Reclamerecht  

LS&R 2038

Uitspraak ingezonden door Marloes Meddens-Bakker, MOON legal & compliance.

Vergelijkende claims in strijd met Gedragscode

10 mrt 2022, LS&R 2038; (Pfizer tegen Novartis), https://lsenr.nl/artikelen/vergelijkende-claims-in-strijd-met-gedragscode

CGR 10 maart 2022, RB 3626, LS&R 2038; K21.004 (Pfizer tegen Novartis) Pfizer en Novartis brengen direct concurrerende geneesmiddelen op de markt in Nederland. Beide geneesmiddelen zijn immers CDK4/6-remmers. Novartis heeft een publicatie getoond waarin zij over haar eigen geneesmiddel Kisqali® beweert dat het zorgt voor 12 maanden meer leven. Ook toont zij de tekst dat OS bij CDK4/6-remmers geen klasse-effect is en de tekst dat welke CDK4/6-remmer u kiest invloed heeft op het leven van de patiënt. Deze teksten stonden in een online reclame-uiting op de website van Novartis.

LS&R 2016

Dansen met Janssen YouTube-video is niet misleidend

22 dec 2021, LS&R 2016; (Dansen met Janssen), https://lsenr.nl/artikelen/dansen-met-janssen-youtube-video-is-niet-misleidend

RCC CvB 22 december 2021, RB 3591, LS&R 2016; Dossiernr: 2021/00326 (Dansen met Janssen) Misleiding. De klacht is gericht tegen een YouTube video betreffende ‘Dansen met Janssen’ en een tweet van Hugo de Jonge waarin de video is verwerkt. De klager stelt dat de campagne ‘Dansen met Janssen’ tot doel heeft jongeren te verleiden tot vaccinatie waarbij vrijheden in het vooruitzicht werden gesteld die niet gerelateerd zijn aan de kenmerken van het geneesmiddel. Er is geen sprake van voorlichting, maar van een oproep om gebruik te maken van het specifieke COVID-19 vaccin van Janssen, wat de uitingen tot publieksreclame voor een geneesmiddel maakt. De uitingen voldoen niet aan de Geneesmiddelenwet en evenmin aan de regels van de Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen (hierna: CPG). De commissie heeft geoordeeld dat de YouTube video in kwestie reclame is en dat deze in strijd is met art 5 NRC. De staat stelt nu dat de Commissie heeft de uitingen ten onrechte als reclame aangemerkt en heeft een onjuist toetsingskader en een onjuist feitelijk kader toegepast.

LS&R 2008

Uitspraak ingezonden door Robbert Sjoerdsma en Katrien van de Wijdeven, Holla.

Bezwaren tegen terugbetalingsregeling afgewezen

Rechtbank Den Haag 14 dec 2021, LS&R 2008; (Boehringer tegen AstraZeneca), https://lsenr.nl/artikelen/bezwaren-tegen-terugbetalingsregeling-afgewezen

Vzr. Rechtbank Den Haag 14 december 2021, IEF 20405, RB 3581, LS&R 2008;C/09/619649 / KG ZA 21 /1010 (Boehringer tegen AstraZeneca) Kort geding. Zowel Boehringer als AstraZeneca brengt geneesmiddelen op de markt voor de behandeling van patiënten met diabetis mellitus type 2 (hierna: DM2). In deze zaak gaat het over de zogenoemde SGLT-2 remmers voor de behandeling van DM2. De bezwaren van Boehringer tegen de TBR (terugbetalingsregeling) van AstraZeneca zijn te onderscheiden in (i) bezwaren tegen de TBR als zodanig en (ii) bezwaren tegen de communicatie over de TBR. Aan bod komen, onder meer: de toelaatbaarheid van TBR-en in het kader van receptgeneesmiddelen in het algemeen; de toelaatbaarheid van TBR-en in het licht van de regels omtrent gunstbetoon; de relativiteit van de normen uit hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet inzake geneesmiddelenreclame; en de reikwijdte van de ‘algemene’ reclameregels vervat in de artikelen 6:193 en 6:194 BW. De vorderingen van Boehringer worden afgewezen.

LS&R 1936

RCC wijst klachten over vaccinatiecampagne af

Reclame Code Commissie 23 mrt 2021, LS&R 1936; (Klagers tegen VWS), https://lsenr.nl/artikelen/rcc-wijst-klachten-over-vaccinatiecampagne-af

RCC 23 maart 2021, RB 3504, LS&R 1936, Dossier 2021/00051 (A) (B) (Klagers tegen VWS) De Reclame Code Commissie heeft een aantal klachten ontvangen en in behandeling genomen over de vaccinatiecampagne van de Rijksoverheid. Het betreft klachten tegen de tv- en radiocommercial en tegen drukwerkuitingen. Klagers stellen voornamelijk dat de uitingen in de vaccinatiecampagne onwaar en misleidend zijn. De Reclame Code Commissie heeft alle klachten afgewezen.

LS&R 1935

Auteursrechtinbreuk door advertenties voor mondkapjes op Bol.com

Rechtbank Den Haag 16 mrt 2021, LS&R 1935; ECLI:NL:RBDHA:2021:3326 (VOF tegen MoMo Allround), https://lsenr.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-door-advertenties-voor-mondkapjes-op-bol-com

Vzr. Rechtbank Den Haag 16 maart 2021, IEF 19893, RB 3503, LS&R 1935; ECLI:NL:RBDHA:2021:3326 (VOF tegen MoMo Allround) Kort geding. MoMo Allround biedt onder de naam ‘Toys & Gadgets’ mondkapjes aan in advertenties op Bol.com, waarbij hij gebruik maakt van door VOF geregistreerde en gebruikte EAN-codes. De door VOF aan de EAN-codes gekoppelde informatie, waaronder Beneluxmerk, foto’s, logo,  productbeschrijving en handelsnaam, wordt hierdoor overgenomen in de advertenties. VOF stelt dat MoMo Allround inbreuk maakt op haar Beneluxmerk en het handelsnaamrecht. De vorderingen worden niet weersproken en toegewezen. MoMo Allround betwist ook niet dat het gebruik van foto’s, logo en productbeschrijving auteursrechtinbreuk oplevert, zodat ook het daarop gegronde inbreukverbod wordt toegewezen.

LS&R 1883

Uitspraak ingezonden door Gregor Vos, Brinkhof.

Klacht van Bayer over reclame-uitingen gegrond

College Geneesmiddelen Reclame 20 nov 2020, LS&R 1883; (Bayer tegen Novartis), https://lsenr.nl/artikelen/klacht-van-bayer-over-reclame-uitingen-gegrond

CGR 19 november 2020, IEF 19593, RB 3460, LS&R 1883; K20.006 (Bayer tegen Novartis) Bayer en Novartis zijn ondernemingen die zich bezig houden met de productie, verhandeling en distributie van geneesmiddelen. Novartis brengt in Nederland het UR-geneesmiddel Beovu® (werkzame stof: brolucizumab) op de markt. Bayer heeft een klacht ingediend over verschillende reclame-uitingen van Novartis voor haar geneesmiddel Beovu. De CGR heeft de klacht van Bayer toegewezen en de claims van Novartis verboden onder meer vanwege het ontbreken van wetenschappelijke onderbouwing. Een beroepsbeoefenaar kan op het verkeerde been worden gezet.

LS&R 1876

Uitspraak ingezonden door Robbert Sjoerdsma, Holla Advocaten.

CGR: claims zijn onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd

College Geneesmiddelen Reclame 2 nov 2020, LS&R 1876; (Novartis tegen Bayer), https://lsenr.nl/artikelen/cgr-claims-zijn-onvoldoende-wetenschappelijk-onderbouwd

CGR 2 november 2020, IEF 19553, RB 3453, LS&R 1876; K20.005 (Novartis tegen Bayer) Bayer brengt in Nederland het UR-geneesmiddel Eylea op de markt en Novartis het rechtstreeks concurrerende geneesmiddel Lucentis. Bayer heeft in de tijdschriften Compakt Oogheelkunde en De Oogarts een advertentie geplaatst voor Eylea waarin een aantal claims worden gedaan, waaronder: “Maar liefst 40% van de patiënten in de 4-wekelijkse extensiegroep had na 1 jaar behandeling met Eylea® een volgend gepland injectie-interval tot 16 weken.” Verder heeft Bayer in juni 2020 een mailing doen uitgaan over Eylea waarin een afbeelding is opgenomen met de te tekst ”Wat erin zit, maakt het verschil”. Novartis klaagt tegen deze claims.

LS&R 1866

Uitspraak ingezonden door Robbert Sjoerdsma, Holla Advocaten.

CGR: reclame geneesmiddel Zejula is misleidend

College Geneesmiddelen Reclame 30 sep 2020, LS&R 1866; (AstraZeneca tegen GSK), https://lsenr.nl/artikelen/cgr-reclame-geneesmiddel-zejula-is-misleidend

GGR 30 september 2020, RB 3441, LS&R 1866; K20.004 (AstraZeneca tegen GSK) Reclamerecht. AZ en GSK houden zich bezig met de productie en verhandeling van geneesmiddelen en zijn vergunninghouders als bedoeld in de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. AstraZeneca brengt het geneesmiddel Lynparza op de Nederlandse markt. GSK brengt het geneesmiddel Zejula op de Nederlandse markt. Zejula en Lynparza zijn rechtstreeks concurrerende producten. GSK heeft tijdens een symposium en in een advertentie de navolgende tekst gebruikt: “ZEJULA® De enige PARPi met een positief CieBOM-advies voor de afzonderlijke subgroepen met een non-BRCA óf BRCA-tumor* met platinasensitief, recidiverend ovariumcarcinoom¹”. AstraZeneca klaagt dat deze uitingen in strijd zijn met de Gedragscode.

LS&R 1845

Misleidende informatie in brochures

Rechtbank Amsterdam 3 jul 2020, LS&R 1845; ECLI:NL:RBAMS:2020:3285 (Goodlife tegen Farco), https://lsenr.nl/artikelen/misleidende-informatie-in-brochures

Vzr. Rechtbank Amsterdam 3 juli 2020, RB 3430, LS&R 1845; ECLI:NL:RBAMS:2020:3285 (Goodlife tegen Farco) Kort geding. Misleidende reclame medische hulpmiddelen. Goodlife is distributeur van medische hulpmiddelen in de Benelux en heeft het recht op de exclusieve distributie in Nederland van het medische hulpmiddel "Ialuril". Farco is in Duitsland marktleider in producten voor urologische toepassing en verhandelt haar producten wereldwijd. Farco brengt het medische hulpmiddel 'Instillamed' op de markt. Beide medische hulpmiddelen zijn zogeheten blaasspoelvloeistoffen die onder meer worden toegepast voor de behandeling van de aandoening interstitiële cystitis (ook wel chronisch blaaspijnsyndroom genoemd). Beide middelen bevatten hyaluronzuur en chondroïtinesulfaat als werkzame stoffen. Bij brief van 5 november 2019 heeft Goodlife Farco gesommeerd om promotie-brochures voor Instillamed waarin wordt verwezen naar studies met Ialuril niet te verspreiden en/of te distribueren in Nederland. In dit kort geding wordt ervan uitgegaan dat de brochures een verkeerde indruk wekken en in zoverre misleidend zijn. Voor de onderbouwing van de effectiviteit van Instillamed wordt verwezen naar onderzoeken die met Ialuril zijn uitgevoerd, zonder dat daarbij duidelijk wordt gemaakt dat niet wetenschappelijk bewezen is dat Instillamed gelijkwaardig is aan Ialuril. Door die brochures te verspreiden, handelt Farco dan ook onrechtmatig jegens Goodlife.

LS&R 1836

Uitspraak ingestuurd door Robbert Sjoersma, Holla Advocaten.

Observatoire studie als wetenschappelijke onderbouwing vergelijkende claim

College Geneesmiddelen Reclame 30 jun 2020, LS&R 1836; (Janssen tegen Astellas), https://lsenr.nl/artikelen/observatoire-studie-als-wetenschappelijke-onderbouwing-vergelijkende-claim

CGR 30 juni 2020, RB 3428, LS&R 1836; B20.01 (Janssen tegen Astellas) Reclamerecht. Beslissing van de Commissie van Beroep van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame. De Codecommissie heeft op verzoek van Astellas, Janssen bevolen de vergelijkende reclame - De uitkomsten van de interim analyse tonen voor de AQUARiUS studie betere resultaten aan op vlak van cognitieve & vermoeidheidsgerelateerde eindpunten voor abiraterone + prednison in vergelijking met enzalutamide - in de toekomst niet meer te gebruiken. Janssen gaat hiertegen in beroep. Geen van de door Janssen aangevoerde gronden slaagt. Interessant aan deze uitspraak is dat de Commissie van Beroep overweegt dat vergelijkbare claims in beginsel gebaseerd dienen te zijn op onderzoek naar de effectiviteit van de vergeleken geneesmiddelen en dat een observatoire studie in beginsel kan dienen als wetenschappelijke onderbouwing van een vergelijkende claim.