LS&R 2328
10 november 2025
Uitspraak

Preferentiebeleid voor pancreatine toegestaan

 
LS&R 2327
10 november 2025
Uitspraak

Vordering Mylan tegen preferentiebeleid pancreatine afgewezen wegens uitwisselbaarheid Micrazym–Creon

 
LS&R 2326
6 november 2025
Artikel

UNION-IP Extraordinary UPC SEMINAR

 
LS&R 2328

Preferentiebeleid voor pancreatine toegestaan

Rechtbank Rotterdam 24 okt 2025, LS&R 2328; ECLI:NL:RBROT:2025:12570 (Mylan c.s. tegen DSW c.s. en Nordmark), https://lsenr.nl/artikelen/preferentiebeleid-voor-pancreatine-toegestaan

Rb. Rotterdam 24 oktober 2025, LS&R 2328; ECLI:NL:RBROT:2025:12570 (Mylan c.s. tegen DSW c.s. en Nordmark). Mylan (Mylan Healthcare B.V. en Mylan B.V.) spande een kort geding aan tegen DSW Zorgverzekeraar en Stad Holland over het preferent aanwijzen van Pantriozyme (Nordmark) en het uitsluiten van Creon 25.000 per 1 januari 2026. Nordmark voegde zich aan de zijde van de verzekeraars. Mylan vorderde dat het exclusieve preferentiebeleid zou worden verboden, althans dat Creon vergoed zou blijven of zelf als preferent middel zou worden aangewezen. De voorzieningenrechter schetst het kader van het kort geding en het verloop (dagvaarding, stukken, zitting) en wijst de vorderingen af.

LS&R 2327

Vordering Mylan tegen preferentiebeleid pancreatine afgewezen wegens uitwisselbaarheid Micrazym–Creon

Rechtbank Den Haag 30 okt 2025, LS&R 2327; ECLI:NL:RBDHA:2025:20203 (Mylan tegen Zilveren Kruis en Allgen), https://lsenr.nl/artikelen/vordering-mylan-tegen-preferentiebeleid-pancreatine-afgewezen-wegens-uitwisselbaarheid-micrazym-creon

Rb. Den Haag 30 oktober 2025, LS&R 2327; ECLI:NL:RBDHA:2025:20203 (Mylan tegen  Zilveren Kruis en Allgen). De Rechtbank Den Haag wijst de vorderingen van Mylan (Creon) tegen Zilveren Kruis af over het preferentiebeleid voor pancreatine 25.000. Zilveren Kruis voerde inkoop 2025–2027 met de eis van “absolute uitwisselbaarheid”, toegelicht als: een apotheker moet zonder tussenkomst van de voorschrijver kunnen wisselen, niet: chemische identiekheid. Allgen (Micrazym) won voorlopig (22 aug. 2025) voor 1 maart 2026–31 dec. 2027. De rechter stelt voorop: preferentiebeleid is toegestaan (Zvw/Bzv), mits het aangewezen middel voldoende uitwisselbaar is en bij medische noodzaak kan worden afgeweken. Mylan heeft bovendien haar rechten verwerkt door bezwaren niet vóór de in de leidraad gestelde vragen-deadline (4 juli 2025) te melden.

LS&R 2326

UNION-IP Extraordinary UPC SEMINAR

Dear IP practitioner,

You are cordially invited to attend to our extraordinary UPC seminar in Brussels on 27 November 2025 (Brochure: https://tinyurl.com/upc-sem). This seminar is organised by our IP Litigation Commission, with the support of the UNION-IP BE national group and the Belgian Federal Public Service Economy.

During this seminar we will explore cross-border patent litigation from various perspectives and jurisdictions, and identify the best practices for optimising the use of the tools provided by the Unified Patent Court (UPC) and the Brussels Regulation.

Don't miss this opportunity to learn from judges, professors, attorneys-at-law and experienced UPC representatives!

This seminar is FREE OF CHARGE but strictly limited to 100 attendants. To register for this event, please complete the following online form: https://tinyurl.com/bru-upc.

I look forward to seeing you in Brussels!

LS&R 2325

Op 13 November start de zesde editie van de Mr. S.K. Martens Academie

In november starten we weer: de Mr. S.K. Martens Academie.

Na een geslaagde afsluiting van de vijfde editie op 25 september, begint binnenkort de zesde editie van de Mr. S.K. Martens Academie.

De Mr. S.K. Martens Academie is dé specialisatieopleiding voor juristen met interesse in het intellectueel eigendoms- en procesrecht. In acht volledige dagen en vier halve online sessies verdiept u zich in onderwerpen als auteursrecht, merkenrecht, procesrecht, handhaving, slaafse nabootsing, praktisch procederen, AI en octrooirecht. 

We trappen dit jaar af met een dag volledig gewijd aan het auteursrecht. Daarna volgen andere actuele thema’s, besproken door specialisten uit de praktijk en wetenschap.

Wilt u nog aansluiten? Dat kan nog. Neem dan snel contact met ons op

LS&R 2324

Stage: Juridisch redacteur

Wil jij je als student verdiepen in de laatste ontwikkelingen binnen de vakgebieden Intellectuele Eigendom, ICT-recht en Privacy?

Kom dan stagelopen bij deLex! DeLex is een juridische uitgeverij gericht op juridische professionals in deze vakgebieden. Zo beheren wij de online databases IE-forum.nl en ITenrecht.nl, geven we een aantal vakbladen uit en verzorgen we congressen en andere opleidingen. We zoeken doorlopend stagiairs en gaan graag met je in overleg over de data. 

LS&R 2323

CBB: opzet toerekenbaar bij spuitfout loonbedrijf

College van Beroep voor het Bedrijfsleven 14 okt 2025, LS&R 2323; ECLI:NL:CBB:2025:556 ([naam 1] tegen de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur), https://lsenr.nl/artikelen/cbb-opzet-toerekenbaar-bij-spuitfout-loonbedrijf

CBB 14 oktober 2025, LS&R 2323; ECLI:NL:CBB:2025:556 ([naam 1] tegen de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur). Het College van Beroep voor het bedrijfsleven behandelt het beroep van een landbouwmaatschap tegen een door de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur opgelegde GLB-randvoorwaardenkorting van 30% over alle in 2022 aangevraagde subsidies. Aanleiding was dat een ingehuurd loonbedrijf op 28 april 2022 Cirran en Tapir heeft gespoten; bij controle op 3 mei 2022 constateerde het waterschap over circa 518 meter “vergroeiingsverschijnselen” op taluds, vastgelegd in een rapport van 18 januari 2023 met foto’s en verklaringen van de loonwerker (die aangaf dat tijdens het werk plotseling stevige wind opstak). Het College acht de bevindingen van de toezichthouder betrouwbaar, ook al is het rapport niet op ambtseed opgemaakt, en stelt vast dat artikel 55 van Verordening 1107/2009 is geschonden (juist gebruik volgens etiket/goed landbouwkundige praktijk), wat binnen de randvoorwaarden van Verordening 1306/2013 tot korting leidt. Omdat de maatschap geen specifieke instructies gaf en geen toezicht hield, is (voorwaardelijk) opzet aan de begunstigde toe te rekenen op basis van HvJ EU Van der Ham (C-396/12).

LS&R 2321

Uitspraak ingezonden door Martijn de Lange, OCNL.

De stof durvamulab valt niet onder de eisen van artikel 3 onder a) van de ABC-verordening

15 okt 2025, LS&R 2321; SGR 22/1516 OCT'5 (Dana-Farber c.s. tegen OCNL), https://lsenr.nl/artikelen/de-stof-durvamulab-valt-niet-onder-de-eisen-van-artikel-3-onder-a-van-de-abc-verordening

Rb. Den Haag 15 oktober 2025, IEF 23014; LS&R 2321; SGR 22/1516 OCT'5 (Dana-Farber c.s. tegen OCNL). In 2000 heeft Dana-Farber een Europees octrooi aangevraagd, deze is in 2015 verleend. Het basisoctrooi beschrijft dat het eiwit PD-1, dat voorkomt op het oppervlak van immuuncellen, een receptor is voor het eiwit B7-4 (later PD-L1), dat voorkomt op het oppervlak van veel menselijke cellen. Deze binding zorgt ervoor dat een immuunreactie uitblijft. Het basisoctrooi beschrijft dat modulatie van PD-1, B7-4 en/of de interactie daartussen resulteert in modulatie van de immuunrespons. De immuunrespons kan verminderen of vermeerderen, afhankelijk van de behandeling van aandoeningen waarbij dat voordelig kan zijn. Dana-Farber heeft niet-exclusieve licentieovereenkomsten gesloten met drie verschillende bedrijven. Die bedrijven kunnen op basis van het basisoctrooi antilichamen ontwikkelen voor geneesmiddelen. AstraZeneca heeft een geneesmiddel ontwikkeld voor de behandeling van niet-kleincellige longkanker (NSCLC) met durvalumab als werkzame stof. Zij hebben hiervoor een handelsvergunning gekregen. Roche Registration heeft een geneesmiddel ontwikkeld met atezolizumab als werkzame stof. Merck KGaA met avelumab. Op 19 maart 2017 heeft Dana-Farber c.s. een aanvraag gedaan voor een aanvullend beschermingscertificaat voor het product durvalumab (en de andere twee stoffen) OCNL heeft deze aanvraag afgewezen. Dana-Farber c.s. is tegen die beslissingen in beroep gekomen. Ook dit heeft OCNL afgewezen. Dana-Farber c.s. stapte naar de rechter. Volgens de rechter is niet in het geschil of de aanvraag aan de voorwaarden van artikel 3 onder b), c) en d) van de ABC-verordening voldoet. Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag of in dit geval aan artikel 3 onder a) van de ABC-verordening is voldaan, wordt het product (durvalumab) beschermd door het basisoctrooi. Eén van de onderwerpen van het basisoctrooi is het gebruik van anti-B7-4-antilichamen voor het moduleren van een immuunreactie en voor het behandelen van individuen met een tumor, neurologische – of immunosuppressieve aandoening. In het basisoctrooi wordt durvalumab niet genoemd als een voorbeeld van een geschikt anti-B7-4-antilichaam. Maar het voldoet wel aan de algemene functionele definitie van anti-B7-4 antilichamen in de conclusies. 

LS&R 2319

Isala aansprakelijk voor tekortschieten in neurologische zorg

Hof Arnhem-Leeuwarden 16 sep 2025, LS&R 2319; ECLI:NL:GHARL:2025:5652 ([appellante] tegen Isala), https://lsenr.nl/artikelen/isala-aansprakelijk-voor-tekortschieten-in-neurologische-zorg

Hof Arnhem-Leeuwarden 16 september, LS&R 2319; ECLI:NL:GHARL:2025:5652 ( [appellante] tegen Isala). Het hof behandelt een medische-aansprakelijkheidszaak van [appellante] tegen Stichting Isala Klinieken. [appellante] verwijt twee neurologen van Isala dat zij in 2005 en 2010 geen (dan wel te laat) diagnose Multiple Sclerose (MS) stelden, haar daarna niet actief bleven monitoren, een onvolledig medisch dossier aan het VUmc gaven voor een second opinion, en in 2017 de behandelrelatie abrupt beëindigden zonder passende overdracht. Zij vordert een verklaring voor recht en schadevergoeding. De rechtbank had Isala al toerekenbare tekortkoming verweten en naar de schadestaat verwezen (ECLI:NL:RBNNE:2024:1858); beide partijen gaan in hoger beroep. Tijdens het hoger beroep overlijdt [appellante]; haar erfgenamen zetten de procedure voort. Het hof stelt voorop dat op grond van art. 7:453 BW (zorg van een goed hulpverlener) en art. 7:462 BW (ziekenhuisaansprakelijkheid) Isala aansprakelijk kan zijn voor tekortschieten van de behandelend artsen. Het hof komt, deels op andere gronden dan de rechtbank, tot aansprakelijkheid van Isala voor de tekortkomingen die het onder andere in r.o. 3.83 formuleert: mislopen/uitsluiten van de MS-diagnose in 2005 en 2010, ontbreken van actieve follow-up na 2010, onvolledig dossier richting VUmc en het onzorgvuldig beëindigen van de behandelrelatie in 2017. Het hof acht ook aannemelijk dat het plots beëindigen van de behandeling nadelig uitwerpt voor de zorg (o.a. uitblijven van symptomatische behandeling) en wijst het verweer af dat geen ingebrekestelling was gedaan voor het ontbreken van dossierstukken. Daarmee is Isala op grond van art. 7:462 BW aansprakelijk voor deze tekortkomingen.

LS&R 2320

Niet-gecontracteerde zorg: prijsbeding houdt stand, incasso-/rentebeding oneerlijk

Rechtbank Amsterdam 11 sep 2025, LS&R 2320; ECLI:NL:RBAMS:2025:6728 (Infomedics tegen [gedaagde]), https://lsenr.nl/artikelen/niet-gecontracteerde-zorg-prijsbeding-houdt-stand-incasso-rentebeding-oneerlijk

Rb. Amsterdam 11 september 2025, LS&R 2320; ECLI:NL:RBAMS:2025:6728 (Infomedics tegen [gedaagde]). De kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam wijst op 11 september 2025 vonnis in een incassozaak van Infomedics B.V. (namens ziekenhuis Acibadem) tegen een patiënt over een openstaande zorgfactuur. Omdat sprake is van een niet-gecontracteerde zorgverlener, toetst de rechter ambtshalve het prijsbeding aan Richtlijn 93/13/EEG: het beding is niet transparant (de uiteindelijke prijs staat vooraf niet vast en de patiënt kan die niet zelf achterhalen), maar niet oneerlijk omdat Acibadem het deel dat de zorgverzekeraar niet vergoedt coulant crediteert. Daardoor betaalt de consument uiteindelijk alleen de door de verzekeraar uitgekeerde vergoeding plus het verrekende eigen risico. In dit concrete geval moet de gedaagde € 433,91 voldoen (eigen risico € 299,62 + ontvangen vergoeding € 134,29), waarvan al € 184,60 is betaald; nog verschuldigd blijft € 249,31. De vordering voor het niet-vergoede deel (€ 325,09) wordt afgewezen, omdat dit volgens het stappenplan wordt kwijtgescholden en niet is aangetoond dat deze coulanceregeling vervalt bij overdracht aan de deurwaarder.