Octrooirecht  

LS&R 2024

Uitspraak ingezonden door Jaap Bremer en Allard van Duijn. BarentsKrans.

Geen inbreuk op PrecisionPoint-octrooi

Rechtbank Den Haag 3 feb 2022, LS&R 2024; (Corbin Clinical Resources tegen Advance Medical Designs c.s), https://lsenr.nl/artikelen/geen-inbreuk-op-precisionpoint-octrooi

Vzr. Rechtbank Den Haag 3 februari 2022, IEF 20513, LS&R 2024; C/09/619229 / KG ZA 21-974 (Corbin Clinical Resources tegen Advance Medical Designs c.s) Kort geding. Corbin beroept zich op haar octrooi EP 3 125 811 dat een opzetstuk (naaldhouder) bestemd om geplaatst te worden op een transrectale sonde voor het verrichten van transperineale biopsies, onder bescherming stelt. Volgens Corbin maakt Advance Medical Designs c.s.  (AMD) inbreuk op het Nederlandse deel van haar octrooi door vervaardiging en/of verhandeling van de SureFire, De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Corbin af. Van indirecte octrooi-inbreuk is geen sprake, nu de toegangsnaald geen structureel onderdeel is van de conclusie. Ook honoreert het Gillette-verweer van AMD c.s.: van directe inbreuk is geen sprake, nu het SureFire-apparaat (dus zonder de toegangsnaald) overeenstemt met een apparaat uit de stand van de techniek, de BK UA 1232 naaldgeleider. Als het SureFire-apparaat directe inbreuk zou maken op conclusie 1 van  EP811, dan wordt conclusie 1 volledig geanticipeerd door het BK UA1232-apparaat en is deze dus nietig wegens gebrek aan nieuwheid.

LS&R 2022

Octrooi EP 187 (NL) nietig wegens gebrek aan inventiviteit

26 jan 2022, LS&R 2022; ECLI:NL:RBDHA:2022:494 (Insud Pharma tegen Galenicum Health), https://lsenr.nl/artikelen/octrooi-ep-187-nl-nietig-wegens-gebrek-aan-inventiviteit

Rb Den Haag 26 januari 2022, IEF 20505, LS&R 2022; ECLI:NL:RBDHA:2022:494 (Insud Pharma tegen Galenicum Health) Galenicum is een wereldwijd opererende onderneming die onder andere actief is in de farmaceutische sector. Ze is houdster van een Europees octrooi voor ‘Stable pharmaceutical compositions containing sitagliptin in the form of immediate release tablets’. Het octrooi EP 187 geldt onder andere in Nederland. Insud vordert dat de rechtbank EP 187 (NL) vernietigt. Zij stelt daartoe dat het octrooi nietig is omdat het niet nieuw is, inventiviteit ontbeert, dan wel toegevoegde materie bevat. Er bestaat een ander soortgelijk octrooi dat ziet op directe compressie in plaats van droge granulatie.

LS&R 2013

AstraZeneca handelde niet onrechtmatig

Hof Den Haag 28 dec 2021, LS&R 2013; ECLI:GHDHA:2021:2535 (AstraZeneca tegen Menzis), https://lsenr.nl/artikelen/astrazeneca-handelde-niet-onrechtmatig

Hof Den Haag 28 december 2021, IEF 20449, LS&R 2013; ECLI:GHDHA:2021:2535 (AstraZeneca tegen Menzis) In 2014 heeft het hof een farmaceutisch octrooi van AstraZeneca met terugwerkende kracht vernietigd vanwege een gebrek aan inventiviteit. Voorafgaand aan de vernietiging heeft AstraZeneca zich ten opzichte van een of meer concurrenten op het octrooi beroepen. Menzis vindt dat AstraZeneca daardoor jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld en dat AstraZeneca daardoor ook ten koste van haar ongerechtvaardigd is verrijkt. Menzis wijst er daarbij op dat zij de kosten heeft vergoed van haar verzekerden. De rechtbank was van oordeel dat AstraZeneca ongerechtvaardigd is verrijkt vanaf het moment dat AstraZeneca een kortgedingvonnis had betekend aan een concurrerende fabrikant van geneesmiddelen [IEF 19490]. Het hof oordeelt in dit arrest dat geen sprake is van onrechtmatig handelen omdat AstraZeneca niet risicoaansprakelijk is, geen verwijtbaarheid toekomt en geen machtsmisbruik heeft gemaakt. Ook oordeelt het hof dat er geen sprake is van onrechtmatige verrijking omdat de door Menzis gestelde verrijking geen ongerechtvaardigd karakter heeft.

LS&R 2006

Verbodsvordering wordt afgewezen

10 dec 2021, LS&R 2006; ECLI:NL:RBDHA:2021:13616 (Bayer tegen Teva c.s.), https://lsenr.nl/artikelen/verbodsvordering-wordt-afgewezen

Vrz. Rechtbank Den Haag 10 december 2021, IEF 20399, LS&R 2006; ECLI:NL:RBDHA:2021:13616 (Bayer tegen Teva c.s.) Kort geding. Bayer brengt in Nederland het geneesmiddel Nexavar op de markt. Het werkzame bestanddeel van Nexavar is sorafenib. Bayer heeft op 3 december 2002 een internationale PCT-aanvraag ingediend, gepubliceerd onder nummer WO 579 voor ‘Aryl urea compounds in combination with other cytostatic or cytotoxic agents for treating human cancers’WO 579 is voortgezet als Europese octrooiaanvraag onder publicatienummer EP 799. Deze zaak ziet op een derde generatie divisional afsplitsing, te weten EP 255. EP 255 is verleend op 22 augustus 2012 onder inroeping van het prioriteitsdocument US 609 van 3 december 2001. EP 255 is van kracht tot 2 december 2022. Bayer beroept zich in deze zaak enkel op conclusie 12 van EP 255. Bayer vordert een verbod inbreuk te maken op het Nederlandse deel van EP 255. Teva c.s. stelt dat de door Bayer gevraagde voorziening moet worden geweigerd omdat een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat conclusie 12 in een bodemprocedure zal worden vernietigd. De voorzieningenrechter concludeert dat er een gerede kans aanwezig is dat het Nederlandse deel van conclusie 12 van EP 255 in een bodemprocedure nietig wordt bevonden. Dit voorlopig oordeel wordt ondersteund door zowel de Engelse als de Duitse beslissing in een bodemprocedure. Bij die stand van zaken wegen de belangen van Bayer niet op tegen die van Teva c.s. en zal de verbodsvordering worden afgewezen.

LS&R 2002

Cassatieberoepen Roka en Silife verworpen

Hoge Raad 19 nov 2021, LS&R 2002; ECLI:NL:HR:2021:1712 (Roka c.s. tegen Silife c.s.), https://lsenr.nl/artikelen/cassatieberoepen-roka-en-silife-verworpen

HR 19 november 2021, IEF 20373, LS&R 2002; ECLI:NL:HR:2021:1712 (Roka c.s. tegen Silife c.s.) Liquistone is rechthebbende van een octrooi van onder meer een octrooi dat de techniek voor het stabiliseren van siliciumzuur en de voortbrengselen van het stabiliseren van het siliciumzuur onder bescherming stelt. Liquistone en Silife Ltd. sloten in 2010 een exclusieve licentieovereenkomst. In 2013 sloten Liquistone en Roka een exclusieve licentieovereenkomst met betrekking tot hetzelfde octrooi. Roka c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. Silife c.s. hebben incidenteel cassatieberoep ingesteld. De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het principale en het incidentele cassatieberoep [IEF 20119]. De Hoge Raad verwerpt de cassatieberoepen.

LS&R 1997

Octrooi voldoet niet aan inventiviteitsvereiste

Hof Den Haag 29 jun 2021, LS&R 1997; ECLI:NL:GHDHA:2021:2055 (Nutrition tegen Noba), https://lsenr.nl/artikelen/octrooi-voldoet-niet-aan-inventiviteitsvereiste

Gerechtshof Den Haag 29 juni 2021, IEF 20333, LS&R 1997; ECLI:NL:GHDHA:2021:2055 (Nutrition tegen Noba) Nutrition ontwikkelt en produceert veevoeders en daarvoor bestemde producten. Noba houdt zich bezig met het ontwikkelen, produceren en verhandelen van vetproducten voor de diervoederindustrie. Nutrition was houdster van het Europese octrooi EP 371 betreffende middenlange keten vetzuren bruikbaar als antimicrobiële agentia. Volgens Nutrition maakt Noba in haar producten Vital Pure en Dry Vital Pure gebruik van de onder EP 371 beschermingsomvang vallende techniek. Nutrition vorderde in eerste aanleg daarom onder andere een aan Noba op te leggen verbod om (in)direct inbreuk te maken op het Nederlandse deel van EP 371. Noba heeft niet bestreden dat haar producten Vital Pure en Dry Vital Pure onder de beschermingsomvang van EP 371 vallen, zij stelt echter dat EP 371 nietig is wegens gebrek aan inventiviteit. De rechtbank oordeelde dat EP 371 niet inventief is. Zij heeft het Nederlandse deel van EP 371 vernietigd. In hoger beroep vordert Nutrition vernietiging en Noba bekrachtiging van het vonnis. Het hof oordeelt dat het Nederlandse deel van EP 371 nietig is wegens gebrek aan inventiviteit. Dat betekent dat het vonnis wordt bekrachtigd.

LS&R 1996

Octrooi voorafgaand aan pleidooi herroepen

20 apr 2021, LS&R 1996; ECLI:NL:GHDHA:2021:2056 (Bayer tegen Ceva), https://lsenr.nl/artikelen/octrooi-voorafgaand-aan-pleidooi-herroepen

Gerechtshof Den Haag 20 april 2021, IEF 20332, LS&R 1996; ECLI:NL:GHDHA:2020:1626 (Bayer tegen Ceva) Bayer maakt onderdeel van Bayer AG, dat zich richt op onderzoek en ontwikkeling naar farmaceutische producten en diergeneesmiddelen. Ceva maakt onderdeel uit van de Ceva groep, dat gespecialiseerd is in de ontwikkeling van medicijnen en andere farmaceutische producten voor dieren. Bayer was houdster van octrooi EP 496. Binnen Europa zijn verschillende procedures gevoerd tussen de Bayer groep en de Ceva groep wegens (niet-)inbreuk op buitenlandse delen van EP 496, waarbij door Ceva ook de geldigheid van het octrooi is bestreden. Op 17 september 2020 heeft de Technische Kamer van Beroep het octrooi volledig herroepen wegens gebrek aan inventiviteit. In eerste aanleg vorderde Bayer onder andere een op EP 496 gebaseerd inbreukverbod met nevenvorderingen. Ceva voerde verweer, onder andere stellende dat het octrooi inventiviteit ontbeerde en dat zij geen inbreuk maakte. De vorderingen van Bayer zijn toen afgewezen. Bayer vordert in hoger beroep vernietiging van het vonnis. Vanwege de herroeping van het octrooi gaan grieven van Bayer niet op, en zijn haar inbreukvorderingen niet toewijsbaar zijn. Bayer erkent dat zij in appel over het inhoudelijke geschil als de in het ongelijk gestelde partij moet worden beschouwd.

LS&R 1976

Aanvraag full label MA is geen reële dreiging van inbreuk op octrooi

Rechtbank Amsterdam 16 jul 2021, LS&R 1976; ECLI:NL:RBAMS:2021:4049 (AbbVie tegen Alvotech), https://lsenr.nl/artikelen/aanvraag-full-label-ma-is-geen-re-le-dreiging-van-inbreuk-op-octrooi

Vzr. Rechtbank Amsterdam 16 juli 2021, IEF 20130, LS&R 1976; ECLI:NL:RBAMS:2021:4049 (AbbVie tegen Alvotech)  AbbVie is houder van een aantal medische octrooien voor medicijnen tegen reuma en de ziekte van Crohn. Alvotech heeft voor een biosimilar een handelsvergunning aangevraagd voor alle indicaties, waaronder de indicaties waar de octrooien van AbbVie op zien. AbbVie stelt dat een dreiging van een octrooi inbreuk reëel is, nu Alvotech zich in de media heeft uitgelaten over de verhandeling van de biosimilar. De voorzieningenrecht stelt AbbVie in het ongelijk, omdat het niet aannemelijk is dat Alvotech de octrooien niet zal respecteren. Een enkele aanvraag van een full label MA betekent nog niet dat de dreiging van onrechtmatig handelen reëel is.

LS&R 1974

Rechtbank Den Haag exclusief bevoegd vanwege specialistische kennis medisch octrooi

Rechtbank Gelderland 13 jan 2021, LS&R 1974; ECLI:NL:RBGEL:2021:3724 (RUMC tegen Glycostem), https://lsenr.nl/artikelen/rechtbank-den-haag-exclusief-bevoegd-vanwege-specialistische-kennis-medisch-octrooi

Rechtbank Gelderland 13 januari 2021, IEF 20121; ECLI:NL:RBGEL:2021:3724 (RUMC tegen Glycostem) RUMC is een academisch ziekenhuis dat deel uitmaakt van Radboud Universiteit en is houdster van internationale octrooiaanvraag voor en alternatieve methode voor het genereren en vermeerderen van NK-cellen, die ingezet kunnen worden bij de bestrijding van kanker. Glycostem is houdster van meerdere voor NK-cel technologie relevante octrooien. Partijen hebben vanaf 2005 samengewerkt op het gebied van NK-cellen en hebben hiertoe een Cooperation Agreement gesloten. Glycostem is van mening dat de samenwerking tussen RUMC en MWH Foundation onrechtmatig is ten aanzien van de door de Cooperation Agreement gegenereerde onderzoeksresultaten en dat hiermee inbreuk wordt gemaakt op het octrooi van Glycostem. In dit vonnis in incident is bepaald dat de rechtbank Gelderland onbevoegd is en dat de rechtbank Den Haag kennis dient te nemen van het geschil. Voor een inhoudelijke beoordeling over de vraag aan wie het octrooi toekomt, is namelijk specialistische kennis nodig, waarover de rechtbank Den Haag wel beschikt. 

LS&R 1953

Vordering tot schadvergoeding afgewezen

Hof Amsterdam 4 mei 2021, LS&R 1953; ECLI:NL:GHAMS:2021:1279 (NGen tegen All Capital), https://lsenr.nl/artikelen/vordering-tot-schadvergoeding-afgewezen

Hof Amsterdam 4 mei 2021, IEF 19967, LS&R 1953; ECLI:NL:GHAMS:2021:1279 (NGen tegen All Capital) NGen beschikte over een octrooi op een technologie voor medische toepassingen. All Capital heeft krediet en een garantie aan NGen verstrekt voor de financiering van onderzoek naar nieuwe toepassingen voor die technologie. In de hoofdzaak die aan deze schadestaatprocedure is voorafgegaan, heeft de rechtbank geoordeeld dat All Capital jegens NGen toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen. In deze schadestaatprocedure heeft de rechtbank de vordering van NGen tot schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft onder meer geoordeeld dat NGen onvoldoende heeft gesteld over het causaal verband tussen de vastgestelde tekortkomingen en de gestelde schade. In dit hoger beroep is opnieuw de vraag aan de orde of de vastgestelde tekortkomingen de gestelde schade hebben veroorzaakt en zo ja, tot welk bedrag. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.