Ziekenhuis  

LS&R 1627

Ziekenhuis mocht erop vertrouwen dat het keurmerk van PIP-borstimplantaten terecht was verstrekt

Rechtbank Gelderland 14 mei 2018, LS&R 1627; ECLI:NL:RBGEL:2018:3115 (Verzoekster tegen Interkonfessioneel Ziekenhuis Canisius-Wilhelmina), https://lsenr.nl/artikelen/ziekenhuis-mocht-erop-vertrouwen-dat-het-keurmerk-van-pip-borstimplantaten-terecht-was-verstrekt

Rechtbank Gelderland 14 mei 2018, LS&R 1627; ECLI:NL:RBGEL:2018:3115 (Verzoekster tegen Interkonfessioneel Ziekenhuis Canisius-Wilhelmina) Deelgeschil. In 1999 heeft Verzoekster het spreekuur van een plastisch chirurg verbonden aan het CWZ, bezocht met de wens om haar borstprotheses te vervangen door grotere protheses. Op 5 januari 2000 zijn tijdens een operatie PIP-implantaten geplaatst. De gebruikte borstimplantaten waren voorzien van een CE-keurmerk klasse III, op basis van de Richtlijn Medische Hulpmiddelen. Bij een inspectie van het bedrijventerrein van de producent van de PIP-implantaten werd vastgesteld dat een andere siliconengel werd gebruikt dan waarvoor de CE-markering was verstrekt, namelijk industriële siliconen in plaats van medicinale siliconen. Het CWZ heeft Verzoekster opgeroepen om haar borstprotheses uit voorzorg te laten verwijderen. Dit is in 2014 gedaan en de zorgverzekeraar van Verzoekster heeft de kosten van de vervangingsoperatie vergoed. In 2015 heeft Verzoekster het CWZ aansprakelijk gesteld voor alle geleden schade als gevolg van het inbrengen van de PIP-implantaten. Het staat vast dat de PIP-implantaten die zijn gebruikt ongeschikt zijn, omdat er een verhoogde kans op scheuren en lekken is. De tekortkoming die is ontstaan door het gebruik van ongeschikte hulpzaken is echter niet toe te rekenen aan het CWZ. Zij mocht erop vertrouwen dat dat keurmerk terecht is verstrekt aan de producent van de PIP-implantaten. Van het CWZ kan en mag niet worden verwacht dat zij zelfstandig, zonder aanleiding onderzoekt of de door haar gebruikte borstimplantaten al dan niet gebrekkig zijn. Het is in dit geval niet redelijk om de tekortkoming toe te rekenen.

LS&R 1613

Geclausuleerde toewijzing van inzage in medisch dossier overleden zoon

Hof Arnhem-Leeuwarden 15 mei 2018, LS&R 1613; ECLI:NL:GHARL:2018:4396 (obductieverslag overleden zoon), https://lsenr.nl/artikelen/geclausuleerde-toewijzing-van-inzage-in-medisch-dossier-overleden-zoon

Hof Arnhem-Leeuwarden 15 mei 2018, LS&R 1613; ECLI:NL:GHARL:2018:4396 (obductieverslag overleden zoon) Moeder van in het ziekenhuis overleden jongeman vordert op grond van 843a Rv afgifte van het medisch dossier en het obductieverslag betreffende haar zoon van het ziekenhuis en twee betrokken artsen. Het ziekenhuis en de artsen weigeren afgifte. Zij beroepen zich op hun geheimhoudingsplicht. Anders dan de rechtbank, acht het hof de vordering (geclausuleerd) toewijsbaar.

LS&R 1603

Heraanbesteding pacemakers en ICD's

Rechtbank Den Haag 26 apr 2018, LS&R 1603; (Medtronic; Boston Scientific tegen de Ziekenhuizen), https://lsenr.nl/artikelen/heraanbesteding-pacemakers-en-icd-s

Vzr. Rechtbank Den Haag 26 april 2018, LS&R 1603; ECLI:NL:RBDHA:2018:4954; ECLI:NL:RBDHA:2018:4955 (Medtronic; Boston Scientific tegen de Ziekenhuizen) Aanbesteding pacemakers en ICD's. Technische specificaties.Plafondprijs.Strijd met aanbestedingsplicht. Bepaalbaarheid opdracht.Disproportionele bepalingen in algemene voorwaarden. Strijd met WMG en GMH. Uit 4955: Clusterverbod.Gunningscriterium. Technische specificaties. Toepasselijkheid en proportionaliteit algemene (paritaire) voorwaarden. Geldigheid eis. Aanbestedingsplicht.Bepaalbaarheid opdracht. Strijd met WMH en GMH. De voorzieningenrechter gebiedt de Ziekenhuizen de aanbesteding onmiddellijk te staken en gestaakt te houden; en gebiedt de Ziekenhuizen om over te gaan tot (één of meer) heraanbesteding(en) overeenkomstig het Europese aanbestedingsrecht, voor zover zij de raamovereenkomsten en daaruit voortvloeiende opdracht(en) nog willen vergeven.

LS&R 1588

Afschrift van medisch dossier aan derde met onzichtbaar gemaakte passages

Rechtbank Gelderland 2 mrt 2018, LS&R 1588; ECLI:NL:RBGEL:2018:1156 (X tegen Stichting Sint Maartenskliniek), https://lsenr.nl/artikelen/afschrift-van-medisch-dossier-aan-derde-met-onzichtbaar-gemaakte-passages

Rechtbank Gelderland 2 maart 2018, IT 2524; LS&R 1588; ECLI:NL:RBGEL:2018:1156 (X tegen Stichting Sint Maartenskliniek) Kort geding. Eindvonnis na tussenvonnis. Afgifte medisch dossier overleden patiënt. Artikel 7:457 BW. Passages uit het dossier mogen onzichtbaar worden gemaakt bij verstrekking van het medisch dossier aan derden. De voorzieningenrechter veroordeelt de Sint Maartenskliniek binnen één week na de datum van dit vonnis aan [eiser] afschrift van het bij haar aanwezige medisch dossier van (naam), waarin de door haar gemarkeerde passages onzichtbaar zijn gemaakt, aan de derde te verstrekken.

LS&R 1553

RadboudUMC handelt "in grote lijnen" in overeenstemming met professionele medische standaard

Kantonrechter 20 sep 2017, LS&R 1553; ECLI:NL:RBGEL:2017:6858 (Eiser tegen RUMC), https://lsenr.nl/artikelen/radboudumc-handelt-in-grote-lijnen-in-overeenstemming-met-professionele-medische-standaard

Ktr. Rechtbank Gelderland 20 september 2017, LS&R 1553; ECLI:NL:RBGEL:2017:6858 (Eiser tegen RadboudUMC) Letselschade. Medische dienstverlening. Op 6 januari 2016 is de zoon van eiser geboren met problemen aan de slokdarm. In april 2016 hebben in het RadboudUMC (RUMC) enkele operatieve correcties plaatsgevonden. Na deze operaties heeft het kind een systemische infectie opgelopen en het heeft thans nog geen functionerende slokdarm. Eiser stelt dat het RUMC gehandeld heeft beneden de professionele standaard. In een tussenvonnis is een deskundige benoemd. Uit het rapport van deskundige dr. Bax, blijkt dat “in grote lijnen” gehandeld is in overeenstemming met de op dat moment geldende professionele medische standaard. De kantonrechter oordeelt dat het RUMC niet aansprakelijk is voor schade van het kind van eiser.

LS&R 1526

Arts krijgt waarschuwing omdat zij patiënte in verslechterde toestand had moeten insturen naar het ziekenhuis

24 okt 2017, LS&R 1526; ECLI:NL:TGZRSGR:2017:148 (Klaagster tegen arts), https://lsenr.nl/artikelen/arts-krijgt-waarschuwing-omdat-zij-pati-nte-in-verslechterde-toestand-had-moeten-insturen-naar-het-z

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 24 oktober 2017, LS&R 1526; ECLI:NL:TGZRSGR:2017:148 (Klaagster tegen arts) Gegronde klacht tegen een arts. Op het moment dat sprake was van een de verslechterde toestand van patiënte, namelijk de toenemende temperatuur, de hoge pols en de lage tensie had de arts het oordeel moeten vellen dat de situatie op dat moment alarmerend was en had moeten besluiten om naar patiënte te gaan voor een medische beoordeling, waarbij zij zelf ook een inspectie van de buik had moeten doen. De werkdiagnose urineweginfectie was niet meer passend bij de medische toestand van patiënte, de toestand was zodanig slecht dat zij patiënte had moeten insturen naar het ziekenhuis. De klacht wordt gegrond verklaard, er wordt een waarschuwing opgelegd.  

LS&R 1478

Gunningsbeslissing in aanbestedingszaak Erasmus MC blijft overeind

Rechtbank Den Haag 25 apr 2017, LS&R 1478; ECLI:NL:RBDHA:2017:4255 (Brainlab tegen Erasmus MC), https://lsenr.nl/artikelen/gunningsbeslissing-in-aanbestedingszaak-erasmus-mc-blijft-overeind

Vzr. Rechtbank Den Haag 25 april 2017, IT 2317; LS&R 1478; ECLI:NL:RBDHA:2017:4255 (Brainlab tegen Erasmus MC). Aanbesteding. De vorderingen van Brainlab, om de gunningsbeslissing van Erasmus Universitair Medisch Centrum in de aanbesteding van de levering en installatie van multimediavoorzieningen in 22 operatiekamers en 4 interventiekamers in te trekken, zijn afgewezen.  Het aanbestedingsdocument bevat uitvoeringseisen, waardoor nog niet aan de gestelde eisen hoeft te zijn voldaan op het moment van inschrijving. 

LS&R 1458

Geen aansprakelijkheid ziekenhuis door gebrekkige implantaten

Rechtbank Limburg 31 mei 2017, LS&R 1458; ECLI:NL:RBLIM:2017:4981 (PIP-implantaten II), https://lsenr.nl/artikelen/geen-aansprakelijkheid-ziekenhuis-door-gebrekkige-implantaten

Rechtbank Limburg 31 mei 2017, LS&R 1458; ECLI:NL:RBLIM:2017:4981 (PIP-implantaten II) Zie ook vgl. LS&R 1456. PIP-borstimplantaten. Tevens geen aansprakelijkheid ziekenhuis voor gebrekkige hulpzaken (artikel 6:77 BW). De rechtbank acht, daargelaten of de gebruikte implantaten de door eiseres gestelde gebreken hebben en of deze de door eiseres gestelde gezondheidsklachten hebben veroorzaakt, het ziekenhuis niet aansprakelijk voor het gebruik van de PIP-borstimplantaten. Naar het oordeel van de rechtbank zou het onredelijk zijn de beweerde gebrekkigheid aan het ziekenhuis toe te rekenen.

LS&R 1457

Medische aansprakelijkheid ziekenhuis na overlijden patiënt na operatie ileus

Rechtbank Den Haag 17 mei 2017, LS&R 1457; ECLI:NL:RBDHA:2017:5685 (X tegen Stichting Reinier Hagagroep), https://lsenr.nl/artikelen/medische-aansprakelijkheid-ziekenhuis-na-overlijden-pati-nt-na-operatie-ileus

Rechtbank Den Haag 17 mei 2017, LS&R 1457; ECLI:NL:RBDHA:2017:5685 (X tegen Stichting Reinier Hagagroep) Verbintenissenrecht. Medische aansprakelijkheid ziekenhuis jegens erfgenamen na overlijden patiënt na operatie aan een ileus. Er was sprake van een beroepsfout preoperatief van de arts door de patiënt niet eerder op te nemen ter onderzoek en behandeling en postoperatief van chirurg door na te laten, na bekend raken met uitslag CT-scan, intensivist te raadplegen en patiënt te laten opnemen op de IC-afdeling. Verhouding beoordeling civiele rechter op grond van artikel 7:453 BW en uitspraken tuchtrechter. Proportionele aansprakelijkheid ziekenhuis. Attributief risico van 60%.

LS&R 1456

Gebrekkige implantaten kunnen niet worden toegerekend aan hulpverlener

Rechtbank Amsterdam 24 mei 2017, LS&R 1456; ECLI:NL:RBAMS:2017:3491 (PIP-implantaten), https://lsenr.nl/artikelen/gebrekkige-implantaten-kunnen-niet-worden-toegerekend-aan-hulpverlener

Rechtbank Amsterdam 24 mei 2017, LS&R 1456; ECLI:NL:RBAMS:2017:3491 (PIP-implantaten) Verbintenissenrecht. Eiseres heeft borstimplantaten laten plaatsen van ht merk M-implants. Gebruik van de ongeschikte hulpzaak (PIP-implantaten) en de daardoor ontstane tekortkoming kan niet worden toegerekend aan de hulpverlener omdat de arts dit gebrek niet had kunnen kennen. Informed consent: niet is onderbouwd dat aan de informatieplicht niet is voldaan. De vorderingen van eiseres worden afgewezen.