Octrooirecht  

LS&R 2064

Ook Haagse rechter niet overtuigd van plausibiliteit octrooi

10 mei 2022, LS&R 2064; ECLI:NL:RBDHA:2022:4385 (BMS tegen Sandoz), https://lsenr.nl/artikelen/ook-haagse-rechter-niet-overtuigd-van-plausibiliteit-octrooi

Vzr. Rb. Den Haag 10 mei 2022, IEF 20705, LS&R 2064; ECLI:NL:RBDHA:2022:4385 (BMS tegen Sandoz) BMS komt als octrooihouder van het octrooi EP 415 op tegen de verhandeling van eenzelfde werkende stof Apixaban door Sandoz. In het Verenigd Koninkrijk heeft BMS al reeds ongelijk gekregen bij de procedure aldaar. De Britse rechter heeft daarbij besloten dat het Engelse deel van EP 415 nietig is vanwege gebrek aan plausibiliteit en technische bijdrage. Dezelfde gronden worden in deze procedure door Sandoz naar voren gebracht, waarbij de Nederlandse rechter ook rekening houdt met de overwegingen van de Britse rechter. De argumenten van BMS worden ook in deze procedure onvoldoende overtuigend gevonden. De voorzieningenrechter verwoordt zes argumenten en komt tot de conclusie dat het onzeker is of de bodemrechter enig voordelig of verrassend effect plausibel zal achten. Bovendien wordt benadrukt dat er geen reden was voor BMS om de voordelige resultaten van de Ki-metingen niet op te nemen in diens aanvrage. Tezamen met het verzwijgen van interessante deel van het octrooi, concludeert de Haagse rechter verder dat hierdoor de quid pro quo van het octrooirecht niet wordt behartigd. Verdere vorderingen van Sandoz in reconventie worden afgewezen.

LS&R 2052

Nederlands Octrooicongres op 14 juni

Neem deel aan de 14e editie van het het Nederlands Octrooicongres! Op dinsdag 14 juni verzorgen dagvoorzitters Peter Blok (Hof Den Haag, CIER) en Gertjan Kuipers (De Brauw Blackstone Westbroek) weer een actueel, gevarieerd en inspirerend programma in Hotel Jakarta, aan het IJ in Amsterdam.

Op de agenda staan onder meer VRO-procedures, het jaarlijkse jurisprudentie-overzicht van Gertjan Kuipers en een analyse van EOB-uitspraken 2021/2022 door Frédéric Bostedt. Ook deze onderwerpen komen aan bod:

- Procederen bij het UPC: Kevin Mooney (Simmons & Simmons) en Wouter Pors (Bird & Bird) de procedure vanuit Nederlands, internationaal en vooral praktisch perspectief;
- Het leerstuk Inventiviteit; Judith Krens (Pinsent Masons) en Oscar Lamme (Simmons & Simmons) doen een deepdive in dit thema en geven duiding & overzicht in een duopresentatie.

LS&R 2046

Hoge Raad verwerpt beroep: octrooi en ABC blijven geldig

Hoge Raad 25 mrt 2022, LS&R 2046; ECLI:NL:HR:2022:441 (Accord tegen NPS), https://lsenr.nl/artikelen/hoge-raad-verwerpt-beroep-octrooi-en-abc-blijven-geldig

HR 25 maart 2022, IEF 20622, LS&R 2046; ECLI:NL:HR:2022:441 (Accord tegen NPS) Accord heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof [zie IEF 19380]. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten over het arrest van het hof niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen.

LS&R 2044

Uitspraak ingezonden door Rutger Kleemans, Freshfields Bruckhaus Deringer LLP.

Tussentijds hoger beroep mogelijk in tussenvonnis

Rechtbank Den Haag 23 mrt 2022, LS&R 2044; (Novartis tegen Mylan), https://lsenr.nl/artikelen/tussentijds-hoger-beroep-mogelijk-in-tussenvonnis

Vzr. Rb Den Haag 23 maart 2022, IEF 20619, LS&R 2044; C/09/625743 / KG ZA 22-195 (Novartis tegen Mylan) In dit kort geding oordeelt de voorzieningenrechter dat tussentijds hoger beroep kan worden ingesteld tegen de weigering om de primaire vorderingen toe te wijzen in het tussenvonnis [zie IEF 20617].

LS&R 2043

Markttoetreding door Mylan voor octrooiverlening van Novartis niet onrechtmatig

Rechtbank Den Haag 22 mrt 2022, LS&R 2043; ECLI:NL:RBDHA:2022:2490 (Novartis tegen Mylan), https://lsenr.nl/artikelen/markttoetreding-door-mylan-voor-octrooiverlening-van-novartis-niet-onrechtmatig

Vzr. Rb Den Haag 22 maart 2022, IEF 20617, LS&R 2043; ECLI:NL:RBDHA:2022:2490 (Novartis tegen Mylan) Novartis heeft de octrooiaanvrage EP 894 ingediend bij het EOB, maar het octrooi is nog niet officieel verleend. In deze zaak vordert Novartis dat Mylan octrooirechtinbreuk op EP 894 staakt. Novartis stelt hiertoe dat het octrooirecht materieel gezien al werking heeft vanaf het moment dat de aanvraag is ingediend. Mylan betwist dat haar toetreding tot de markt voordat verlening van een octrooi op aanvraag EP 894 heeft plaatsgevonden een onrechtmatige daad kan zijn, dat het vaststaat dat en wanneer er octrooi verleend zal worden op aanvraag EP 894 en dat haar toetreding in de omstandigheden van dit geval onrechtmatig is.

LS&R 2024

Uitspraak ingezonden door Jaap Bremer en Allard van Duijn. BarentsKrans.

Geen inbreuk op PrecisionPoint-octrooi

Rechtbank Den Haag 3 feb 2022, LS&R 2024; (Corbin Clinical Resources tegen Advance Medical Designs c.s), https://lsenr.nl/artikelen/geen-inbreuk-op-precisionpoint-octrooi

Vzr. Rechtbank Den Haag 3 februari 2022, IEF 20513, LS&R 2024; C/09/619229 / KG ZA 21-974 (Corbin Clinical Resources tegen Advance Medical Designs c.s) Kort geding. Corbin beroept zich op haar octrooi EP 3 125 811 dat een opzetstuk (naaldhouder) bestemd om geplaatst te worden op een transrectale sonde voor het verrichten van transperineale biopsies, onder bescherming stelt. Volgens Corbin maakt Advance Medical Designs c.s.  (AMD) inbreuk op het Nederlandse deel van haar octrooi door vervaardiging en/of verhandeling van de SureFire, De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Corbin af. Van indirecte octrooi-inbreuk is geen sprake, nu de toegangsnaald geen structureel onderdeel is van de conclusie. Ook honoreert het Gillette-verweer van AMD c.s.: van directe inbreuk is geen sprake, nu het SureFire-apparaat (dus zonder de toegangsnaald) overeenstemt met een apparaat uit de stand van de techniek, de BK UA 1232 naaldgeleider. Als het SureFire-apparaat directe inbreuk zou maken op conclusie 1 van  EP811, dan wordt conclusie 1 volledig geanticipeerd door het BK UA1232-apparaat en is deze dus nietig wegens gebrek aan nieuwheid.

LS&R 2022

Octrooi EP 187 (NL) nietig wegens gebrek aan inventiviteit

26 jan 2022, LS&R 2022; ECLI:NL:RBDHA:2022:494 (Insud Pharma tegen Galenicum Health), https://lsenr.nl/artikelen/octrooi-ep-187-nl-nietig-wegens-gebrek-aan-inventiviteit

Rb Den Haag 26 januari 2022, IEF 20505, LS&R 2022; ECLI:NL:RBDHA:2022:494 (Insud Pharma tegen Galenicum Health) Galenicum is een wereldwijd opererende onderneming die onder andere actief is in de farmaceutische sector. Ze is houdster van een Europees octrooi voor ‘Stable pharmaceutical compositions containing sitagliptin in the form of immediate release tablets’. Het octrooi EP 187 geldt onder andere in Nederland. Insud vordert dat de rechtbank EP 187 (NL) vernietigt. Zij stelt daartoe dat het octrooi nietig is omdat het niet nieuw is, inventiviteit ontbeert, dan wel toegevoegde materie bevat. Er bestaat een ander soortgelijk octrooi dat ziet op directe compressie in plaats van droge granulatie.

LS&R 2013

AstraZeneca handelde niet onrechtmatig

Hof Den Haag 28 dec 2021, LS&R 2013; ECLI:GHDHA:2021:2535 (AstraZeneca tegen Menzis), https://lsenr.nl/artikelen/astrazeneca-handelde-niet-onrechtmatig

Hof Den Haag 28 december 2021, IEF 20449, LS&R 2013; ECLI:GHDHA:2021:2535 (AstraZeneca tegen Menzis) In 2014 heeft het hof een farmaceutisch octrooi van AstraZeneca met terugwerkende kracht vernietigd vanwege een gebrek aan inventiviteit. Voorafgaand aan de vernietiging heeft AstraZeneca zich ten opzichte van een of meer concurrenten op het octrooi beroepen. Menzis vindt dat AstraZeneca daardoor jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld en dat AstraZeneca daardoor ook ten koste van haar ongerechtvaardigd is verrijkt. Menzis wijst er daarbij op dat zij de kosten heeft vergoed van haar verzekerden. De rechtbank was van oordeel dat AstraZeneca ongerechtvaardigd is verrijkt vanaf het moment dat AstraZeneca een kortgedingvonnis had betekend aan een concurrerende fabrikant van geneesmiddelen [IEF 19490]. Het hof oordeelt in dit arrest dat geen sprake is van onrechtmatig handelen omdat AstraZeneca niet risicoaansprakelijk is, geen verwijtbaarheid toekomt en geen machtsmisbruik heeft gemaakt. Ook oordeelt het hof dat er geen sprake is van onrechtmatige verrijking omdat de door Menzis gestelde verrijking geen ongerechtvaardigd karakter heeft.

LS&R 2006

Verbodsvordering wordt afgewezen

10 dec 2021, LS&R 2006; ECLI:NL:RBDHA:2021:13616 (Bayer tegen Teva c.s.), https://lsenr.nl/artikelen/verbodsvordering-wordt-afgewezen

Vrz. Rechtbank Den Haag 10 december 2021, IEF 20399, LS&R 2006; ECLI:NL:RBDHA:2021:13616 (Bayer tegen Teva c.s.) Kort geding. Bayer brengt in Nederland het geneesmiddel Nexavar op de markt. Het werkzame bestanddeel van Nexavar is sorafenib. Bayer heeft op 3 december 2002 een internationale PCT-aanvraag ingediend, gepubliceerd onder nummer WO 579 voor ‘Aryl urea compounds in combination with other cytostatic or cytotoxic agents for treating human cancers’WO 579 is voortgezet als Europese octrooiaanvraag onder publicatienummer EP 799. Deze zaak ziet op een derde generatie divisional afsplitsing, te weten EP 255. EP 255 is verleend op 22 augustus 2012 onder inroeping van het prioriteitsdocument US 609 van 3 december 2001. EP 255 is van kracht tot 2 december 2022. Bayer beroept zich in deze zaak enkel op conclusie 12 van EP 255. Bayer vordert een verbod inbreuk te maken op het Nederlandse deel van EP 255. Teva c.s. stelt dat de door Bayer gevraagde voorziening moet worden geweigerd omdat een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat conclusie 12 in een bodemprocedure zal worden vernietigd. De voorzieningenrechter concludeert dat er een gerede kans aanwezig is dat het Nederlandse deel van conclusie 12 van EP 255 in een bodemprocedure nietig wordt bevonden. Dit voorlopig oordeel wordt ondersteund door zowel de Engelse als de Duitse beslissing in een bodemprocedure. Bij die stand van zaken wegen de belangen van Bayer niet op tegen die van Teva c.s. en zal de verbodsvordering worden afgewezen.

LS&R 2002

Cassatieberoepen Roka en Silife verworpen

Hoge Raad 19 nov 2021, LS&R 2002; ECLI:NL:HR:2021:1712 (Roka c.s. tegen Silife c.s.), https://lsenr.nl/artikelen/cassatieberoepen-roka-en-silife-verworpen

HR 19 november 2021, IEF 20373, LS&R 2002; ECLI:NL:HR:2021:1712 (Roka c.s. tegen Silife c.s.) Liquistone is rechthebbende van een octrooi van onder meer een octrooi dat de techniek voor het stabiliseren van siliciumzuur en de voortbrengselen van het stabiliseren van het siliciumzuur onder bescherming stelt. Liquistone en Silife Ltd. sloten in 2010 een exclusieve licentieovereenkomst. In 2013 sloten Liquistone en Roka een exclusieve licentieovereenkomst met betrekking tot hetzelfde octrooi. Roka c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. Silife c.s. hebben incidenteel cassatieberoep ingesteld. De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het principale en het incidentele cassatieberoep [IEF 20119]. De Hoge Raad verwerpt de cassatieberoepen.