HvJ EU: Claimsverordening ook van toepassing wanneer uiting zich uitsluitend tot vakkring richt

HvJ EU 14 juli 2016, LS&R ; RB 2743; ECLI:EU:C:2016:563; C-19/15 (Verband Sozialer Wettbewerb tegen Innova Vital)
Voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen – Artikel 1, lid 2 – Toepassingsgebied – Levensmiddelen die bestemd zijn om als zodanig aan de eindverbruiker te worden geleverd – Claims in commerciële mededelingen die uitsluitend aan beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg zijn gericht. HvJ EU:
Artikel 1, lid 2, van [claimsverordening], moet aldus worden uitgelegd dat de voedings- of gezondheidsclaims die worden gedaan in een commerciële mededeling betreffende een levensmiddel dat bestemd is om als zodanig aan de eindgebruiker te worden geleverd, binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen wanneer deze mededeling niet aan de eindgebruiker maar uitsluitend aan beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg is gericht.
Uitspraak ingezonden door Judith Krens en Theo Blomme, HOYNG ROKH MONEGIER.
Inbreuk door voorgevulde spuit en gebod tot verwijdering uit G-standaard

Vzr. Rechtbank Den Haag 27 juli 2016, IEF 16152; LS&R 1350; ECLI:NL:RBDHA:2016:8700 (AstraZeneca tegen Sandoz)
Octrooirecht. AstraZeneca brengt FASLODEX op de markt, een geneesmiddel voor toepassing op oestrogeenafhankelijke typen borstkanker met actieve stof fulvestrant die voorkomt dat oestrogeen de kankercellen bereikt. Ze is houdster van EP1250138B2. Het generieke product Fulvestrant Sandoz 50 mg/ml, is een oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit. De Sandoz fulvestrant is opgenomen in de zogenaamde G-Standaard. Er bestaat teveel twijfel dat de materie van conclusie 1 van het octrooi in een bodemprocedure niet-inventief zal worden geoordeeld, wanneer wordt uitgegaan van de meest nabije stand van de techniek uit destukken van Howell in combinatie met McLeskey. Er volgt een inbreukverbod en een plicht om de voorgevulde spuit per eerstvolgende keer dat dit redelijkerwijs mogelijk is, om uit de G-standaard te verwijderen.
Uitspraak ingezonden door Paul Marcelis en Mark van Gardingen, Brinkhof.
De vakman zou zonder inventieve denkarbeid tot verhoging van de concentratie van MTX-oplossing komen
643505.png)
Rechtbank Den Haag 27 juli 2016, IEF 16148; LS&R 1349; ECLI:NL:RBDHA:2016:8596 (Accord tegen Medac)
VRO. Verschilmaatregel en het technische effect. Accord is producent generieke geneesmiddelen, en heeft een vergunning voor methotrexaat 50mg/ml. Medac is houdster van EP2046332 voor geconcentreerde methotrexaatoplossingen). Het objectieve technische probleem waar de rechtbank in het navolgende dan ook van uit zal gaan, is dati te formuleren als ‘het ontwikkelen van een subcutaan toe te dienen formulering van MTX die de pijn veroorzaakt door het inspuiten van relatief grote volumes vermindert’. Naar het oordeel van de rechtbank zou de vakman (een 'skilled team' van een auto-immuunziektenarts en een formuleringsdeskundige) zonder inventieve denkarbeid (‘would’) komen tot een verhoging van de concentratie van de MTX-oplossing. De rechtbank vernietigt het Nederlandse deel van het octrooi omdat het niet inventief is. De reconventionele vorderingen worden afgewezen.
HvJ EU over het begrip communautaire veredelaars bij passieve veredeling en vermenging met tijdelijk uitgevoerde goederen

HvJ EU 21 juli 2016, IEF 16128; IEFbe 1347; LS&R 1874; C‑4/15; ECLI:EU:C:2016:580 (Staatssecretaris van Financiën tegen Argos)
Douanerecht. Veredelingsproducten (brandstof). De Hoge Raad wenst met name verduidelijking van het begrip „communautaire veredelaars” aangezien die economische voorwaarden betrekking hebben op het ontbreken van een ernstige schade voor de wezenlijke belangen van deze veredelaars. HvJ EU:
Artikel 148, onder c), van [Douaneverordening], moet aldus worden uitgelegd dat, om in het kader van een verzoek om een vergunning voor gebruikmaking van de regeling passieve veredeling te beoordelen of is voldaan aan de economische voorwaarden voor gebruikmaking van die regeling, niet alleen rekening moet worden gehouden met de wezenlijke belangen van communautaire producenten van soortgelijke producten als het eindproduct dat uit de voorgenomen veredelingshandelingen zou ontstaan, maar ook met die van communautaire producenten van soortgelijke producten als de niet-communautaire grondstoffen of halffabricaten die bestemd zijn om tijdens deze handelingen te worden vermengd met tijdelijk uitgevoerde communautaire goederen.
Conclusie AG: Nationaal verbod voor voedingssupplement met aminozuren is niet in strijd met levensmiddelenwetgeving

Conclusie AG HvJ EU 21 juli 2016, LS&R 1348; C-282/15 ; ECLI:EU:C:2016:589 (Queisser Pharma tegen Deutschland)
Voedselveiligheid – Wetgeving van lidstaten waarbij de vervaardiging en verhandeling van voedingssupplementen met aminozuren worden verboden – Discretionaire ontheffingsmogelijkheden. Conclusie AG: Vraag 1
De artikelen 34, 35 en 36 VWEU, gelezen in samenhang met artikel 14 van verordening nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden, verzetten zich niet tegen een nationale wettelijke regeling waarbij de vervaardiging of verwerking respectievelijk het in de handel brengen van een voedingssupplement met aminozuren wordt verboden, voor zover daarvoor niet onder bepaalde nadere feitelijke voorwaarden een tijdelijke ontheffing is verleend door de bevoegde nationale autoriteit, die ter zake over een discretionaire bevoegdheid beschikt.
Uitspraak ingezonden door Paul Marcelis en Gregor Vos, Brinkhof.
In brief aan ziekenhuisinkopers een concurrerend product als onveilig bestempelen

Vzr. Rechtbank Amsterdam 18 juli 2016, IEF 16116; LS&R 1346 (Becton Dickinson tegen B. Braun)
Reclame. Onrechtmatige uiting. Braun heeft aan inkopers van verschillende ziekenhuizen een brief gezonden met de strekking dat haar productontwerp is aangepast, naar aanleiding van een aanhangige octrooirechtprocedure, dat de VPS van Becton onveilig is, althans onveiliger dan haar VPS oud. Braun citeert daarbij tekst uit de procedure, deze dient zij te rectificeren.
Uitspraak ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird.
Scheidslijn van octrooilicenties functional foods en medische toepassing

Hof Den Haag 7 juni 2016, IEF 16106; IEFbe 1866; LS&R 1345; ECLI:NL:GHDHA:2016:3367 (Abylynx tegen Unilever) Zie eerder IEF 14519 en IEF 13316. Octrooirecht. Licenties. Uitleg 'gereserveerde sector'. Toepassing Belgisch/Nederlands recht. Unilever kreeg een licentie voor exploitatie van de Hamers-octrooien voor o.a. verpakte functional foods, Ablynx voor medische toepassingen. Het gaat over de scheidslijn van die twee gebieden. Het hof verklaart voor recht dat Unilever inbreuk maakt voor zover VHH Product een therapeutische of profylactische werking heeft ten aanzien van specifieke pathogenen. Het opleggen van een moratorium is te beschouwen als een vorm van schadevergoeding, het hof is van oordeel dat de verklaring voor recht voldoende is.
Vragen gesteld aan HvJ over betaling van bijdrage van de Staat voor medicijnen aan apotheker

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 25 februari 2016, LS&R ; C-229/16 (Lombo Silva Cordeiro)
Richtlijn betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties. Verzoeker is eigenaar van een apotheek. Hij start een zaak tegen POR MinVWS en de regionale gezondheidsdienst (verweerders) over het tijdstip van betaling van rekeningen voor de bijdrage van de nationale gezondheidsdienst. Hij meent dat het tijdstip in strijd is met POR regelgeving en met RL 2000/35. Hij vraagt veroordeling van verweerders tot betaling van de facturen binnen 30 dagen en een verbod op het beperken van de frequentie waarmee de rekeningen bij de gezondheidsdienst kunnen worden aangeboden.
Tussenstand gewichtsverlies René Froger wordt niet gekoppeld aan een tijdseenheid
RCC 2 juni 2016, RB 2739; LS&R 1343; dossier 2016/00406 (Omega Pharma tegen XL-S Medical)
Afwijzing. Gezondheid. Omega Pharma B.V./XL-S Medical; Rene Froger als tussenstand 8 kg afgevallen; strijd claimsverordening. Volgens de Nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) zijn dergelijke claims niet toegestaan. Klager verwijst naar “nvwa.nl”. Hier staat, zo stelt klager:
“Niet toegestaan zijn: suggereren of impliceren dat door gebruik van het product met een bepaalde snelheid en/of hoeveelheid gewicht wordt verloren. Voorbeelden hiervan zijn: 'zij verloor 10 kg in 4 weken', 'snel en verantwoord afvallen (…): en 'bereik je streefgewicht'. Ook testimonials en foto's ‘voor' en 'na' gebruik van een product die gewichtsverlies impliceren zijn niet toegestaan. Deze beperking is te begrijpen vanuit het standpunt dat de snelheid en/of mate van gewichtsverlies niet alleen afhankelijk is van het gebruik van een product, maar ook afhankelijk is van bijvoorbeeld wat die consument nog meer eet, de hoeveelheid lichaamsbeweging en de genetische aanleg”.
KOAG/KAG; In de tag-on wordt het vermelde gewichtsverlies steeds aangepast aan de resultaten die René Froger tot dan toe heeft geboekt. Dat is de reden dat het gewichtsverlies in het onderhavige geval is gewijzigd van -3 kg naar -8 kg.
Octrooi anti-lichaam in een geneesmiddel voor kankerbehandeling geldig

Rechtbank Den Haag 29 juni 2016, IEF 16075; LS&R 1342; ECLI:NL:RBDHA:2016:7363 (MSD tegen ONO)
Octrooirecht. Ono is houdster van Europees octrooi EP1537878 genaamd 'immunopotentiating compositions' voor het gebruik van een anti-PD-1 antibody in een geneesmiddel voor kankerbehandeling. Dat in Prioriteit I geen antilichamen openbaart die de wisselwerking tussen PD-1 en PD-L2 remmen doet er niet toe, het octrooi zich beperkt tot antilichamen die het immuunonderdrukkende effect van PD-1 remmen. De conclusies van EP 878 zijn dus niet breder dan Prioriteit I. Het NL deel van EP878 blijft ongewijzigd, zonder hulpverzoeken, in stand. Het octrooi is geldig. In reconventie: octrooiinbreuk door MSD.