LS&R 2245
17 juni 2024
Artikel

Fly me to the moon – het nieuwe Versneld Regime Octrooizaken

 
LS&R 2243
7 juni 2024
Artikel

Laatste plekken: Nederlands Octrooi Congres - 11 juni 2024

 
LS&R 2241
3 juni 2024
Artikel

Vacature Simmons & Simmons: Advocaat-stagiaire IP / Life Sciences

 
LS&R 1615

Vragen gesteld aan HvJ EU over slechts levering van grensoverschrijdende verstrekking van geneesmiddel uit een van de twee categorieën

Hof van Justitie EU 8 mrt 2018, LS&R 1615; (VIPA), https://lsenr.nl/artikelen/vragen-gesteld-aan-hvj-eu-over-slechts-levering-van-grensoverschrijdende-verstrekking-van-geneesmidd

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 8 maart 2018, LS&R 1615; zaak C-222/18 (VIPA) Verzoekster (VIPA) is een onderneming die een apotheek exploiteert. Verweerder (landelijk instituut voor geneesmiddelen en voedselveiligheid) heeft verzoeksters geneesmiddelenverstrekking gecontroleerd. Het ging hierbij o.a. om de verstrekking van aan medisch recept onderworpen geneesmiddelen. De Hongaarse regelgeving kent twee soorten medische recepten: het doktersvoorschrift en het bestelformulier. Verweerder stelde dat de verstrekking van aan medisch recept onderworpen geneesmiddelen via een bestelformulier in 25 gevallen onrechtmatig was, aangezien die formulieren waren uitgeschreven door MAIC-medical services (Verenigd Koninkrijk) en Dr. Thomas Neufeld (Oostenrijk).

LS&R 1614

Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey, CMS

Inventarisatie en vertaling naar schema van medisch objectieve gegevens geen beschermd werk van wetenschap

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 16 mei 2018, LS&R 1614; (X tegen Amgen), https://lsenr.nl/artikelen/inventarisatie-en-vertaling-naar-schema-van-medisch-objectieve-gegevens-geen-beschermd-werk-van-wete

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 16 mei 2018, IEF 17720; LS&R 1614 (X tegen Amgen) Geen auteursrechtinbreuk. X heeft een wetenschappelijk artikel geschreven over Familiaire Hypercholesterolemie (FH). In dat artikel is een schema opgenomen aan de hand waarvan een score kan worden berekend waarmee een diagnose kan worden gesteld. Het schema en de FH score dienen ter ondersteuning van een exactere diagnose bij personen met een verhoogd risico op FH. Amgen heeft een folder gemaakt ter promotie van een website met de domeinnaam fhscore.eu. De folder en website bevatten informatie over FH. X stelt dat Amgen delen uit een door hem geschreven onderzoek heeft openbaar gemaakt voor commerciële doeleinden en daarmee inbreuk maakt op zijn auteursrechten. X heeft medisch objectief relevante gegevens geïnventariseerd en vertaald naar tabellen en scores ten einde gerichter de diagnose FH vast te kunnen stellen. Daarbij was voor het toepassen van eigen smaak, voorkeur, gewoonte of persoonlijke visie, geen, dan wel niet of nauwelijks plaats. Het artikel, schema en FH score zijn geen auteursrechtelijk beschermd werk van wetenschap.

LS&R 1613

Geclausuleerde toewijzing van inzage in medisch dossier overleden zoon

Hof Arnhem-Leeuwarden 15 mei 2018, LS&R 1613; ECLI:NL:GHARL:2018:4396 (obductieverslag overleden zoon), https://lsenr.nl/artikelen/geclausuleerde-toewijzing-van-inzage-in-medisch-dossier-overleden-zoon

Hof Arnhem-Leeuwarden 15 mei 2018, LS&R 1613; ECLI:NL:GHARL:2018:4396 (obductieverslag overleden zoon) Moeder van in het ziekenhuis overleden jongeman vordert op grond van 843a Rv afgifte van het medisch dossier en het obductieverslag betreffende haar zoon van het ziekenhuis en twee betrokken artsen. Het ziekenhuis en de artsen weigeren afgifte. Zij beroepen zich op hun geheimhoudingsplicht. Anders dan de rechtbank, acht het hof de vordering (geclausuleerd) toewijsbaar.

LS&R 1612

Alleen geneesmiddelen die de AV-status hebben op de IFA-prijslijst kan er voor de berekening van de maximumprijs worden afgeweken

College van Beroep voor het Bedrijfsleven 30 mrt 2018, LS&R 1612; ECLI:NL:CBB:2018:166 (Novartis tegen Minister voor Medische Zorg), https://lsenr.nl/artikelen/alleen-geneesmiddelen-die-de-av-status-hebben-op-de-ifa-prijslijst-kan-er-voor-de-berekening-van-de

CBb 30 maart 2018 , LS&R 1612; ECLI:NL:CBB:2018:166 (Novartis tegen Minister voor Medische Zorg) Maximumprijs vaststelling geneesmiddel Gilenya-capsule. Voor de eenenveertigste maal geactualiseerd is de bijlage geactualiseerd en daarbij onder meer de maximumprijs voor het geneesmiddel Gilenya-capsule 0,5mg van de productgroep Fingolimod-0.5-mg-capsule vastgesteld op € 60,54136500 per stuk. Appellante heeft aangevoerd dat het bij de berekening van de maximumprijs betrekken van geneesmiddelen die feitelijk niet beschikbaar zijn in strijd is met de artikelen 34, 35 en 36 VWEU. Alleen als geneesmiddelen op de IFA-prijslijst de AV-status hebben, hetgeen betekent dat zij permanent uit de handel zijn, kan van deze informatie worden afgeweken. Als afwijking van deze informatie al mogelijk is, dan geldt in ieder geval dat voor geneesmiddelen zonder AV-status moet worden aangetoond dat de voorraad van het geneesmiddel definitief is uitgeput en het geneesmiddel permanent uit de verkoop is genomen. Beroep wordt afgewezen.

LS&R 1611

ACM Visie & opinie - Lagere medicijnprijzen hoeven innovatie niet in de weg te staan

Minister moet maatschappelijk rendement leidend maken bij vaststelling medicijnprijs. Het verlagen van de prijzen voor dure innovatieve geneesmiddelen kan juist bevorderlijk zijn voor de innovatieprikkels. Dit staat in schril contrast met hoe er tot nu toe over hoge medicijnprijzen wordt gediscussieerd.

Vaak als er een nieuw medicijn aanklopt op de poort van het basispakket hebben we dezelfde discussie. De prijzen zijn enorm hoog, er ontstaat ophef, ziekenhuizen en verzekeraars klagen steen en been, patiënten hopen er het beste van, maar uiteindelijk betalen we vrijwel altijd. De discussie rond het middel Spinraza, voor mensen met een zeldzame spierziekte, is exemplarisch. Lees verder

LS&R 1609

Uitspraak ingezonden door Armand Killan, Bird & Bird.

Geen dreigende schade in Nederland op nog niet verleend octrooi, geen locus damni

Rechtbank Den Haag 15 mei 2018, LS&R 1609; ECLI:NL:RBDHA:2018:5809 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation), https://lsenr.nl/artikelen/geen-dreigende-schade-in-nederland-op-nog-niet-verleend-octrooi-geen-locus-damni

Vzr. Rechtbank Den Haag 15 mei 2018, IEF 17700; LS&R 1609; ECLI:NL:RBDHA:2018:5809 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation) Octrooirecht. Vordering: gedaagde dient brief aan EOB te sturen met verzoek tot opheffing van de schorsing van de verleningsprocedure in een aangevraagde divisional EP 006 A. Artikel 6 aanhef en onder e Rv (jo artikel 13 Rv). Voorzieningenrechter is niet bevoegd van de vordering kennis te nemen. Geen (dreigende) schade in Nederland. Overigens ontbreekt de vereiste nauwe band tussen de vordering van eiseres en Nederlands grondgebied en is de vordering van eiseres grensoverschrijdend van aard, terwijl de voorzieningenrechter o.b.v. artikel 6 aanhef en onder e Rv niet grensoverschrijdend bevoegd is.

 

LS&R 1608

HvJ EU: Het aanbrengen van een klein etiket bij parallelimport is geen ompakking

Hof van Justitie EU 17 mei 2018, LS&R 1608; ECLI:EU:C:2018:322 (Junek Europ-Vertrieb tegen Lohmann & Rauscher International), https://lsenr.nl/artikelen/hvj-eu-het-aanbrengen-van-een-klein-etiket-bij-parallelimport-is-geen-ompakking

HvJ EU 17 mei 2018, IEF 17697; LS&R 1608; ECLI:EU:C:2018:322, (Junek Europ-Vertrieb tegen Lohmann & Rauscher International) Merkenrecht. Uitputting. Lohmann & Rauscher International is houder van het Uniemerk “Debrisoft” (nr. 8852279). Junek Europ-Vertrieb is gevestigd in Oostenrijk en verhandelt in Duitsland via parallelimport medische hulpmiddelen van Lohmann & Rauscher International. Junek Europ-Vertieb heeft op de doos een klein etiket aangebracht met hun contactgegevens, een streepjescode en een centraal farmaceutisch nummer. Het etiket maakte het merk van Lohmann & Rauscher International niet onzichtbaar. Er is geen sprake van ompakking, omdat de oorspronkelijke verpakking van het betrokken medisch hulpmiddel verder niet is geopend. De houder van een merk kan zich niet ertegen verzetten dat een medisch hulpmiddel in zijn oorspronkelijke binnen‑ en buitenverpakking verder wordt verhandeld door een parallelimporteur, wanneer deze een klein etiket heeft aangebracht. De aan het merk verbonden rechten zijn uitgeput.

Artikel 13, lid 2, van [UniemerkVo] moet aldus worden uitgelegd dat de houder van een merk zich niet ertegen kan verzetten dat een medisch hulpmiddel in zijn oorspronkelijke binnen‑ en buitenverpakking verder wordt verhandeld door een parallelimporteur, wanneer deze een extra etiket zoals het etiket dat in het hoofdgeding aan de orde is, heeft aangebracht dat gezien zijn inhoud, functie, formaat, presentatie en plaatsing geen risico vormt voor de garantie van de herkomst van het medische hulpmiddel dat van dat merk is voorzien.

LS&R 1606

Ingezonden door Dirk-Jan Ridderinkhof, Hogan Lovells

Ook andere vormen van pemetrexed vallen binnen de beschermingsomvang

Hof Den Haag 8 mei 2018, LS&R 1606; ECLI:NL:GHDHA:2018:1105 (Lilly tegen Fresenius; Lilly tegen Teva), https://lsenr.nl/artikelen/ook-andere-vormen-van-pemetrexed-vallen-binnen-de-beschermingsomvang

Hof Den Haag 8 mei 2018, IEF 17690; LS&R 1606; ECLI:NL:GHDHA:2018:1105 (Lilly tegen Fresenius); ECLI:NL:GHDHA:2018:1106 (Lilly tegen Teva) Octrooirecht. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep (IEF17211; LS&R1523).  Lilly brengt onder meer het kankergeneesmiddel Alimta® op de markt en is houdster van EP 1 313 508 (EP 508). Het actieve bestanddeel in Alimta® (na oplossing) bestaat uit pemetrexed anionen. In Alimta® zijn de anionen gebonden aan natriumionen en wordt daarmee het pemetrexed dinatriumzout gevormd. Binnen Europa lopen verschillende procedures tussen Lilly en aanbieders van generieke varianten van Alimta®, waaronder Fresenius en Teva. Het was voor de vakman duidelijk dat ook andere vormen van pemetrexed binnen de bredere uitvindingsgedachte van EP 508 vielen, terwijl de beschrijving geen aanleiding gaf te veronderstellen dat er voor de octrooihouder een technische reden was zich niettemin tot de dinatrium zoutvorm te beperken. Derden mochten niet veronderstellen dat Lilly vanwege een technische reden bewust voor pemetrexed dinatrium heeft gekozen. Het pemetrexed dizuur met tromethamine in het product van Teva / Fresenius moet worden beschouwd als technisch equivalent aan pemetrexed dinatrium.

LS&R 1605

Nuud mag niet benadrukken dat aluminium in deodorant borstkanker en Alzheimer veroorzaakt

27 mrt 2018, LS&R 1605; Dossiernr. 2018/00023/A (Nuud deodorant), https://lsenr.nl/artikelen/nuud-mag-niet-benadrukken-dat-aluminium-in-deodorant-borstkanker-en-alzheimer-veroorzaakt

RCC 27 maart 2018, RB 3129; Dossiernr. 2018/00023/A (Nuud deodorant) Dossiernr. 2018/00023 Aanbeveling (Subjectieve normen, Misleiding). Het betreft de volgende uitingen voor Nuud deodorant: A.Tekstgedeeltes op de website www.nuud.care. B. Het filmpje met als titel “Kun jij jouw deodorant eten?” dat is te zien op de website www.nuud.care en op Facebook, YouTube en Vimeo. In dit filmpje wordt door verschillende personen terwijl zij een beetje uit een tubetje Nuud op etenswaren doen en deze vervolgens opeten. De klacht: In haar uitingen citeert Nuud selectief en verspreidt zij misleidende informatie, waarin een verband wordt gelegd tussen deodorantgebruik en borstkanker en Alzheimer. Om haar eigen deodorant aan te prijzen suggereert Nuud dat alle andere deodorant slecht is. Door onafhankelijke instanties is echter geconcludeerd dat deodorant veilig is. Klager verwijst in dit verband naar de op hun websites weergegeven (en door klager overgelegde) standpunten van KWF (tab “Deodorant en borstkanker”, titel “Deodorant is veilig”) en van Borstkankervereniging Nederland (“Geen bewijs voor verband deodorant en borstkanker”), waaruit blijkt dat niet is bewezen dat deodorant borstkanker of Alzheimer veroorzaakt. Met de misleidende informatie maakt Nuud mensen ten onrechte bang voor ernstige ziekten.

LS&R 1604

Gebruik verklaringen reumatologen om werking crème te bewijzen is oneerlijk

28 feb 2018, LS&R 1604; Dossiernr. 2018/00069 (BeezMax), https://lsenr.nl/artikelen/gebruik-verklaringen-reumatologen-om-werking-cr-me-te-bewijzen-is-oneerlijk

RCC 28 februari 2018, RB 3130; Dossiernr. 2018/00069 (BeezMax) Aanbeveling met ALERT (Misleiding). De bestreden reclame-uiting betreft een op Facebook getoonde en op de website www.mysupplelegs.com geplaatste uiting waarin het product BeezMax crème wordt aangeprezen. Met de BeezMax crème zou elke aandoening van de gewrichten of wervels kunnen worden behandeld en zou een patiënt een volledig gezond persoon maken, in plaats van de symptomen tijdelijk onderdrukken zoals het geval is bij de meeste medicijnen. Dit wordt in de reclame beweerd door drie bij naam genoemde “reumatologen”, die verbonden zijn (geweest) met de Nederlande Vereniging voor Reumatologen. De klacht: In de uiting, waarin valse beloftes worden gedaan, worden de namen van klaagster en twee van haar collega-reumatologen genoemd, hoewel zij daarvan niet op de hoogte zijn gesteld en daarvoor zeker geen toestemming hebben gegeven. De foto’s in de uiting zijn niet van de genoemde personen. Klaagster stelt dat de namen van haar en haar collega’s alsmede de uitspraken die zij zogenaamd zouden hebben gedaan uit de uiting moeten worden verwijderd. Dat geldt ook voor de naam van de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR), waarvan klaagster vicevoorzitter is.

Het oordeel van de Commissie

1. In de uiting wordt BeezMax crème onder meer aangeprezen als “innovatieve remedie”, waarmee “elke aandoening van de gewrichten of wervels kan worden behandeld”, die “de pijn elimineert en tegelijkertijd gezonde gewrichten bevordert” als gevolg waarvan “een patiënt een volledig gezond persoon wordt”. De beweringen dat BeezMax de beschreven werking heeft, worden in de uiting toegeschreven aan twee bij naam genoemde Nederlandse reumatologen, onder wie klaagster, terwijl van een derde genoemde Nederlandse reumatoloog wordt gezegd dat zij als “voormalige voorzitter van de Vereniging voor Reumatologie”  eerdere toelating van BeezMax in Nederland uit persoonlijke (zakelijke) motieven heeft tegengehouden.

2. Klaagster ontkent dat zij en/of haar twee collega-reumatologen de aan hen toegeschreven uitspraken hebben gedaan of toestemming hebben gegeven voor het in de uiting opnemen van hun namen. Ook de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie, waarvan klaagster vicevoorzitter is, mag volgens haar niet in de uiting worden genoemd.

3. De Commissie acht aannemelijk geworden dat de in de uiting weergegeven mededelingen en uitspraken over het product BeezMax niet daadwerkelijk afkomstig zijn van de drie met naam en toenaam genoemde reumatologen. In de eerste plaats geldt dat adverteerder de stellingen van klaagster niet heeft weersproken. Verder heeft de Commissie ambtshalve geconstateerd dat op de in de uiting opgenomen foto’s niet de genoemde reumatologen zijn afgebeeld, hoewel in de uiting wel die indruk wordt gewekt. Voorts heeft de Commissie ambtshalve geconstateerd dat de uiting met dezelfde inhoud – tekst en foto’s – ook in het Italiaans is gepubliceerd, waarbij alleen de namen van de Nederlandse reumatologen zijn vervangen door Italiaanse namen, van wie er twee waren of zijn verbonden aan de “associazione dei reumatologi”.

4. Door in de uiting in strijd met de waarheid de indruk te wekken dat het product BeezMax als effectief middel bij elke aandoening van de wervels en de gewrichten wordt aangeprezen door reumatologen en de (Nederlandse) Vereniging voor Reumatologie, heeft adverteerder gehandeld in strijd met de vereisten van professionele toewijding. Deze handelwijze zal het economische gedrag van de gemiddelde consument op wie de reclame is gericht ernstig (kunnen) verstoren. Het is immers aannemelijk dat de consument die op zoek is naar een werkzaam middel door de suggestie dat de reumatologen achter het product BeezMax en de daaraan toegeschreven werking staan, ertoe wordt gebracht het product aan te schaffen. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de bestreden uiting oneerlijk is in de zin van artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). In de ernst van de overtreding van de NRC ziet de Commissie bovendien aanleiding om haar uitspraak door middel van een Alert onder de aandacht te brengen van een breed publiek.

5. Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken en zal deze beslissing als Alert laten verspreiden.