Octrooirecht  

LS&R 2247

WAMCA-procedure door Stichting Farma Ter Verantwoording

17 jul 2024, LS&R 2247; ECLI:NL:RBAMS:2024:4255 (Stichting Farma Ter Verantwoording tegen AbbVie), https://lsenr.nl/artikelen/wamca-procedure-door-stichting-farma-ter-verantwoording

Rb. Amsterdam 17 juli 2024, IEF 22170, LS&R 2247; ECLI:NL:RBAMS:2024:4255 (Stichting Farma Ter Verantwoording tegen AbbVie). AbbVie is een biofarmaceutisch bedrijf dat zich richt op immunologie, hematologische oncologie, neurowetenschap, esthetica en huidverzorging. Zij verkopen in Nederland het medicijn adalimumab onder de naam Humira. Dit is een medicijn tegen reumatoïde artritis, psoriasis, de ziekte van Crohn en uveïtis (oogontsteking). Het medicijn is ontwikkeld door Knoll Pharmaceuticals en zij had hier een octrooirecht op. Stichting Farma Ter Verantwoording (hierna: FTV) streeft ernaar dat geneesmiddelen op een duurzame en maatschappelijk betamelijke wijze op de markt beschikbaar zijn. In deze zaak vordert FTV dat de rechtbank voor recht verklaart dat AbbVie onrechtmatig heeft gehandeld en misbruik heeft gemaakt van haar economische machtspositie. Dit omdat zij in de periode waarvoor Humira octrooibescherming genoot een veel te hoge prijs zou vragen voor Humira.

LS&R 2246

HvJ EU: Servier

27 jun 2024, LS&R 2246; ECLI:EU:C:2024:549 (Servier), https://lsenr.nl/artikelen/hvj-eu-servier

HvJ EU 27 juni 2024, IEF 22166, LS&R 2246, IEFbe 3763; ECLI:EU:C:2024:549 (Servier) Het Franse farmaceutische bedrijf Servier had een octrooi op het hartmedicijn perindopril tot het einde van de jaren 1990 en begin jaren 2000. Na deze periode verzocht Servier om aanvullende octrooien (waaronder het “947-octrooi”) in de daaropvolgende jaren. De geldigheid van de aanvullende octrooien werd aangevochten door verschillende generieke fabrikanten, waaronder het Sloveense bedrijf Krka. Naar aanleiding hiervan heeft Servier met Krka een overeenkomst gesloten die een exclusieve en onherroepelijke licentie vormde over het 947-octrooi voor perindopril in een paar Oost-Europese landen. In ruil daarvoor moest Krka een royalty van 3% op haar netto-omzet in die gebieden aan Servier betalen. De Europese Commissie heeft in 2014 geoordeeld dat de generieke fabrikanten als potentiële concurrenten van Servier beschouwd moesten worden en de overeenkomsten in strijd zijn met art. 101 en 102 VWEU. Het Gerecht oordeelde dat de regeling tussen Servier en Krka voor de Oost-Europese markten een geldige overdracht van technologie was, in plaats van een aansporing voor Krka om zich buiten de door Servier bestreken markten te houden.

LS&R 2239

Uitspraak ingezonden door Rutger Kleemans, Freshfields Bruckhaus Deringer LLP.

Geen meldingsplicht voor Teva over parallel lopende zaak in kort geding tegen Novartis

7 jul 2021, LS&R 2239; C/ 15/3 16187 / KG ZA 21-240 (Novartis c.s. tegen Teva), https://lsenr.nl/artikelen/geen-meldingsplicht-voor-teva-over-parallel-lopende-zaak-in-kort-geding-tegen-novartis

Vzr. Rb. Noord-Holland 7 juli 2021, IEF 22048, LS&R 2239; Zaak nr. C/ 15/3 16187 / KG ZA 21-240 (Novartis c.s. tegen Teva) Novartis c.s., een farmaceutisch bedrijf, is houder van het Europese octrooi EP246. Teva, een bedrijf dat generieke geneesmiddelen verkoopt, heeft aangekondigd EP246 in Nederland niet te respecteren, wat leidde tot een inbreukprocedure door Novartis c.s. In een eerdere kortgedingprocedure heeft het hof Den Haag het octrooi geldig bevonden en Teva een verbod opgelegd om inbreuk te maken op EP246.

LS&R 2226

Prejudiciële beslissing over uitlegging van artikel 9, lid 7, van richtlijn 2004/48/EG

11 jan 2024, LS&R 2226; ECLI:EU:C:2024:8 (Mylan AB tegen Gilead), https://lsenr.nl/artikelen/prejudiciele-beslissing-over-uitlegging-van-artikel-9-lid-7-van-richtlijn-2004-48-eg

HvJEU 11 januari 2024,IEF 21842,LS&R 2226,IEFbe 3707, ECLI:EU:C:2024:8 (Mylan AB tegen Gilead) In deze zaak gaat het om een geschil tussen Mylan AB en Gilead over een aanvullend beschermingscertificaat (ABC) voor een antiretroviraal geneesmiddel. De markkinaoikeus (bijzondere rechter van Finland) heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof), met name met betrekking tot de verenigbaarheid van de Finse risicoaansprakelijkheidsregeling met Artikel 9, Lid 7 van richtlijn 2004/48/EG. Deze bepaling creëert de bevoegdheid voor rechterlijke instanties om op verzoek van de verweerder een passende vergoeding op te leggen voor schade die is geleden door onterechte voorlopige maatregelen. De Finse regeling bepaalt dat de verzoeker schade moet vergoeden als een voorlopige maatregel ongegrond blijkt.

LS&R 2223

Uitspraak ingezonden door Gino van Roeyen, LAWNCH, en Bert Gravendeel, Fruytier Lawyers in Business.

Geschil na beëindiging licentieovereenkomst voor InVitria

6 sep 2023, LS&R 2223; (Sharpsight tegen Medical Workshop), https://lsenr.nl/artikelen/geschil-na-beeindiging-licentieovereenkomst-voor-invitria

Rb. Den Haag 6 september 2023, IEF 21704 LS&R 2223; C/09/599367/ (Sharpsight B.V. tegen Medical Workshop B.V.) Vervolg in de bodemprocedure op eerder tussen partijen in eerste aanleg bij de Rechtbank Den Haag [zie IEF 18810 en IEF 18761) en in hoger beroep bij hof Den Haag [zie IEF 19679] gevoerde kort geding procedure. De kern van het geschil in de bodemprocedure draait om het recht op het merk 'InVitria', waarbij ook wordt gestreden over auteursrechten met betrekking tot de naam. De rechtbank oordeelt over octrooi-inbreuk door Medical Workshop, gemeenschappelijk eigendom van octrooirechten en de beëindiging van een licentieovereenkomst en de gevolgen daarvan. Bovendien vordert Sharpsight een schadevergoeding, die wordt toegekend zonder verwijzing naar een schadestaatprocedure. In reconventie vordert Medical Workshop een veroordeling van Sharpsight tot vergoeding van goodwill.

LS&R 2222

Octrooi op combinatie valsartan en sacubitril is inventief

25 okt 2023, LS&R 2222; ECLI:NL:RBDHA:2023:15905 (Synthon tegen Novartis), https://lsenr.nl/artikelen/octrooi-op-combinatie-valsartan-en-sacubitril-is-inventief

Rechtbank Den Haag 25 oktober 2023, IEF 21770, LS&R 2222; ECLI:NL:RBDHA:2023:15905 (Synthon tegen Novartis) In deze zaak wordt de inventiviteit van een octrooi op een geneesmiddel voor de behandeling van hypertensie en/of hartfalen getoetst. Dit octrooi van Novartis beschermt de combinatie van de stoffen valsartan (een ‘ARB’) en sacubitril (een ‘NEP-remmer’). Volgens Synthon is het octrooi ongeldig, want het zou op de prioriteitsdatum voor de gemiddelde vakpersoon voor de hand liggen om valsartan en sacubitril te combineren en deze combinatie toe te passen in de behandeling van hypertensie en/of hartfalen. Synthon vordert vernietiging van het Nederlandse deel van het octrooi en vernietiging, althans nietigverklaring van het ABC.

LS&R 2221

Octrooi op doseringsregime van antistollingsmiddel rivaroxaban is geldig

1 nov 2023, LS&R 2221; ECLI:NL:RBDHA:2023:16452 (SANDOZ B.V. tegen BAYER INTELLECTUAL PROPERTY GMBH), https://lsenr.nl/artikelen/octrooi-op-doseringsregime-van-antistollingsmiddel-rivaroxaban-is-geldig

Rechtbank Den Haag 1 november 2023, IEF 21769, LS&R 2221; ECLI:NL:RBDHA:2023:16452 (Sandoz tegen Bayer) Deze zaak gaat over een vordering van Sandoz om het Nederlandse deel van het EP 961 octrooi, dat in bezit is van Bayer, te vernietigen. Tegen deze vordering voert Bayer verweer strekkende tot afwijzing van de vordering. In deze zaak dient er gekeken te worden of het octrooi van Bayer inventief is.

LS&R 2218

Hoge Raad verwerpt het beroep van Menzis

3 nov 2023, LS&R 2218; ECLI:NL:HR:2023:1513 (Menzis/AstraZeneca), https://lsenr.nl/artikelen/hoge-raad-verwerpt-het-beroep-van-menzis

Hoge Raad 3 november 2023, IEF 21762, LS&R 2218; ECLI:NL:HR:2023:1513 (Menzis tegen AstraZeneca).  Voorafgaand aan deze cassatiezaak hebben partijen geprocedeerd bij het gerechtshof Den Haag [zie IEF 20449, LS&R 2013]. In deze zaak heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en geoordeeld dat AstraZeneca niet onrechtmatig handelde na vernietiging van haar octrooi wegens gebrek aan inventiviteit. Menzis heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. Vervolgens is er een conclusie van de advocaat-generaal geweest die strekt tot verwerping van het cassatieberoep [zie IEF 21571, LS&R 2196].

LS&R 2214

UPC: proceduretaal wordt veranderd van Nederlands naar Engels

18 okt 2023, LS&R 2214; UPC_CFI_239/2023 (Arkyne tegen Plant-e), https://lsenr.nl/artikelen/upc-proceduretaal-wordt-veranderd-van-nederlands-naar-engels

UPC 18 oktober 2023, IEF 21734, LS&R 2214, IEFbe 3692; UPC_CFI_239/2023 (Arkyne tegen Plant-e). Arkyne heeft verzocht om een wijziging van de proceduretaal van Nederlands naar Engels. Zij vond de Engelse taal wenselijker, omdat dit ook de taal is waarin het octrooi is verleend. Ook is het relevant dat het veel geld kost voor Arkyne om de stukken te vertalen, gezien zij een Spaanse onderneming zijn. Plant-e voerde echter aan dat het niet onredelijk was voor Arkyne om de vertaalkosten te betalen. Ook geeft zij aan dat de keuze voor Nederlandse taal logisch is, gezien zij voor het Nederlandse onderdeel van het UPC procederen. Het UPC oordeelt dat de proceduretaal veranderd wordt naar Engels, omdat beide partijen goed Engels kunnen en reeds in het Engels gecommuniceerd hebben. Ook zorgt de wijziging van de proceduretaal er niet voor dat de wederpartij wordt benadeeld, maar juist dat Arkyne minder wordt benadeeld dan wanneer verwacht werd dat deze in het Nederlands procedeerde. 

LS&R 2205

Uitspraak ingezonden door Martijn de Lange, Octrooicentrum Nederland, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Rechtbank wijst ABC ofatumumab af

29 aug 2023, LS&R 2205; (Genmab A/S/Octrooicentrum Nederland), https://lsenr.nl/artikelen/rechtbank-wijst-abc-ofatumumab-af

Rechtbank Den Haag 29 augustus 2023, IE 21567, LSR 2205; Zaaknr. SGR 22/6813 OCT95 (Genmab A/S/Octrooicentrum Nederland) Bestuursrecht. In dit geschil oordeelt de rechtbank over een verzoek voor een aanvullend beschermingscertificaat (hierna: ABC) voor het product ofatumumab, dat bij het Nederlandse Octrooicentrum (hierna: OCNL) is ingediend door Genmab A/S (hierna: Genmab). Voorafgaand aan dit verzoek heeft Genmab eerder een geneesmiddel met ofatumumab als werkzame stof op de markt gebracht, onder de naam ARZERRA. Daarvoor is een ABC is verleend. Vanwege tegenvallende resultaten heeft Genmab verzocht de handelsvergunning voor ARZERRA in te trekken. Novartis, een ander bedrijf dat zich met geneesmiddelen bezigt, heeft in samenwerking met Genmab een nieuwe therapie voor ofatumumab ontwikkeld onder de naam KESIMPTA. Het verzoek voor de ABC ten aanzien van het product ofatumumab, waarbij Genmab zich beriep op de handelsvergunning voor KESIMPTA, is afgewezen. Genmab heeft hiertegen bezwaar gemaakt. De reden dat OCNL de aanvraag van Genmab heeft afgewezen berust op haar lezing van het arrest Santen (zie IEF 19314). Het beroep gaat over de vraag of OCNL zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de handelsvergunning voor KESIMPTA niet de eerste vergunning is voor het in de handel brengen van het product ofatumumab.