LS&R 2300
16 juni 2025
Artikel

deLex zoekt Juridisch eindredacteur (32 uur)

 
LS&R 2301
23 juni 2025
Uitspraak

Enzalutamide: rechtbank bevestigt geldigheid van Europees octrooi en ABC met betrekking tot enzalutamide

 
LS&R 2299
11 juni 2025
Uitspraak

Beslissing van het Bundespatentgericht over een Europees octrooi met betrekking tot enzalutamide: motivering van de beslissing

 
LS&R 2301

Uitspraak ingezonden door Frank Eijsvogels, HOYNG ROKH MONEGIER.

Enzalutamide: rechtbank bevestigt geldigheid van Europees octrooi en ABC met betrekking tot enzalutamide

18 jun 2025, LS&R 2301; (Accord tegen Astellas en Sandoz tegen Astellas), https://lsenr.nl/artikelen/enzalutamide-rechtbank-bevestigt-geldigheid-van-europees-octrooi-en-abc-met-betrekking-tot-enzalutamide

Rb. Den Haag 18 juni 2025, IEF 22762, LSR 2301; C/09/654970 (Accord tegen Astellas en Sandoz tegen Astellas). The Regents of the University of California en Astellas hebben met succes de geldigheid verdedigd van Europees octrooi EP 1 893 196 B2 en SPC 300632 met betrekking tot de werkzame stof enzalutamide. The Regents of the University of California is houder van deze rechten. Astellas is houder van een exclusieve sublicentie. Enzalutamide vormt de basis voor het geneesmiddel Xtandi®, een geneesmiddel dat zeer succesvol is gebleken bij de levensverlengende behandeling van prostaatkanker. De androgeenreceptor (AR), die de groei van tumorcellen stimuleert, speelt een essentiële rol in de strijd tegen prostaatkanker. Het is noodzakelijk om de activiteit van de AR te verminderen. Een bekende behandeling van de ziekte is bijvoorbeeld androgeendeprivatietherapie, waarbij de AR wordt geblokkeerd door anti-androgenen. Bij hormoongevoelige prostaatkanker kan overexpressie van de AR leiden tot hormoonresistente prostaatkanker. Bovendien is aangetoond dat bij hormoonresistente prostaatkanker overexpressie van de AR ervoor zorgt dat anti-androgenen (zoals bicalutamide) veranderen van antagonisten in agonisten (een AR-antagonist remt de AR- activiteit en een AR-agonist stimuleert de AR-activiteit).

LS&R 2300

deLex zoekt Juridisch eindredacteur (32 uur)

Heb je een juridische achtergrond en een passie voor schrijven en publiceren? Wil je werken op het snijvlak van intellectueel eigendomsrecht, ICT-recht en AI-recht? Dan ben jij misschien de nieuwe juridisch eindredacteur die we zoeken.

Je onderzoekt en analyseert relevante juridische ontwikkelingen op het gebied van IE-, ICT- en AI-recht en vertaalt deze naar toegankelijke publicaties voor een professioneel juridisch publiek. Daarnaast begeleid je auteurs, onderhoud je contact met juridische professionals, stuur je stagiairs aan en draag je bij aan het uitgeven van boeken en organiseren van events. Je bent nauwkeurig, zelfstandig én een teamspeler, met gevoel voor taal en interesse in juridische actualiteit.

Meer weten over de vacaturen of solliciteren? Klik op lees meer. 

LS&R 2299

Beslissing van het Bundespatentgericht over een Europees octrooi met betrekking tot enzalutamide: motivering van de beslissing

8 apr 2025, LS&R 2299; (Hexal, Accord, Synthon en STADA tegen The Regents of the University of California en Astellas), https://lsenr.nl/artikelen/beslissing-van-het-bundespatentgericht-over-een-europees-octrooi-met-betrekking-tot-enzalutamide-motivering-van-de-beslissing

Bundespatentgericht 8 april 2025, IEF 22742, LS&R 2299 (Hexal, Accord, Synthon en STADA tegen The Regents of the University of California en Astellas). Op 15 april 2025 is een bericht gepubliceerd over de beslissing van het Bundespatentgericht van 8 april 2025 in de zaak tussen, enerzijds, Hexal, Accord, Synthon en STADA en, anderzijds, The Regents of the University of California (houder van Europees octrooi EP 1 893 196 B2 met betrekking tot de werkzame stof enzalutamide) en Astellas (houder van een exclusieve sublicentie met betrekking tot het octrooi) [zie IEF 22655]. Enzalutamide vormt de basis voor het geneesmiddel Xtandi®, een geneesmiddel dat zeer succesvol is gebleken bij de levensverlengende behandeling van prostaatkanker. De motivering van die beslissing is nu beschikbaar.

LS&R 2273

AI-Forum gelanceerd: hét platform voor AI en recht

De ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI) gaan razendsnel, en de juridische impact ervan is niet te onderschatten. Hoe verhouden AI-beslissingen zich tot aansprakelijkheidsrecht? Wat betekent AI voor privacy en databescherming? En hoe zit het met auteursrecht op door AI gegenereerde content? Deze en vele andere vragen komen aan bod op AI-Forum, het nieuwe platform van deLex waar expertise en actualiteit samenkomen. 

LS&R 2298

Nederlands Octrooicongres op dinsdag 10 juni 2025. Hebt u zich al aangemeld?

De uitspraak in de BSH/Electrolux-zaak over internationale bevoegdheid binnen het Europese octrooirecht laat zien: het speelveld verandert snel en de gevolgen voor procederen over (grensoverschrijdende) inbreuk zijn groot. Wat zijn de reikwijdte en grenzen van het UPC? Hoe positioneert het nationale recht zich daartegenover?

Tijdens het Nederlands Octrooicongres op dinsdag 10 juni 2025, dat plaatsvindt onder leiding van Peter Blok en Gertjan Kuipers, staan we uitgebreid stil bij de BSH/Electrolux-zaak. Daarnaast geven Willem Hoyng en Bart van den Broek u een overzicht van spraakmakende UPC-zaken. Niemand minder dan UPC-rechters Rian Kalden en András Kupecz leveren commentaar.

Onderwerpen als hulpverzoeken, SEP’s en SPC’s worden ook niet overgeslagen. De nationale jurisprudentie wordt besproken en Frédéric Bostedt geeft een overzicht van de meest spraakmakende uitspraken van het Europees Octrooibureau.

Aanmelden is nog mogelijk en kan via deze link. Klik hier voor meer informatie.

LS&R 2296

Prestige moet interne auditstukken over afgebroken onderhandelingen met BioConnection verstrekken

Rechtbank Oost-Brabant 11 mrt 2025, LS&R 2296; ECLI:NL:RBOBR:2025:1151 (BioConnection tegen Prestige), https://lsenr.nl/artikelen/prestige-moet-interne-auditstukken-over-afgebroken-onderhandelingen-met-bioconnection-verstrekken

Rb. Oost-Brabant 11 maart 2025, LSR 2296; ECLI:NL:RBOBR:2025:1151 (BioConnection tegen Prestige). BioConnection, een Europese aanbieder van farmaceutische productiefaciliteiten, en Prestige Biologics (hierna: Prestige), onderdeel van een Koreaanse farmaceutische groep, voerden van december 2022 tot maart 2023 onderhandelingen over de productie van het geneesmiddel Trastuzumab. In januari 2023 ondertekenden partijen een Price Quotation en een Slot Confirmation Letter. Prestige voerde op 30 en 31 januari 2023 een audit uit bij BioConnection. Kort daarna beëindigde Prestige de onderhandelingen, waarna BioConnection aanzienlijke kosten maakte door het niet kunnen benutten van gereserveerde productiecapaciteit. Prestige weigerde de facturen van BioConnection te betalen. BioConnection verzoekt de rechtbank om Prestige te veroordelen tot het verstrekken van afschrift van, dan wel inzage in, de resultaten van de audit en alle interne correspondentie over de audit, op straffe van een dwangsom. Daarnaast vordert BioConnection vergoeding van de proceskosten. 

LS&R 2295

Geneeskundige behandelingsovereenkomst gedeeltelijk ontbonden wegens tekortkoming van Het Rughuis

Rechtbank Rotterdam 21 feb 2025, LS&R 2295; ECLI:NL:RBROT:2025:2589 (Het Rughuis tegen gedaagde), https://lsenr.nl/artikelen/geneeskundige-behandelingsovereenkomst-gedeeltelijk-ontbonden-wegens-tekortkoming-van-het-rughuis

Rb. Rotterdam 21 februari 2025, LSR 2295; ECLI:NL:RBROT:2025:2589 (Het Rughuis tegen gedaagde). Tussen Het Rughuis en gedaagde is in 2022 een geneeskundige behandelingsovereenkomst gesloten na verwijzing door de huisarts. Het Rughuis heeft behandelingen uitgevoerd en daarvoor ruim € 10.000 aan gedaagde gefactureerd, waarvan het grootste deel onbetaald is gebleven. Gedaagde stelt dat hij niet voldoende is geïnformeerd over de kosten van de behandeling voorafgaand aan de overeenkomst. Het Rughuis vordert betaling van de openstaande facturen, vermeerderd met rente en kosten, en veroordeling van gedaagde in de proceskosten. De rechter oordeelt dat Het Rughuis haar wettelijke informatieplicht heeft geschonden door gedaagde niet tijdig en duidelijk te informeren over de tarieven van de behandelingen, zoals vereist op grond van artikel 7:448 lid 1 BW, artikel 38 lid 1 Wet marktordening gezondheidszorg en de Regeling transparantie zorgaanbieders. Door deze schending kon gedaagde geen weloverwogen keuze maken en werd hij pas na afloop van de behandelingen geconfronteerd met de hoge kosten. De rechter acht de tekortkoming van Het Rughuis ernstig genoeg om de behandelingsovereenkomst gedeeltelijk te ontbinden, namelijk voor zover het de betalingsverplichting van gedaagde betreft. De vorderingen van Het Rughuis worden afgewezen en Het Rughuis wordt veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van gedaagde.

LS&R 2294

Voorkeursbeleid CDK4/6-remmers onrechtmatig, zorgverzekeraars mogen ziekenhuizen niet sturen op gebruik palbociclib

Rechtbank Gelderland 25 feb 2025, LS&R 2294; ECLI:NL:RBGEL:2025:1468 (Novartis tegen Nederlandse zorgverzekeraars), https://lsenr.nl/artikelen/voorkeursbeleid-cdk4-6-remmers-onrechtmatig-zorgverzekeraars-mogen-ziekenhuizen-niet-sturen-op-gebruik-palbociclib

Rb. Gelderland 25 februari 2025, LSR 2294; ECLI:NL:RBGEL:2025:1468 (Novartis tegen Nederlandse zorgverzekeraars). Novartis en andere farmaceuten hebben in Nederland CDK4/6-remmers op de markt gebracht voor de behandeling van hormoongevoelige, uitgezaaide borstkanker. Drie middelen (palbociclib, ribociclib en abemaciclib) zijn geregistreerd en worden door ziekenhuizen ingekocht. Gedaagden zijn Nederlandse zorgverzekeraars. Deze zorgverzekeraars, verenigd in het Clean Team van Zorgverzekeraars Nederland (ZN), hebben een gezamenlijke inkoopronde georganiseerd met als doel één voorkeursmiddel aan te wijzen op basis van de laagste prijs per verpakking. Palbociclib werd als voorkeursmiddel geselecteerd, waarbij financiële prikkels worden ingebouwd om ziekenhuizen te stimuleren dit middel voor te schrijven en het gebruik van de andere middelen te ontmoedigen. Novartis c.s. vorderen een verbod op het voortzetten van het voorkeursbeleid voor CDK4/6-remmers, met name het sturen op het voorschrijven van palbociclib en het ontmoedigen van ribociclib en abemaciclib. Zij stellen dat de middelen niet therapeutisch gelijkwaardig zijn en dat de prijsvergelijking niet objectief en discriminerend is. Daarnaast wordt gevorderd dat zorgverzekeraars alle zorginstellingen informeren over het verbod op het voorkeursbeleid.

LS&R 2297

Uitspraak ingezonden door Martijn de Lange, Octrooicentrum Nederland, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Geen onderscheid tussen humaan en veterinair gebruik voor vereiste van eerste handelsvergunning van artikel 3 onder d van de ABC-verordening

14 mei 2025, LS&R 2297; ECLI:NL:RBDHA:2025:8206 (Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH tegen Octrooicentrum Nederland), https://lsenr.nl/artikelen/geen-onderscheid-tussen-humaan-en-veterinair-gebruik-voor-vereiste-van-eerste-handelsvergunning-van-artikel-3-onder-d-van-de-abc-verordening

Rb. Den Haag 14 mei 2025, IEF 22707, LS&R 2297; ECLI:NL:RBDHA:2025:8206 (Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH tegen Octrooicentrum Nederland). Boehringer is houder van octrooi EP 479, getiteld Ciclesonide for the treatment of airway disease in horses. Daarnaast heeft Boehringer een handelsvergunning voor Aservo. Hiervan is ciclesonide de werkzame stof en het is bedoeld voor diergeneeskundig gebruik. Op bovenstaande handelsvergunning en op EP 479 heeft Boehringer haar aanvraag voor een aanvullend beschermingscertificaat (hierna: ABC) voor ciclesonide gebaseerd. Het Octrooicentrum Nederland (hierna: OCNL) wees dit af, omdat Aservo niet de eerste handelsvergunning voor ciclesonide als geneesmiddel was, want Alvesco, een handelsvergunning van Covis Pharma Europe B.V. voor een humaan geneesmiddel, was eerder. Hiermee zou niet zijn voldaan aan het vereiste van artikel 3 onder d van de ABC-verordening, namelijk dat de handelsvergunning voor het product waarvoor een ABC wordt aangevraagd de eerste handelsvergunning voor dat product als geneesmiddel is.

LS&R 2293

Bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor selectieve betalingen ten nadele van schuldeiser Medice

Rechtbank Den Haag 4 mrt 2025, LS&R 2293; ECLI:NL:RBDHA:2025:3194 (Medice tegen gedaagden c.s.), https://lsenr.nl/artikelen/bestuurders-hoofdelijk-aansprakelijk-voor-selectieve-betalingen-ten-nadele-van-schuldeiser-medice

Rb. Den Haag 4 maart 2025, LSR 2293; ECLI:NL:RBDHA:2025:3194 (Medice tegen gedaagden c.s.). Medice, een Duitse producent van medicijnen, had een overeenkomst met B-Medical B.V. voor de verkoop van medicijnen in Nederland. B-Medical kwam haar betalingsverplichtingen jegens Medice niet na en keerde in 2021 aanzienlijke managementvergoedingen uit aan haar bestuurders ([gedaagde partij, sub 1] B.V. en [gedaagde partij, sub 2]), terwijl de vordering van Medice onbetaald bleef. Na het faillissement van B-Medical stelde Medice de bestuurders aansprakelijk wegens onrechtmatige selectieve betalingen. Medice vordert in deze schadestaatprocedure hoofdelijke veroordeling van de bestuurders tot betaling van € 342.926,10 aan schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De schade zou volgens Medice gelijk zijn aan haar aandeel in de selectieve betalingen, indien de gelijkheid van schuldeisers was gerespecteerd.