16 sep 2025
Isala aansprakelijk voor tekortschieten in neurologische zorg

Hof Arnhem-Leeuwarden 16 september, LS&R 2319; ECLI:NL:GHARL:2025:5652 ( [appellante] tegen Isala). Het hof behandelt een medische-aansprakelijkheidszaak van [appellante] tegen Stichting Isala Klinieken. [appellante] verwijt twee neurologen van Isala dat zij in 2005 en 2010 geen (dan wel te laat) diagnose Multiple Sclerose (MS) stelden, haar daarna niet actief bleven monitoren, een onvolledig medisch dossier aan het VUmc gaven voor een second opinion, en in 2017 de behandelrelatie abrupt beëindigden zonder passende overdracht. Zij vordert een verklaring voor recht en schadevergoeding. De rechtbank had Isala al toerekenbare tekortkoming verweten en naar de schadestaat verwezen (ECLI:NL:RBNNE:2024:1858); beide partijen gaan in hoger beroep. Tijdens het hoger beroep overlijdt [appellante]; haar erfgenamen zetten de procedure voort. Het hof stelt voorop dat op grond van art. 7:453 BW (zorg van een goed hulpverlener) en art. 7:462 BW (ziekenhuisaansprakelijkheid) Isala aansprakelijk kan zijn voor tekortschieten van de behandelend artsen. Het hof komt, deels op andere gronden dan de rechtbank, tot aansprakelijkheid van Isala voor de tekortkomingen die het onder andere in r.o. 3.83 formuleert: mislopen/uitsluiten van de MS-diagnose in 2005 en 2010, ontbreken van actieve follow-up na 2010, onvolledig dossier richting VUmc en het onzorgvuldig beëindigen van de behandelrelatie in 2017. Het hof acht ook aannemelijk dat het plots beëindigen van de behandeling nadelig uitwerpt voor de zorg (o.a. uitblijven van symptomatische behandeling) en wijst het verweer af dat geen ingebrekestelling was gedaan voor het ontbreken van dossierstukken. Daarmee is Isala op grond van art. 7:462 BW aansprakelijk voor deze tekortkomingen.
Over schade beslist het hof nog niet definitief. Het acht de mogelijkheid van zowel materiële als immateriële schade voldoende aannemelijk, maar er liggen onvoldoende gegevens om nu al te begroten. Omdat [appellante] is overleden, wil het hof de schade in deze procedure (en dus niet via schadestaat) vaststellen. Het houdt de zaak aan en geeft een akte-ronde: [appellante] (de nalatenschap) mag op 14 oktober 2025 de schade specificeren; Isala mag op 11 november 2025 reageren. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden. Daarmee is dit een tussenarrest; de kern is: aansprakelijkheid staat vast, schade wordt nog onderbouwd en begroot in hoger beroep zelf.
3.83
Met het voorgaande staat vast dat [naam1] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de geneeskundige behandelingsovereenkomst door in zijn brief aan de huisarts van 25 mei 2005 ten onrechte te schrijven dat liquor- en bloedonderzoek geen aanwijzingen tonen voor ontstekingen, multiple sclerose of andere pathologie en aldus de huisarts onjuist dan wel onvolledig te informeren.
Verder staat vast dat [naam4] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de geneeskundige behandelingsovereenkomst door
- in/omstreeks 2010 de diagnose MS af te doen als ‘erg onwaarschijnlijk’ en heeft nagelaten een juiste differentiaal diagnose te stellen,
- met [appellante] na haar bezoek aan hem op 14 juli 2010, geen vervolgafspraak in te plannen dan wel via de huisarts zorg te dragen voor een monitoring van haar gezondheidstoestand,
- niet het volledig medisch dossier aan het VUmc toe te zenden in het kader van de gevraagde second-opinion (zie ook rechtsoverweging 3.84), en
- door de behandelrelatie plotseling te beëindigen. Hierbij is het voldoende aannemelijk dat dit een nadelig effect heeft gehad op de behandeling van [appellante] en dat het beëindigen van de behandelrelatie er toe heeft geleid dat [appellante] enige tijd verstoken is gebleven van passende, medische zorg.
3.84
Van belang is nog dat Isala heeft aangevoerd dat nakoming van de verplichting een volledig medisch dossier te verstrekken tot de mogelijkheden behoorde en dat noch Isala noch [naam4] in verzuim is komen te verkeren doordat zij er niet door [appellante] op zijn gewezen dat de gegevens ontbraken. Dat verweer passeert het hof. [naam4] was gehouden tot toezending van het volledige dossier zoals was toegezegd en dat behoorde dus niet slechts tot de mogelijkheden. [naam4] heeft verder ook de bevindingen van [naam11] van 10 juni 2016 ontvangen (zie rechtsoverweging 3.24). Hij was dus op de hoogte, althans kan worden geacht op de hoogte te zijn geweest van het feit dat het dossier niet volledig was en heeft daarop niet alsnog contact opgenomen of ontbrekende gegevens toegestuurd. Onder die omstandigheden is het beroep van Isala op het ontbreken van een ingebrekestelling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. [appellante] kan als patiënt in de gegeven omstandigheden niet verweten worden dat zij [naam4] dan wel Isala niet in gebreke heeft gesteld.
3.85
Voor de tekortkomingen zoals die zijn geformuleerd in rechtsoverweging 3.83 is Isala aansprakelijk. Het hof acht de mogelijkheid van schade, zowel materieel als immaterieel, voldoende aannemelijk. Over de vraag of er (materiële en/of immateriële) schade is en zo ja, wat de omvang daarvan is die aan de te onderscheiden tekortkomingen zijn toe te rekenen, hebben partijen nog geen uitvoerig debat gevoerd. Dat de rechtbank voor de begroting van de schade naar de schadestaat procedure heeft verwezen, acht het hof begrijpelijk. Mevrouw [appellante] is echter inmiddels overleden. Dat te betreuren feit brengt evenwel met zich dat de schade, zowel materieel als immaterieel, op dit moment moet zijn te begroten. De begroting van de schade kan echter nog niet plaatsvinden, omdat [appellante] daartoe onvoldoende gegevens heeft ingebracht. Het hof zal de zaak dan ook aan zich houden en aan [appellante] de gelegenheid geven haar schade nader te onderbouwen. Vervolgens zal Isala in de gelegenheid worden gesteld daarop bij akte te reageren.