft het ziekenhuis aangesproken op de grond dat bij een operatie bij haar (verwijdering lymfeklier uit de hals) volgens haar een fout is gemaakt waardoor zij schade heeft geleden. Na nader horen deskundigen oordeelt het hof dat het ziekenhuis aansprakelijk is voor de schade die appellante heeft geleden als gevolg van de door de operateur gemaakt kunstfout.
Eli Lilly niet aansprakelijk voor gokverslaving na gebruik Permax
Rechtbank Midden-Nederland 1 augustus 2018, LS&R 1659; ECLI:NL:RBMNE:2018:5185 (Eiseres tegen Eli Lilly) Geneesmiddelen. Eli Lilly heeft Permax op de markt gebracht, een geneesmiddel voor de behandeling van patiënten met de ziekte van Parkinson. Het werkzame bestanddeel activeert cellen in de hersenen die gevoelig zijn voor dopamine. Eiseres is vanaf 2001 Permax gaan gebruiken en heeft bij de huisartsenpost gemeld dat zij een gokverslaving heeft. De EU Pharmacovigilance Working Party heeft in 2006 aanbevolen voor alle producten die dopamine agonisten bevatten bij de bijsluiter als mogelijke bijwerking pathologisch gokken te vermelden. Eli Lilly heeft deze informatie vervolgens aan de besluiter van Permax toegevoegd. Eiseres heeft Eli Lilly aansprakelijk gesteld voor haar gokverslaving. De rechtbank volgt de conclusies van de deskundigen dat uit de beschikbare literatuur en meldingen van bijwerkingen voor Eli Lilly niet de verplichting voortvloeide om zelf nader onderzoek te doen naar het verband tussen Permax en gokverslaving. Het handelen van Eli Lilly is niet onrechtmatig ten opzichte van eiseres. Vorderingen afgewezen.
Antilliaans Advent Ziekenhuis veroordeeld tot betaling voorschot gederfde inkomsten door onterechte weigering toegang gynaecoloog
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 23 oktober 2018, LS&R 1658; ECLI:NL:OGEAC:2018:255 (Eiser tegen Antilliaans Advent Ziekenhuis) Contractenrecht. Ziekenhuis weigert gynaecoloog ten onrechte de toegang en moet hem een voorschot betalen op de gederfde inkomsten. Verzoek van gedaagde afgewezen om de oproeping in vrijwaring te gelasten van de Gezondheidsinspectie. Vordering eiser tot verhoging van eerder opgelegde dwangsom afgewezen.
Bayer Pharma geen Irregular Milestones verschuldigd aan curator Leadd door stopzetting project Leadd
Rechtbank Den Haag 17 oktober 2018, LS&R 1657; ECLI:NL:RBDHA:2018:12334 (Curator tegen Bayer Pharma) Contractrecht. Octrooirecht. Wetenschapper heeft in proefopstellingen ontdekt dat een bepaald eiwit, Apoptin, alleen in kankercellen geprogrammeerde celdood (apoptose) veroorzaakt en niet in gezonde cellen. De octrooirechten op Apoptin zijn ondergebracht bij Leadd. Bayer (in de periode voor 1 juli 2011 Schering genaamd) en Leadd sloten een openbaringsovereenkomst. In een samenwerkingsovereenkomst is een bepaling betreffende "Irregular Milestones" opgenomen. Leadd is failliet gegaan. De curator stelt dat hij recht heeft op de Irregular Milestones. Indien het project echter wordt gestopt om wetenschappelijke redenen, gaan de voorwaarden uit de bepaling niet in vervulling. Omdat Schering op wetenschappelijke gronden heeft geconcludeerd dat de ontwikkeling van Apoptin Products geen kans van slagen had en het project op dat onderdeel werd stopgezet, is Bayern de Irregular Milestones niet verschuldigd. De rechtbank wijst de vordering af.
Artikel 42, zesde lid, van de Gmw heeft naast het beschermen van de volksgezondheid ook de goede werking van de interne markt voor geneesmiddelen tot doel
ABRvS 10 oktober 2018, LS&R 1656, ECLI:NL:RVS:2018:3298 (Teva tegen CtBG) Bij besluiten van 19 mei 2016 heeft het CBG aan Synthon B.V. en Mylan B.V. handelsvergunningen verleend voor de geneesmiddelen "Brabio 20mg/ml, oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit, RVG 115980", "Sclerthon 20 mg/ml, oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit, RVG 115987" en "Glatirameeracetaat Mylan 20mg/ml, oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit, RVG 115993" (hierna: de vergunde geneesmiddelen). Naar het oordeel van de Afdeling heeft de rechtbank ten onrechte geoordeeld dat artikel 42, zesde lid, van de Gmw kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van Teva en dat derhalve het relativiteitsvereiste in de weg staat aan vernietiging van het besluit. Naast de Gmw is derhalve Richtlijn 2001/83/EG van belang om te bepalen tot welke belangen de bescherming van artikel 42, zesde lid, van de Gmw strekt. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van de Gmw blijkt dat in lijn met de doelstelling van Richtlijn 2001/83/EG in het wetsvoorstel is gezocht naar een balans tussen het waarborgen van kwaliteit, veiligheid en beschikbaarheid van geneesmiddelen en het zo min mogelijk belemmeren van de marktwerking. Hieruit volgt dat artikel 42, zesde lid, van de Gmw naast het beschermen van de volksgezondheid ook de goede werking van de interne markt voor geneesmiddelen tot doel heeft. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd.
Uitspraak ingezonden door René Raggers, Claudia Zeri en Marleen van den Horst, BarentsKrans.
ABC op voorhand in strijd met artikel 3 sub c ABC-Vo verleend
Hof Den Haag 23 oktober 2018, IEF 18051; LS&R 1655 (MSD tegen Teva, pharmachemie en centrafarm) Octrooirecht. Het Hof bevestigt het vonnis van de Voorzieningenrechter [IEF 17763] en overweegt dat naar zijn voorlopig oordeel het combinatie ABC voor ezetimibe + simvastatine in strijd met artikel 3 (c) ABC-Verordening is verleend, nu de combinatie niet het voorwerp is van de uitvinding die door het basisoctrooi wordt beschermd. Deze uitspraak sluit aan bij de beslissing van het Landgericht Düsseldorf [IEF 18014].
Prejudicieel gestelde vragen over verwijzingen naar algemene, niet-specifieke voordelen uit Claimsverordening
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 12 juli 2018, RB 3223; LS&R 1654; C-524/18 (Doppelherz) Gezondheidsclaims. Via Minbuza. Verzoekster (Dr. Willmar Schwabe) produceert en verkoopt in Duitsland onder de benaming Tebonin® kruidengeneesmiddelen met extract van ginkgobladeren. Deze geneesmiddelen mogen worden gebruikt voor de symptomatische behandeling van hersengebonden verminderde geestelijke prestaties, waaronder vooral geheugen en concentratiestoornissen. Verweerster (Queisser Pharma) verkoopt geneesmiddelen en voedingssupplementen onder de overkoepelende merknaam Doppelherz®, waaronder het voedingssupplement Doppelherz® aktiv Ginkgo + B-Vitamine + Cholin. Op de voorzijde van de verpakking van dit product stond: “B-Vitamine und Zink) für Gehirn, Nerven, Konzentration und Gedächtnis”. Volgens verzoekster levert deze claim schending op van meerdere bepalingen van de verordening en van het in het levensmiddelenrecht en in het mededingingsrecht neergelegde algemene verbod van misleiding.