Geneeskunde  

LS&R 1850

Uitspraak ingezonden door Carja Mastenbroek en Sander Verbeek, Good Law.


Bevoegdheidsincident in procedure over bedrijfsgeheimen

Rechtbank Amsterdam 29 jul 2020, LS&R 1850; (EWAC tegen Curium c.s.), https://lsenr.nl/artikelen/bevoegdheidsincident-in-procedure-over-bedrijfsgeheimen

Rechtbank Amsterdam 29 juli 2020, IEF 19366, LSR 1850; C/13/675729 (EWAC tegen Curium c.s.) Bedrijfsgeheimen. Procesrecht. EWAC spreekt Curium c.s. aan voor het onrechtmatig gebruikmaken van bedrijfsgeheimen, omdat Curium c.s. tekortgeschoten zou zijn in de nakoming van de geheimhoudingsovereenkomst. Curium c.s. vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart en de zaak naar de rechtbank Den Haag verwijst. Gelet op het bepaalde in artikel 108 Rv is de rechtbank Amsterdam op grond van zowel de MCA als de MNDCA bij uitsluiting (deels naast de rechtbank Noord-Holland) bevoegd kennis te nemen van de naar aanleiding van deze overeenkomst gerezen geschillen tussen EWAC, Curium en ECN. Dit kan betekenen dat de door EWAC ingestelde vordering wordt opgeknipt, maar om redenen van doelmatigheid en de ook door partijen aangegeven samenhang tussen de vorderingen, acht de rechtbank Amsterdam zich bevoegd kennis te nemen van de gehele zaak. Dit vonnis is interessant, omdat er drie opeenvolgende overeenkomsten zijn gesloten op grond waarvan geheime informatie is gedeeld. Het ging steeds om andere informatie en er is steeds een andere rechter als bevoegd aangewezen. De discussie in het bevoegdheidsincident ging impliciet al over de hoofdzaak: geldt alleen de jongste overeenkomst en zet die de oudere overeenkomst opzij? Dan moet die bevoegde rechter aangewezen worden. Als de oudere overeenkomsten, inclusief bevoegdheidsregel, niet meer gelden, dan zou ook de geheimhouding op grond van die overeenkomsten niet meer gelden. De uitspraak over de bevoegdheid en geldigheid van de forumkeuze heeft dus grote gevolgen voor de uitkomst in de hoofdzaak. In het onderhavige geval heeft de rechter besloten dat alle overeenkomsten, inclusief het forumkeuzebeding (en dus ook geheimhoudingsbeding) geldend zijn en naast elkaar bestaan.

LS&R 1729

Verstrekking medisch dossier van erflater op grond van zwaarwegend belang

Rechtbank Midden-Nederland 2 jul 2019, LS&R 1729; ECLI:NL:RBMNE:2019:3621 https://lsenr.nl/artikelen/verstrekking-medisch-dossier-van-erflater-op-grond-van-zwaarwegend-belang

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 2 augustus 2019, IT 2853, LS&R 1729,  ECLI:NL:RBMNE:2019:3621 (Neef tegen Inovum) De heer A. is in 2016 op 84-jarige leeftijd overleden. Vanaf 2015 tot de dag van zijn overlijden woonde hij in een zorginstelling, geëxploiteerd door Inovum. Zijn neef, eiser, is in 2016 benoemd tot enig erfgenaam. De bodemprocedure die aanhangig is bij de rechtbank gaat om de vraag of het testament rechtsgeldig is.Cruciaal in deze procedure kan het deskundigenrapport van neuroloog B. zijn over in hoeverre erflater in staat was zijn wil te bepalen. Erflater leed ook toen aan dementie. Zonder afschrift van het medisch dossier is het voor eiser niet mogelijk om te toetsen hoe de neuroloog tot zijn conclusies in zijn deskundigenrapport is gekomen. Er is sprake van een zwaarwegend belang dat de doorbreking van de geheimhoudingsplicht door Inovum rechtvaardigt.

4.7.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de door [eiseres] voorgestane toestemming op basis van bovenstaande niet kan worden aangenomen. Feit is dat [eiseres] bij leven van erflater zijn mentor was. In de jurisprudentie is eens aangenomen dat aan een ex-mentor, vanwege zijn of haar taakstelling, een inzagerecht tot de (medische) gegevens van een overledene toekomt. De situatie die tot deze uitspraak heeft geleid is wat de voorzieningenrechter betreft van andere aard dan in onderhavige zaak. [eiseres] wenst toegang tot het medisch dossier van erflater niet vanuit haar hoedanigheid van (ex-)mentor, maar vanuit haar positie van testamentair erfgenaam. Ook uit de goede band die zou hebben bestaan tussen erflater en [eiseres] kan niet zonder meer veronderstelde toestemming volgen. De rol die [eiseres] heeft gespeeld bij de bezoeken aan medici, waarbij zij erflater begeleidde, is onduidelijk gebleven. Zo is niet gesteld en ook niet op een andere manier duidelijk geworden of [eiseres] tijdens deze bezoeken ook het woord heeft gevoerd namens erflater of namens hem beslissingen heeft genomen. Hierbij heeft te gelden dat aan het aannemen van een dergelijke toestemming achteraf hoge eisen moeten worden gesteld vanwege het recht op privacy van de betrokken patiënt en vanwege de algemene belangen die zijn betrokken bij het medisch beroepsgeheim.

4.10.
Bij het antwoord op de vraag of er aan de zijde van [eiseres] sprake is van een zwaarwegend belang, neemt de voorzieningenrechter de volgende feiten en omstandigheden in aanmerking.

4.11.
De bodemprocedure die aanhangig is bij de rechtbank heeft betrekking op – onder meer – de vraag of het testament dat erflater heeft laten opmaken rechtsgeldig is. In deze bodemprocedure loopt [eiseres] het risico op het verliezen van haar testamentaire erfgenaamschap. Cruciaal in deze procedure kan het deskundigenrapport van neuroloog dr. [B] zijn. De vraag staat daarbij centraal in hoeverre erflater op het moment van verlijden van het testament in staat was zijn wil te bepalen. Die vraag is opgekomen omdat erflater ook toen lijdende was aan dementie. Zonder afschrift van het medisch dossier van erflater is het voor [eiseres] niet mogelijk om te toetsen hoe dr. [B] tot zijn conclusies in zijn deskundigenrapport is gekomen, namelijk dat erflater toen zijn wil niet meer kon uiten. Daarbij heeft te gelden dat [eiseres] niet langs andere weg aan deze gewenste medische informatie kan komen. Een andere bron dan het medisch dossier is er namelijk niet. Ook het horen van dr. [B] ter terechtzitting, zal onvoldoende tegemoet komen aan haar belang van het toetsen van het rapport van dr. [B] , omdat dr. [B] zich (mogelijk met succes) zal beroepen op zijn beroepsgeheim, indien het behandeldossier van [naam locatie] niet aan [eiseres] en/of aan de neef [A] bekend is.

4.12.
Inovum heeft nog aangevoerd, dat het belang van [eiseres] overwegend van financiële aard is en dat dat niet kan leiden tot de conclusie dat [eiseres] een zwaarwegend belang heeft. Dat verweer slaagt niet. Het gaat immers niet alleen daar om, maar (ook) om de vraag of er een rechtsgeldig testament tot stand is gekomen en dus of er sprake is van de uitvoering van de laatste wil van erflater, indien hij zijn wil heeft kunnen bepalen.

LS&R 1461

Oppositie VSY tegen octrooi intra-oculaire lens Carls Zeiss afgewezen

Rechtbank Den Haag 7 jun 2017, LS&R 1461; ECLI:NL:RBDHA:2017:6136 (Carl Zeiss Meditec tegen VSY), https://lsenr.nl/artikelen/oppositie-vsy-tegen-octrooi-intra-oculaire-lens-carls-zeiss-afgewezen

Rechtbank Den Haag 7 juni 2017, IEF 16848; LS&R 1461; ECLI:NL:RBDHA:2017:6136 (Carl Zeiss Meditec tegen VSY) Carl Zeiss houdt zich bezig met het ontwikkelen en verhandelen van lenzen, waaronder zogenaamde intra-oculaire lenzen. Dit is een kunstlens die in het menselijk oog wordt geïmplanteerd. Carl Zeiss is houder van het Europese octrooi EP2377493 op een intra-oculaire lens.
Tegen het octrooi is oppositie ingesteld door VSY. Door VSY wordt een intra-oculaire lens op de markt gebracht onder de naam Tri-ED 611. Rechtbank oordeelt dat de lens van gedaagden valt onder de beschermingsomvang van het octrooi van Carl Zeiss. Het Nederlandse deel is geldig: nawerkbaar, nieuw en inventief. Provisioneel inbreukverbod in afwachting nietigheidsoordeel van de buitenlandse delen.

LS&R 1459

Oogarts aansprakelijk wegens onzorgvuldige behandeling

Rechtbank Amsterdam 19 apr 2017, LS&R 1459; ECLI:NL:RBAMS:2017:3782 (Implantlenzen), https://lsenr.nl/artikelen/oogarts-aansprakelijk-wegens-onzorgvuldige-behandeling

Rechtbank Amsterdam 19 april 2017, LS&R 1459; ECLI:NL:RBAMS:2017:3782 (Implantlenzen) Gezondheidsrecht. Onzorgvuldig handelen oogarts. Eiseres heeft bij Stichting Oogzorg Amstelveen een behandelovereenkomst gesloten tot het plaatsen van implantlenzen. Stichting dreef de kliniek Eye-Q-Vision B.V. Eiseres heeft gedaagden aansprakelijk gesteld voor de vervolgens opgelopen schade aan haar ogen. De lenzen zijn uiteindelijk weer verwijderd. Nu er geen overeenkomst is gesloten met de gedaagden maar met de stichting kan geen sprake zijn van een toerekenbare tekortkoming. Er is wel sprake van onrechtmatig handelen van gedaagde jegens eiseres. Op grond van de onzorgvuldige geneeskundige behandeling is gedaagde aansprakelijk voor de schade.

LS&R 1457

Medische aansprakelijkheid ziekenhuis na overlijden patiënt na operatie ileus

Rechtbank Den Haag 17 mei 2017, LS&R 1457; ECLI:NL:RBDHA:2017:5685 (X tegen Stichting Reinier Hagagroep), https://lsenr.nl/artikelen/medische-aansprakelijkheid-ziekenhuis-na-overlijden-pati-nt-na-operatie-ileus

Rechtbank Den Haag 17 mei 2017, LS&R 1457; ECLI:NL:RBDHA:2017:5685 (X tegen Stichting Reinier Hagagroep) Verbintenissenrecht. Medische aansprakelijkheid ziekenhuis jegens erfgenamen na overlijden patiënt na operatie aan een ileus. Er was sprake van een beroepsfout preoperatief van de arts door de patiënt niet eerder op te nemen ter onderzoek en behandeling en postoperatief van chirurg door na te laten, na bekend raken met uitslag CT-scan, intensivist te raadplegen en patiënt te laten opnemen op de IC-afdeling. Verhouding beoordeling civiele rechter op grond van artikel 7:453 BW en uitspraken tuchtrechter. Proportionele aansprakelijkheid ziekenhuis. Attributief risico van 60%.

LS&R 1376

Beroepsaansprakelijkheid arts: borstvergrotingen uitgevoerd in privékliniek door gynaecoloog

Hof Den Haag 6 sep 2016, LS&R 1376; ECLI:NL:GHDHA:2016:2503 (borstvergroting door gynaecoloog), https://lsenr.nl/artikelen/beroepsaansprakelijkheid-arts-borstvergrotingen-uitgevoerd-in-priv-kliniek-door-gynaecoloog

Gerechtshof Den Haag 6 september 2016, LS&R 1376; ECLI:NL:GHDHA:2016:2503 (borstvergroting door gynaecoloog) Geneeskunde. Beroepsaansprakelijkheid. Beroepsaansprakelijkheid arts: borstvergrotingen uitgevoerd in privékliniek door gynaecoloog. De patiënt heeft klachten na de operatie zoals infecties, grote littekens en assymetrische borsten. Volgens het hof is de opgelopen infectie aan de borst toe te schrijven aan de arts en aan de omstandigheden waaronder zij is geopereerd. Daarnaast is het verwijtbaar dat de arts, ondanks het klagen van de patiënt, een ‘afwachtend beleid’ heeft gevoerd. Ook is de arts te kort geschoten in de nazorg. Het hof veroordeelt de arts tot het betalen van een schadevergoeding.

LS&R 1372

Module van alternatieve geneeswijzen is geen auteursrechtelijk beschermd werk

Hof Amsterdam 26 apr 2016, LS&R 1372; ECLI:NL:GHAMS:2016:1729 (module alternatieve geneeswijze en auteursrecht), https://lsenr.nl/artikelen/module-van-alternatieve-geneeswijzen-is-geen-auteursrechtelijk-beschermd-werk

Hof Amsterdam 26 april 2016, IEF 16240; LS&R 1372; ECLI:NL:GHAMS:2016:1729 (module alternatieve geneeswijze) Alternatieve geneeskunst. Auteursrecht. De module van alternatieve geneeswijzen waar het om gaat (bestaande uit een ordening van aandoeningen, therapieën en toe te passen middelen) is geen werk in de zin van de Auteurswet. Dit komt doordat de benamingen gebruikelijk zijn en algemeen gebruikt worden. Ook de ordening van termen maakt de module geen werk in de zin van de Auteurswet. Er is dus geen sprake van inbreuk op auteursrecht. Wat betreft het onrechtmatig profiteren van wanprestatie geldt een bewijsopdracht.

LS&R 1362

Psychiatrische behandeling wordt niet vergoed

Hof Den Haag 2 aug 2016, LS&R 1362; ECLI:NL:GHDHA:2016:2241 (Vergoeding psychiatrische behandeling), https://lsenr.nl/artikelen/psychiatrische-behandeling-wordt-niet-vergoed

Gerechtshof Den Haag 2 augustus 2016, LS&R 1361; ECLI:NL:GHDHA:2016:2241 (psychiatrische behandeling wordt niet vergoed) Appellant is in onder psychiatrische behandeling geweest van geïntimeerde. Na het einde van de behandeling bleek dat de zorgverzekering van appellant de behandeling niet vergoedt. De geïntimeerde een factuur gezonden aan de appellant met het verzoek het  verschuldigde bedrag over te maken. Appellant heeft de factuur onbetaald gelaten. De eiser heeft nagelaten voorafgaand toestemming tot vergoeding voor de kosten door de verzekeraar te vragen. Dit risico is voor de eiser dus geen vergoeding van de factuur.

LS&R 1361

Tandarts is onbevoegd, onbekwaam en past upcoding toe

Rechtbank Rotterdam 13 jul 2016, LS&R 1361; ECLI:NL:RBROT:2016:5812 (Declaratie onbevoegde tandarts), https://lsenr.nl/artikelen/tandarts-is-onbevoegd-onbekwaam-en-past-upcoding-toe

Rechtbank Rotterdam 13-07-2016, LS&R 1361; ECLI:NL:RBROT:2016:5812 (declareren tandheelkundige behandeling bij onbekwame en onverantwoorde zorg) Tandarts. Declaratie. Het gaat om het vaststellen van fraude met betrekking tot een tandheelkundige behandeling door een onbevoegde en onbekwame tandarts. Richting DSW de schijn is gewekt dat ingediende declaraties verband hielden met door of onder verantwoordelijkheid van een bevoegde tandarts verrichte behandelingen. Gebleken is dat de betrokken verzekerden zijn behandeld door een niet bevoegde en niet bekwame “tandarts.” Bovendien is gebleken dat in veel gevallen niet de feitelijk door gedaagde verrichte behandelingen zijn geadministreerd en gedeclareerd, maar dat stelselmatig andere, duurdere, behandelingen in rekening zijn gebracht (“upcoding”).