Maskers Dieha Capital voldoen niet aan norm
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 26 juli 2023, LS&R 2201; ECLI:NL:RBZWB:2023:5722 (Solmed Supplies/Dieha Capital) In deze zaak oordeelt de rechtbank over mondmaskers die door Dieha Capital aan Solmed Supplies zijn geleverd. Deze zouden niet voldoen aan de EN 14683-norm. Solmed Supplies stelt dat hierdoor een wezenlijke tekortkoming in de nakoming bestaat, die ontbinding rechtvaardigt, wat Dieha Capital ontkent. Als Solmed Supplies ontbinding vordert, doet de rechtbank eerst een deskundigenbericht plaatsvinden. Uit dit bericht blijkt dat de mondmaskers niet voldoen aan de normen. Solmed Supplies vordert nog steeds ontbinding van de overeenkomsten tussen partijen en een schadevergoeding.
Hof benoemt deskundige in zaak tussen VGZ en MediReva
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 2 augsutus 2022, LS&R 2200; ECLI:NL:GHARL:2022:6787 (Eisers/MediReva) In dit geschil buigt het hof zich over de vraag of VGZ, appellanten in het geschil, gehouden zijn om de lijmrestverwijderaars die door MediReva worden verstrekt aan hun verzekerden te vergoeden. MediReva produceert en verkoopt een middel om lijmresten van een stoma weg te halen. VGZ beschouwt dit middel als een schoonmaakmiddel dat buiten het basispakket valt. MediReva is het daar niet mee eens en start een procedure, waarbij zij in eerste aanleg gelijk krijgt. VGZ gaat in beroep. In onderhavige tussenuitspraak laten partijen zich uit over de deskundigenbenoeming van het hof.
Boetebesluit voor desinfectiemiddel herroepen
College van Beroep voor het Bedrijfsleven 15 augustus, LS&R 2199, ECLI:NL:CBB:2023:425 (Appellant/Minister van Infrastructuur en Waterstaat) Bestuursrecht. In deze zaak oordeelt het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (hierna: CBB) over het hoger beroep ingesteld door appellant tegen een eerdere uitspraak. Appellant exploiteert een reinigings- en ontsmettingsplaats voor vrachtwagens waar dieren mee zijn vervoerd. Het desinfectiemiddel dat hij daarvoor gebruikte voldeed niet aan de gestelde minimumeisen, zo bleek uit een monster dat uit de spuitlans is afgenomen. Hier heeft appellant een boete voor gekregen. De rechtbank heeft dit besluit vernietigd en de boete gehalveerd. In hoger beroep stelt appellant dat het monster in strijd met de werkinstructie van de NVWA is genomen, terwijl de monsters die wel in navolging van deze werkinstructie zijn genomen aan de norm voldeden. De minister van Infrastructuur en Waterstaat stelt daartegenover dat het voor rekening en risico van appelant komt hoe deze het desinfectiemiddel aanmaakt en de gebruiksconcentratie daarvan controleert.
Conclusie P-G: AstraZeneca handelde niet onrechtmatig in haar handhaving
Parket bij de Hoge Raad 9 juni 2023, IEF 21571, LS&R 2196, ECLI:NL:PHR:2023:580 (Menzis/AstraZeneca) De vraag die P-G Van Peursem in deze conclusie beantwoordt is of AstraZeneca onrechtmatig jegens een zorgverzekeraar (Menzis) heeft gehandeld door een achteraf nietig bevonden octrooi tegen een concurrent te handhaven, nu de zorgverzekeraar achteraf gebleken een preferentiebeleid met betrekking tot generieke varianten van een medicijn had kunnen voeren. Bij de Hoge Raad stelt Menzis dat AstraZeneca onrechtmatig heeft gehandeld en onrechtmatig verrijkt is door haar (gesteld onrechtmatige) handhaving.
Najaarsagenda 2023
Nu even pauze, in september gaan de opleidingen weer van start. Noteert u de data alvast? Aanmelden kan via de website.
Gerecht EU: merk Omegor komt ten einde
Gerecht EU 28 juni 2023, IEF 21526, LS&R 2194, ECLI:EU:T:2023:360 (UGA Nutraceuticals/EUIPO) In deze zaak buigt het Gerecht zich over de vraag of het EUIPO correct heeft geoordeeld in het geschil tussen UGA Nutraceuticals (hierna: UGA) en BASF. UGA probeerde in 2019 het woordmerk 'OMEGOR VITALITY' te registreren. BASF komt hiertegen in opstand, als houder van het woordmerk 'Omacor', en krijgt gelijk van het EUIPO omdat de twee merken hetzelfde publiek aanspreken en genoeg overeenkomen om verwarringsgevaar te doen ontstaan. UGA komt in opstand tegen deze beslissing en verzoekt vernietiging van de uitspraak van het EUIPO.
Charlotte Vrendenbarg benoemd tot hoogleraar aan de Radboud Universiteit
Charlotte Vrendenbarg benoemd tot hoogleraar Burgerlijk recht, in het bijzonder Intellectueel Eigendomsrecht
Charlotte Vrendenbarg wordt per 1 september 2023 benoemd tot hoogleraar aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Radboud Universiteit met als leeropdracht Burgerlijk recht, in het bijzonder Intellectueel Eigendomsrecht.
Het onderzoek van Charlotte Vrendenbarg is gericht op de volle breedte van het intellectueel eigendomsrecht (IE). In haar publicaties zoekt zij de verbinding tussen het intellectueel eigendomsrecht en andere rechtsgebieden, waaronder het EU-recht, het algemeen vermogensrecht en het burgerlijk procesrecht. In haar functie als hoogleraar zal zij tevens onderzoek verrichten op het terrein van intellectueel eigendomsrecht en duurzaamheid, waarbij zij zich zal richten op de vraag op welke wijze dit kan bijdragen aan de transitie naar een duurzame, circulaire economie.
Inhoudsopgave Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht
Aflevering 2 - 22 juni 2023 - Jaargang 24
Aansprakelijkheid
16. Producent hoeft niet te waarschuwen voor iets dat hij niet weet. Hoge Raad 24 juni 2022, 21/03899, ECLI:NL:HR:2022:1602 (Concl. Hartlief). Noot mw. mr. dr. M.D.B. Schutjens.
Bestuurlijke boete
17. Een voedingssupplement wordt door een claim een geneesmiddel, en wordt in het kader van de hoogte van de boete gelijkgesteld met een AV-geneesmiddel. Rechtbank Midden-Nederland zp Utrecht 25 januari 2022, UTR - 21 _ 2647, ECLI:NL:RBMNE:2022:632. Noot mw. mr. M. Meddens-Bakker.
18. Bij het bepalen van de hoogte van een bestuurlijke boete moet ook rekening gehouden worden met de omstandigheden van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid. Rechtbank Rotterdam 1 februari 2023, ROT 21/462, ECLI:NL:RBROT:2023:670. Noot dhr. mr. drs. J.A. Lisman, onder «JGR» 2023/19.
19. Bij het bepalen van de hoogte van een bestuurlijke boete mag de minister gebruikmaken van het totaal aantal medewerkers dat bij de entiteit werkzaam is volgens de registratie van de KvK. Rechtbank Rotterdam 8 februari 2023, ROT 22/4631, ECLI:NL:RBROT:2023:854. Noot dhr. mr. drs. J.A. Lisman, deze noot heeft betrekking op «JGR» 2023/18, «JGR» 2023/19 en «JGR» 2023/20.
20. Bij het bepalen van de hoogte van een bestuurlijke boete moet ook rekening gehouden worden met de omstandigheden van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid. Rechtbank Rotterdam 1 maart 2023, ROT 22/3490, ECLI:NL:RBROT:2023:1716. Noot dhr. mr. drs. J.A. Lisman, onder «JGR» 2023/19.
Handelsvergunning
21. Geneesmiddelen die een verschillende kwalitatieve samenstelling vallen niet onder de ‘global marketing authorisation’, ongeacht of die verschillen in farmacotherapeutisch oogpunt relevant zijn. Hof van Justitie van de Europese Unie 16 maart 2023, C-438/21 P, C-439/21 P en C-440/29, ECLI:EU:C:2023:213. Noot dhr. mr. drs. J.A. Lisman, mw. mr. dr. M.D.B. Schutjens.
Reclame
22. Reclame-uitingen van Zoetis gaan verder dan een bewustzijnscampagne en kwalificeren als publieksreclame voor een diergeneesmiddel. Commissie voor de Aanprijzing van Veterinaire Producten 1 mei 2023, 2023-1 Diergeneesmiddelen. Noot mw. mr. M. Meddens-Bakker.
Vergoedingen
23. Stand van de wetenschap en praktijk blijft een rechtmatige weigeringsgrond voor zorg die niet door Zorginstituut Nederland erkend wordt. Gerechtshof Amsterdam 6 september 2022, 200.286.532/01, ECLI:NL:GHAMS:2022:2619. Noot dhr. mr. drs. J.A. Lisman.
Gerecht EU: Vitromed Germany verliest van Vitromed Healthcare
Gerecht EU 21 juni 2023, IEF 21516, LSR 2191; ECLI:EU:T:2023:350 (Vitromed/EUIPO) In deze zaak ging het om een merk dat VitromedGermany wilde registreren. Vitromed Healthcare, die zich in de zaak voegde, wilde deze registratie tegengaan. Het EUIPO stelt dat Vitromed Healthcare, houder van het oudere merk, in haar belangen geschaad zou worden als het merk zou worden ingeschreven door de gelijkenis tussen de twee merken - met name het woordmerk 'Vitromed'. Het EUIPO besloot dat de overeenkomstigheid tussen de twee merken verwarringsgevaar opleverde. Vitromed Germany komt hiertegen in beroep bij het Gerecht.
VMC Lustrum donderdag 21 september 2023
Op 21 september 2023 is het zover: dan vieren we het 35-jarig lustrum van de Vereniging voor Media- en Communicatierecht! Alle VMC-leden kunnen zich op deze pagina aanmelden voor een feestelijk avondprogramma, gevuld met terugblikken en vooruitzichten, een pubquiz en muziek, een borrel en een diner. Neem uw warmste mediarechtelijke herinneringen en mooiste toekomstplannen mee; voor de rest wordt gezorgd.