LS&R 2273
6 juni 2025
Artikel

AI-Forum gelanceerd: hét platform voor AI en recht

 
LS&R 2298
28 mei 2025
Artikel

Nederlands Octrooicongres op dinsdag 10 juni 2025. Hebt u zich al aangemeld?

 
LS&R 2296
26 mei 2025
Uitspraak

Prestige moet interne auditstukken over afgebroken onderhandelingen met BioConnection verstrekken

 
LS&R 1287

Geen deelname van zorgprofessionals bij Weense bijeenkomst

Codecommissie GMH 1 feb 2016, LS&R 1287; Advies 15.03 (Congres in Wenen), https://lsenr.nl/artikelen/geen-deelname-van-zorgprofessionals-bij-weense-bijeenkomst

Aan de stichting GMH is de volgende adviesvraag voorgelegd: Mag een leverancier van medische hulpmiddelen een beperkt aantal Nederlandse zorgprofessionals uitnodigen voor deelname aan een bijeenkomst in wenen, waar een nieuwe product zal worden geïntroduceerd? 

Voor het toetsingskader komen artikel 10,11 en 12 in aanmerking. Bij artikel 10 is het noodzakelijk dat de locatie specifiek is ingericht voor de bijeenkomst en het product, hier is geen sprake van. Uit de adviesaanvraag is niet gebleken dat de bijeenkomst is geaccrediteerd, dus artikel 11 gaat ook niet op. Volgens artikel 12 moet de locatie gerechtvaardigd zijn in het licht van de aard van de product gerelateerde bijeenkomst, hier wordt ook niet aan voldaan, het programma voldoet daarentegen wel aan de voorwaardes. Dus geen van de artikelen bieden ruimte om de zorgprofessionals de bijeenkomst bij te laten wonen. 

LS&R 1286

Geen afgifte medisch dossier overleden moeder

Rechtbanken 8 dec 2015, LS&R 1286; ECLI:NL:RBNHO:2015:12044 (Zoon tegen huisarts), https://lsenr.nl/artikelen/geen-afgifte-medisch-dossier-overleden-moeder

Zoon vordert een afgifte van het medische dossier van zijn overleden moeder van de huisarts wegens zijn voornemen om een klacht in te dienen tegen de zorginstelling die zijn moeder tijdens haar laatste jaren heeft verzorgd. De vordering is zeer ruim geformuleerd. Er is onvoldoende aanleiding om aan te nemen dat de verleende volmacht aan de zoon ertoe strekte om de gevorderde informatie op te vragen. Er zijn ook onvoldoende aanwijzigingen dat er een ander zwaarwegend belang geschaad zou kunnen worden indien de geheimhoudingsplicht van de huisarts niet wordt doorbroken, hiervoor zou de zoon eerst een klacht moeten indienen bij de thuiszorginstelling. De vordering wordt afgewezen.

LS&R 1285

Reclame-uiting van "De Homoeopaath" over griepprik in strijd met Geneesmiddelenwet

3 mrt 2016, LS&R 1285; ("De Homoeopaath”), https://lsenr.nl/artikelen/reclame-uiting-van-de-homoeopaath-over-griepprik-in-strijd-met-geneesmiddelenwet

Vzr. RCC 3 maart 2016, RB 2690; LS&R 1285; Dossiernr. 2016/00088 ("De Homoeopaath”)
Uiting: Het betreft een door adverteerder (“De Homoeopaath”) op Facebook geplaatst bericht met onder meer de volgende inhoud: “Kies voor gezondheid en kies voor de homeopathische griepvaccinatie (…) De jaarlijkse griepprik biedt bescherming tegen de 3 meest voorkomende influenza’s. Steeds meer mensen worden ziek van de griepprik, door mogelijke bijwerkingen van de griepprik. Gelukkig is er ook een homeopathische griepvaccinatie met nagenoeg geen bijwerkingen met als extra voordeel dat het een hogere bescherming biedt dan de reguliere griepprik. De klassieke homeopathische geneeswijze bevordert algemeen welbevinden door de eigen natuurlijke geneeskracht van het lichaam te versterken. Homeopathische middelen zijn altijd van natuurlijke aard en stimuleren het eigen lichaam om de genezing in werking te zetten en te vervolmaken, Dat is precies het tegenovergestelde van de reguliere geneeskunde die meestal symptomen bestrijdt en ziektes ‘onderdrukt’. De homeopathische vaccinatie is voor iedereen geschikt en geeft een bescherming van meer dan 89 procent. Bij herhaling zelfs meer dan 94 procent. Bijkomende voordeel van een homeopathische vaccinatie is dat inname met alleen korrels heel eenvoudig is, en de bijwerkingen vrijwel nihil zijn.”

LS&R 1284

Conclusie AG over verbod cosmeticadierproeven in landen buiten de EU

Hof van Justitie EU 17 mrt 2016, LS&R 1284; ECLI:EU:C:2016:179 (EFfCI tegen Secretary of State for Business, Innovation and Skills), https://lsenr.nl/artikelen/conclusie-ag-over-verbod-cosmeticadierproeven-in-landen-buiten-de-eu

Conclusie AG 17 maart 2016, LS&R 1284; C-592/14; ECLI:EU:C:2016:179 (EFCI tegen Secretary of State for Business, Innovation and Skills)
Zie eerder LS&R 1073. Verzoekster is een vakvereniging die producenten in de EU van chemische en natuurlijke ingrediënten voor cosmetische producten vertegenwoordigt. Drie van verzoeksters leden hebben buiten de EU dierproeven verricht om zo tegemoet te komen aan de eisen van de Japanse en Chinese markt. De vraag is of cosmetische producten met deze ingrediënten binnen de EU (i.c. in het VK) op de markt mogen worden gebracht. Conclusie AG:

LS&R 1283

Landelijke infrastructuur voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg niet onrechtmatig

Hof Arnhem-Leeuwarden , LS&R 1283; ECLI:NL:GHARL:2016:1697 (VPH tegen VZZ), https://lsenr.nl/artikelen/landelijke-infrastructuur-voor-elektronische-gegevensuitwisseling-in-de-zorg-niet-onrechtmatig

Hof Arnhem-Leeuwarden 8 maart 2016, LS&R 1283; ECLI:NL:GHARL:2016:1697 (VPH tegen VZZ)
Zie eerder LS&R 950. De onderhavige zaak heeft betrekking op de in 2012 ingevoerde landelijke infrastructuur voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg. VPH c.s. hebben bezwaren tegen de inrichting en het gebruik van de zorginfrastructuur. Zij stellen dat de inrichting van de landelijke infrastructuur voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg onrechtmatig is, gezien het medisch beroepsgeheim en de wijze waarop aan patiënten toestemming voor gegevensuitwisseling wordt gevraagd. Het hoger beroep faalt. 

LS&R 1282

Conclusie AG: Uitsluiting particulieren van voordeel vereenvoudigde VHB-procedure niet verenigbaar met art. 34 en 36 VWEU

Hof van Justitie EU 10 mrt 2016, LS&R 1282; ECLI:EU:C:2016:158 (Audace), https://lsenr.nl/artikelen/conclusie-ag-uitsluiting-particulieren-van-voordeel-vereenvoudigde-vhb-procedure-niet-verenigbaar-me

Conclusie AG HvJ EU 10 maart 2016, LS&R 1282; C-114/15; ECLI:EU:C:2016:158 (Audace)
Prejudiciële vragen LS&R 1114. Parallelinvoer geneesmiddelen dierkundig gebruik. In deze zaak dient het Hof zich uit te spreken over de procedure voor het afgeven van een vergunning door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die een niet met de fabrikant verbonden particulier, namelijk een veehouder of dierenarts, parallel aan het distributienetwerk van deze fabrikant invoert. 

LS&R 1281

Woord 'sterkte' uit apotheekprestatie 'begeleidingsgesprek nieuw geneesmiddel' geschrapt

College van Beroep voor het Bedrijfsleven , LS&R 1281; ECLI:NL:CBB:2016:46 (Pharmacie Le Village tegen NZa), https://lsenr.nl/artikelen/woord-sterkte-uit-apotheekprestatie-begeleidingsgesprek-nieuw-geneesmiddel-geschrapt

CBb 24 februari 2016, LS&R 1281; ECLI:NL:CBB:2016:46 (Pharmacie Le Village tegen NZa)
Beroep van aantal apotheken tegen prestatiebeschrijvingbeschikking farmaceutische zorg zoals die m.i.v. 1-1-2015 is gaan gelden. Betreft het niet opnemen van een termijn waarbinnen de prestatie “farmaceutische begeleiding in verband met ontslag uit het ziekenhuis” moet zijn verricht – hoewel de eerder opgenomen 12-uurstermijn is komen te vervallen blijven zorgverzekeraars als voorwaarde stellen dat de prestatie binnen 12 uur na ontslag uit het ziekenhuis wordt verricht – en het schrappen van het woord “sterkte” uit de prestatie “begeleidingsgesprek nieuw geneesmiddel”, waardoor bij wijziging van (uitsluitend) de sterkte van een geneesmiddel met ingang van 1 januari 2015 geen “begeleidingsgesprek nieuw geneesmiddel” meer kan worden gedeclareerd. Beroep gegrond ten aanzien van het niet toekennen door verweerster van een vergoeding voor de in bezwaar gemaakte proceskosten, doch ongegrond voor het overige.

 

LS&R 1279

Uitspraak ingezonden door Sikke Kingma, Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn.

Betalen voor octrooiverlening is onverschuldigd, taxe niet alsnog tijdig betaald

Rechtbank Den Haag 9 mrt 2016, LS&R 1279; ECLI:NL:RBDHA:2016:2124 (Nesteq tegen Staat), https://lsenr.nl/artikelen/betalen-voor-octrooiverlening-is-onverschuldigd-taxe-niet-alsnog-tijdig-betaald

Rechtbank Den Haag 9 maart 2016, IEF 15745; ECLI:NL:RBDHA:2016:2124 (Nesteq tegen Staat)
Octrooirecht. Octrooi van rechtswege vervallen door het niet tijdig betalen van de jaartaks. Geen correctie van het octrooiregister. Betaling vóór de publicatie van de verlening van het octrooi is onverschuldigd; terugbetaling werd niet goed geregistreerd door de octrooihouder, waarna de taxe niet alsnog tijdig is betaald, en het octrooi is vervallen..

LS&R 1278

AP: Abrona verwerkt in strijd met wet medische gegevens medewerkers

Uit het persbericht: Stichting Abrona handelt bij ziekmelding van haar werknemers in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens. Dat is de conclusie van de Autoriteit Persoonsgegevens na onderzoek. Abrona is gespecialiseerd in dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking in de provincie Utrecht. Er werken 1300 werknemers en 800 vrijwilligers. De organisatie blijkt bij ziekmelding aard en oorzaak van de ziekte van de zieke werknemer te registeren. Bijvoorbeeld of het gaat om psychische klachten of om fysieke beperkingen. Dat mag niet omdat de wet bepaalt dat werkgevers bij ziekmelding aan zieke werknemers alleen gegevens mogen vragen die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de verplichting om loon door te betalen en hoe het verder moet met hun werkzaamheden. Abrona heeft na sluiting van het onderzoek aan de Autoriteit Persoonsgegevens medegedeeld maatregelen te hebben getroffen. De Autoriteit Persoonsgegevens zal nu gaan bekijken in hoeverre deze maatregelen voldoende zijn om de overtreding van de wet te beëindigen en beslissen of het nemen van handhavende maatregelen noodzakelijk is.

Onderzoek Abrona
Uit het onderzoek blijkt dat Abrona aard en oorzaak van de ziekte vastlegt en ook of een werknemer zwanger is. Dit is ook een gegeven over de gezondheid van de werknemer. Werkgevers mogen volgens de wet deze bijzondere persoonsgegevens van hun medewerkers niet verwerken.

Daarnaast heeft de Autoriteit Persoonsgegevens geconstateerd dat de zieke werknemer zelf het arbeidsongeschiktheidspercentage vaststelt en dat de leidinggevende dit vervolgens invult in het verzuimsysteem. Het vaststellen of een werknemer arbeidsongeschikt is en de advisering daarover aan de werkgever is uitsluitend een taak van de bedrijfsarts. Abrona zou dus hiervoor de arbodienst of bedrijfsarts moeten inschakelen. De werkgever kan vervolgens samen met de werknemer bekijken wat voor werkzaamheden de werknemer (nog) wel kan doen.

Noodzakelijke medische gegevens
Medische gegevens zijn gegevens van gevoelige aard waarvoor strenge wettelijke eisen gelden. Een werkgever mag in het kader van zijn loondoorbetalingsverplichting en voor de re-integratie een beperkt aantal noodzakelijke medische gegevens verwerken van zijn zieke werknemers. Zo mag hij onder meer vragen naar de verwachte duur van het verzuim en of er mogelijkheden zijn voor het doen van (andere) werkzaamheden. De werkgever mag niet vragen naar de aard en oorzaak van de ziekte.

Do’s and don’ts
De Autoriteit Persoonsgegevens heeft bijzondere aandacht voor de verwerking van gevoelige medische gegevens en het gebruik van persoonsgegevens binnen de arbeidsrelatie. De Autoriteit heeft eerder ook al onderzoek gedaan bij onder meer een verzuimbedrijf, arbodiensten en een werkgever die in strijd met de wet medische gegevens van werknemers verwerkten. Ook heeft de Autoriteit Persoonsgegevens do’s & don’ts gepubliceerd voor werkgevers en werknemers.

LS&R 1277

Sehos handelt niet onzorgvuldig door te volstaan met triagebeoordeling zonder medische beoordeling

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 24 november 2015, LS&R 1277; ECLI:NL:OGHACMB:2015:68 (Appellant tegen Stichting Sint Elisabeth Hospitaal)
Medische beroepsfout. Appellant heeft zich met zijn lichamelijke klachten tot geïntimeerde gewend, huisarts te Curaçao. Na behandeling heeft appellant de afdeling Spoedeisende hulp van het Sehos bezocht. De volgende dag is appellant geopereerd in Venezuela. Appellant stelt dat het Sehos en geïntimeerde hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de geleden en te lijden materiële en immateriële schade. Het Hof oordeelt dat het Sehos niet onzorgvuldig jegens appellant heeft gehandeld door te volstaan met een triagebeoordeling zonder medische beoordeling. Het Hof draagt geïntimeerde op tegenbewijs te leveren tegen de stelling dat zij niet uiterlijk op 24 september 2008 appellant uitdrukkelijk en ondubbelzinnig naar een chirurg heeft verwezen.

2.6 Het hiervoor in rov. 2.4 sub a bedoelde verwijt is tegenover de gemotiveerde betwisting van [geïntimeerde] onvoldoende gespecificeerd en onvoldoende onderbouwd. De hiervoor in rov. 2.4 sub b en c bedoelde verwijten zijn in de tegenbewijsopdracht verdisconteerd. Het hiervoor in rov. 2.4 sub d bedoelde verwijt is wellicht terecht gemaakt, maar onvoldoende is gesteld om aan te nemen dat dit een zelfstandige oorzaak is van schade bij [appellant]. Indien [geïntimeerde] slaagt in het leveren van tegenbewijs, zal de vordering tegen haar worden afgewezen.

2.7 Indien [geïntimeerde] niet slaagt in het leveren van tegenbewijs, dient de vraag beantwoord te worden wat er zou zijn gebeurd in het hypothetische geval dat [geïntimeerde] uiterlijk op 24 september 2008 [appellant] uitdrukkelijk en ondubbelzinnig naar een chirurg had verwezen, met een verwijsbrief met bevindingen en diagnosestelling. Welke medische behandeling zou er dan gevolgd zijn? Zou [geïntimeerde] dan ook naar het Sehos zijn gegaan en zo ja, op welke datum? Zou hij ook naar Venezuela zijn gereisd voor medische behandeling, en zo ja, op welke datum? Door wie zou de medische behandeling betaald zijn? Voorshands acht het Hof aannemelijk dat een medisch deskundigenbericht nodig zal zijn om het Hof in staat te stellen een deel van deze of dergelijke vragen te beantwoorden. Na bewijslevering kunnen partijen zich hierover uitlaten. Het Hof houdt iedere verdere beslissing in het geding tussen [appellant] en [geïntimeerde] aan.

2.8 Voor zover de vordering tegen het Sehos is gericht, is zij gebaseerd op – naar het Hof begrijpt, mede gelet op het overgelegde rapport van de klachtencommissie – het verwijt dat het Sehos heeft volstaan met een triagebeoordeling zonder medische beoordeling.

2.9 De klachtencommissie van het Sehos heeft opgemerkt dat het emergency-formulier geen melding ervan maakt dat men bekend was met het feit dat [appellant] reeds meermalen de huisarts had geconsulteerd. Het GEA heeft overwogen dat de door [appellant] zelf verstrekte informatie inhield dat hij last had van "pijnlijke hemorroïden". Noch in eerste aanleg, noch in hoger beroep heeft [appellant] gesteld dat hij tijdens zijn bezoek aan de afdeling Spoedeisende Hulp van het Sehos aan het triagepersoneel heeft medegedeeld dat hij met zijn klachten al een aantal keer bij de huisarts was geweest en dat de klachten steeds erger werden. Ook is onvoldoende gesteld om te kunnen aannemen dat de informatie dat [appellant] last had van "pijnlijke hemorroïden", naar maatstaven van zorgvuldigheid het Sehos aanleiding had moeten geven om een andere triagebeoordeling te geven of verdere actie te ondernemen. Gelet daarop verenigt het Hof zich met het oordeel van het GEA dat het Sehos niet onzorgvuldig jegens [appellant] heeft gehandeld door te volstaan met een triagebeoordeling zonder medische beoordeling. De enkele omstandigheid dat de klachtencommissie tot een andere conclusie is gekomen, doet daar niet aan af.