Octrooirecht  

LS&R 1445

Directe inbreuk op tweede medische indicatie voor osteoporose

Rechtbank Den Haag 5 apr 2017, LS&R 1445; ECLI:NL:RBDHA:2017:3430 (Sun Pharmaceutical tegen Novartis), https://lsenr.nl/artikelen/directe-inbreuk-op-tweede-medische-indicatie-voor-osteoporose

Rechtbank Den Haag 5 april 2017, IEF 16729; LS&R 1445; ECLI:NL:RBDHA:2017:3430 (Sun Pharmaceutical tegen Novartis) Octrooirecht. Eindvonnis. Tweede medische indicatie. Vgl. HR-uitspraak 14 april, IEF 16723. Swiss type claim. Sun laat haar zoledroninezuur bereiden door Sun, gevestigd in India (hierna: Sun India). Verhandeling in Nederland van rechtstreeks verkregen product van in buitenland toegepaste werkwijze door gelieerde concernonderneming is een directe inbreuk op EP 689 B3. Sun dient de schade te vergoeden en alle verzekeringsmaatschappijen die een tender hebben uitgeschreven waaraan Sun heeft meegedaan en alle partijen waarmee Sun een overeenkomst heeft, te informeren. Sun kan uitsluitend deelnemen in een tenderprocedure/leveren volgens een overeenkomst die voldoende garandeert dat de levering van 5mg/100ml zoledroninezuur voor de behandeling van osteoporose wordt voorkomen.

LS&R 1444

Uitspraak mede ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff Buruma; Rutger Kleemans en Jelle Drok, Freshfields Bruckhaus Deringer.

HR: Sun heeft het niet in haar macht indirecte octrooiinbreuken in de distributieketen volledig te verhinderen

Hoge Raad 14 apr 2017, LS&R 1444; ECLI:NL:HR:2017:692 (Sun Pharmaceutical tegen Novartis), https://lsenr.nl/artikelen/hr-sun-heeft-het-niet-in-haar-macht-indirecte-octrooiinbreuken-in-de-distributieketen-volledig-te-ve

HR 14 april 2017, IEF 16723; LS&R 1444; ECLI:NL:HR:2017:692 (Sun Pharmaceutical tegen Novartis) Octrooirecht. Kort geding-cassatie na IEF 14599 en IEF 13841. Octrooi voor tweede medische indicatie. Swiss-type claim. Het beroep op een prioriteitsdocument dient te worden onderzocht of in dat document, in zijn geheel beschouwd, de geclaimde uitvinding direct en ondubbelzinnig aan de gemiddelde vakman, die gebruik maakt van zijn algemene vakkennis, wordt geopenbaard. Het hof heeft die juiste maatstaf vooropgesteld.

Het hof heeft terecht geoordeeld dat – ervan uitgaande dat indirecte inbreuk op een ‘Swiss-made claim’ rechtens mogelijk is – onder die omstandigheden aan de vereisten van indirecte octrooi-inbreuk als bedoeld in art. 73 lid 1 ROW 1995 is voldaan. Indirecte inbreuk. Van producent zijn er te verlangen inspanningen om te voorkomen dat zijn product voor de geoctrooieerde indicatie wordt voorgeschreven. Het is niet in de macht van Sun om inbreuk in de distributieketen en bij het gebruik van haar product steeds en volledig te verhinderen.

Geen strijd met het mededingingsrecht (r.o. 3.6.3 en .4). Verbod is te algemeen, waardoor executieproblemen mogelijk zijn.  In kort-gedingcassatie behoeft geen afstemming met oordeel bodemrechter aan de orde [IEF 16729]. Het verwijzingshof dient zich wel ernaar te richten. Beroep wordt verworpen.

LS&R 1430

Inbreukverbod: Geen impliciete openbaarmaking van toediening van vitamine B12

Rechtbank Den Haag 1 mrt 2017, LS&R 1430; ECLI:NL:RBDHA:2017:1907 (Eli Lilly tegen Sandoz), https://lsenr.nl/artikelen/inbreukverbod-geen-impliciete-openbaarmaking-van-toediening-van-vitamine-b12

Vzr. Rechtbank Den Haag 1 maart 2017, IEF 16625; LS&R 1430; ECLI:NL:RBDHA:2017:1907 (Eli Lilly tegen Sandoz) Octrooirecht. Lilly brengt geneesmiddel ALIMTA op de markt bij behandeling van tumorgroei van bepaalde longkankers. Na octrooi is een ABC verkregen voor een 'pemetrexed, desgewenst in de vorm van een farmaceutisch aanvaardbaar zout'. Tevens is ze houdster van EP(NL)1313508 'Combination containing an antifolate and methylmalonic acid lowering agent'. Er is onvoldoende kans dat het octrooi nietig zal worden bevonden, omdat het niet inventief zou zijn. Er is geen (impliciete) openbaarmaking van de toediening van vitamine B12. Het inbreukverbod wordt toegewezen.

 

LS&R 1427

Octrooien en aanvragen vallen onder Research Agreement

Rechtbank Den Haag 8 feb 2017, LS&R 1427; ECLI:NL:RBDHA:2017:1107 (AIMM tegen Crucell), https://lsenr.nl/artikelen/octrooien-en-aanvragen-vallen-onder-research-agreement

Rechtbank Den Haag 8 februari 2017, IEF 16585; LS&R 1427; ECLI:NL:RBDHA:2017:1107 en ECLI:NL:RBDHA:2018:13748 (AIMM tegen Crucell). Opeising octrooirecht en vordering naamsvermelding uitvinders. AIMM is een biotechnologisch onderzoeksbedrijf. 843a Rv exhibitie incident. Crucell is een biofarmaceutisch bedrijf dat zich richt op de productie en marketing van antilichamen en vaccins tegen besmettelijke ziekten. Partijen hebben een Research Agreement gesloten, waarin zij zijn overeengekomen dat aanspraken op Octrooien en Aanvragen aan Crucell toekomen. Er zijn B-cellen opgekweekt en daaruit zijn 16 antilichamen geïsoleerd en geïdentificeerd. De reikwijdte van de ‘Research’ was niet beperkt tot de 10 Immunoglobuline M(IgM)’s , de 6 Immunoglobuline G (IgG)'s vielen daar ook onder. Crucell kan aanspraak maken op de Octrooien voor die uitvinding, ook als AIMM zou slagen in het bewijs dat de AIMM Medewerkers de uitvinding hebben gedaan. Dat betekent dat er geen recht tot opeising, onrechtmatig handelen en/of een toerekenbare tekortkoming is. Het door AIMM gelegde bewijsbeslag wordt opgeheven.

 
 
LS&R 1424

Vragen aan HvJ EU: Kan een ABC-houder import naar Duitsland uit toetredende EU-lidstaten tegenhouden, ondanks dat er een ABC-regeling was, maar geen basisoctrooi van de ABC in die landen bestond?

Hof van Justitie EU 6 feb 2017, LS&R 1424; (Pfizer tegen Orifarm), https://lsenr.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-kan-een-abc-houder-import-naar-duitsland-uit-toetredende-eu-lidstaten-tegenhouden

HvJ EU 6 februari 2017, IEF 16569; IEFbe 2080; LS&R 1424; C-681/16 (Pfizer tegen Orifarm) ABC. Octrooirecht. Verzoekster is een in IER gevestigde onderneming van het Pfizer-concern. Zij is in het octrooiregister ingeschreven als houdster van een ABC dat is 31-03-2006 afgegeven door het DUI patentbureau voor het in DUI geldende basisoctrooi (voor TNF-bindende eiwitten), in 1989 afgegeven aan AHP Manufacturing en vervallen op 31-08-2010. Het ABC beschermt Etanercept (werkzame stof van het geneesmiddel Enbrel) en geldt als vergunning voor het in de handel brengen. De eerste vergnning voor Enbrel is op 01-02-2000 in ZWI afgegeven en zo geldig voor de EU. Het ABC was in DUI geldig tot 01-02-2015, en na een ‘pediatrische verlenging’ (Vo. 1901/2006) tot 01-09-2015 niet meer geldig. Verweerster (Orifarm in Leverkusen/DUI) maakt deel uit van de DEN Orifarm groep, actief in de parallelimport (uit landen waar de prijzen lager liggen). Zij maakt bij brief van 27-06-2013 aan verzoekster haar voornemen bekend parallelimport te beginnen vanuit EST en LET, en later ook uit andere NLS (BUL, KRO, LIT, POL, ROE, SLW, SLV, TSJ en HON). In april 2015 ontdekt verzoekster op de DUI markt verpakkingen waarop verweerster als parallelimporteur wordt genoemd. Zij start een procedure waarin zij betoogt dat verweerster het ABC heeft geschonden en verzoekt om informatie, terugroeping en vernietiging alsook om vaststelling van de schadevergoedingsplicht. Zij is van mening dat de regelingen van de specifieke mechanismen, die zijn opgenomen in de toetredingsakten van de NLS, op het onderhavige geval van toepassing zijn waardoor verweerster zich niet op het argument van uitputting kon beroepen. Verweerster stelt dat de specifieke mechanismen om verschillende redenen niet van toepassing zijn. (zie de noot van de vertaler onderaan pagina 4 voor wat betreft het verschil in de DUI versie van de toetredingsakten van de begrippen “Besonderen Mechanismus” en “Speziellen Mechanismus”.) Gestelde vragen:

1. Kan degene aan wie een aanvullend beschermingscertificaat is verleend voor de Bondsrepubliek Duitsland zich op de regelingen van de specifieke mechanismen beroepen om te verhinderen dat producten uit de nieuwe lidstaten Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië, Slowakije, Roemenië, Bulgarije en Kroatië (bijlage IV bij de toetredingsakte van 2003, PB 2003, L 236, blz. 797, zoals gewijzigd bij PB 2004, L 126, blz. 4, voor Estland, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Hongarije, Slowakije en Tsjechië; deel I, bijlage V, punt 1, van de toetredingsakte van 2005, PB 2005, L 157, blz. 268, voor Roemenië en Bulgarije; bijlage IV bij de toetredingsakte van 2011, PB 2012, L 112, blz. 60, voor Kroatië) in de Bondsrepubliek Duitsland worden ingevoerd, wanneer het aanvullende beschermingscertificaat in de Bondsrepubliek Duitsland werd aangevraagd op een tijdstip waarop in die nieuwe lidstaten (die toen nog toetredende landen waren) al regelingen bestonden voor de verkrijging van een dergelijk aanvullend beschermingscertificaat, maar een dergelijk certificaat in die staten niet kon worden aangevraagd door of verleend aan de houder van het voor de Bondsrepubliek Duitsland afgegeven beschermingscertificaat, aangezien deze in de betrokken staten niet beschikte over een basisoctrooi, wat nodig was om een aanvullend beschermingscertificaat te kunnen verkrijgen?

LS&R 1423

Uitspraak ingezonden door Maarten Rijks, Taylor Wessing.

Het is denkbaar dat een ander procedé voor productie gel is ontwikkeld

Rechtbank Gelderland 30 jan 2017, LS&R 1423; ECLI:NL:RBGEL:2017:550 (Secmatix tegen Noviotech), https://lsenr.nl/artikelen/het-is-denkbaar-dat-een-ander-proced-voor-productie-gel-is-ontwikkeld

Vzr. Rechtbank Gelderland 30 januari 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:550 (Secmatix tegen Noviotech) Octrooirecht. Contractenrecht. Secmatix ontwikkelt producten voor geneesmiddelenonderzoek en heeft voor een nieuw molecuul, polyisocyanopeptide (PIC), een octrooi aangevraagd: "Method for the preparation of high molecular weight oligio(alkylene glycol) functionalized polisocyanopeptides". Aan gedaagde is een licentie afgegeven om de PIC-technologie te gebruiken voor het verrichten van research en development, alsmede de vervaardiging en verkoop van producten onder gebruikmaking van de technologie. Secmatix stelt dat NovioTech in strijd met de Company Sublicense Agreement (CSA) en termsheet PIC heeft laten produceren en voor welke toepassing(en) vertrouwelijke informatie aan Novioponics en Syncom heeft verstrekt met voor de productie van PIC’s. NovioTech betwist dat gemotiveerd en stelt dat Syncom een eigen procedé heeft ontwikkeld dat geheel afwijkt van het procedé uit de octrooiaanvraag. Het is goed mogelijk dat NovioTech gebruik heeft gemaakt van informatie om PIC’s te produceren, maar het is ook denkbaar dat er een ander procédé is ontwikkeld of informatie openbaar toegankelijk is, via tijdschriftartikelen en de gepubliceerde octrooiaanvraag. Toewijzing van enig deel van het gevorderde op dit punt zou ertoe kunnen leiden dat NovioTech genoopt zou kunnen worden vertrouwelijke informatie over dat procedé prijs te geven aan Secmatix. De vordering tot nakoming van CSA en termsheet, onder meer inhoudende het overleggen van stukken en het houden van een audit, wordt afgewezen.

LS&R 1422

Hogere voorziening tegen mededingingsrechtelijk besluit vanwege octrooischikkingen met Lundbeck

Hof van Justitie EU 25 nov 2016, LS&R 1422; (Xellia c.s. tegen Europese Commissie), https://lsenr.nl/artikelen/hogere-voorziening-tegen-mededingingsrechtelijk-besluit-vanwege-octrooischikkingen-met-lundbeck

Hogere voorziening HvJ EU 25 november 2016, IEF 16559; IEFbe 2077; C-611/16 P (Xellia c.s. tegen Europese Commissie) en vgl. C-586/16 P (Sun Pharmaceutical) Octrooirecht. Mededingingsrecht. Beperking markttoegang vanwege bestaande octooirechten. Tot staving van de hogere voorziening voeren rekwirantes negen gronden aan, gebaseerd op onjuiste rechtsopvattingen van het Gerecht. Het Gerecht heeft de verkeerde juridische maatstaf toegepast om te beoordelen of Alpharma een potentiële concurrent was in de context waarin haar producten inbreuk maakten op Lundbecks octrooien. Bij het ontbreken van bewijs dat Lundbecks octrooien zwak waren, moeten de octrooien worden vermoed geldig te zijn en moet toetreding tot de markt met een inbreukmakend product worden geacht onwettig zijn.

Hoewel het Gerecht erkent dat Alpharma pas vlak voor de schikking ontdekte dat Lundbecks octrooi zou worden verleend en dat haar producten inbreuk maakten op Lundbecks octrooien, heeft het verzuimd te beoordelen of de Commissie had bewezen dat toetreding tot de markt voor Alpharma een economisch haalbare strategie bleef in het licht van deze bijkomende belemmeringen voor toegang. In plaats daarvan steunde het Gerecht op bewijs dat niet in het litigieuze besluit was genoemd en heeft het ten onrechte de bewijslast naar rekwirantes verschoven, opdat zij de stelling van de Commissie weerleggen dat Alpharma een potentiële concurrent was.

LS&R 1409

Uitspraak ingezonden door Paul Reeskamp en Marijn van der Wal, DLA Piper.

Grondslag van hoofdverzoek en hulpverzoek ontvalt na definitief oordeel Technische Kamer van Beroep

Rechtbank Den Haag 4 jan 2016, LS&R 1409; ECLI:NL:RBDHA:2017:131 (Coloplast tegen Medical4you), https://lsenr.nl/artikelen/grondslag-van-hoofdverzoek-en-hulpverzoek-ontvalt-na-definitief-oordeel-technische-kamer-van-beroep

Rechtbank Den Haag 4 januari 2017, IEF 16484, LS&R 1409; ECLI:NL:RBDHA:2017:131 (Coloplast tegen Medical4you) Octrooirecht. Procesrecht. Coloplast is houdster van EP1145729B1 voor een gebruiksklaar urinekathetersamenstel (dochter van EP398). EP729 is gewijzigd in stand gelaten bij de EOB oppositiedivisie, maar in beroep bij de TKB zijn het (ook in de Nederlandse procedure voorliggende) hoofd- en hulpverzoek herroepen. De TKB zal later beslissen over de geldigheid van twee resterende hulpverzoeken. Coloplast heeft na pleidooi haar eis gewijzigd en deze twee hulpverzoeken ingebracht in de - door haar gekozen - Nederlandse VRO-procedure. Dat is in strijd met de goede procesorde, mede gelet op het versnelde karakter van de VRO-procedure. Het verzoek tot schorsing totdat de TKB definitief heeft beslist, wordt geweigerd, nu partijen eerder te kennen gaven op korte termijn een vonnis te willen. De grondslag voor Coloplast's vorderingen is komen te ontvallen doordat zij zich niet langer op het hoofdverzoek en hulpverzoek beroept. In reconventie worden conclusie 1, en een aantal volgconclusies vernietigd nu Coloplast de geldigheid daarvan niet langer verdedigt. Proceskostenveroordeling jegens Coloplast vastgesteld op €92.500 (in conventie) en €92.500 (in reconventie).

LS&R 1401

Prejudicieel gestelde vragen HvJ EU: Is een einde-procedure-bericht gelijkwaardig aan ABC-vergunning

Hof van Justitie EU 10 nov 2016, LS&R 1401; (MSD tegen Comptroller-General), https://lsenr.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-hvj-eu-is-een-einde-procedure-bericht-gelijkwaardig-aan-abc-vergunning

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 10 november 2016, IEF 16456; IEFbe 2034; LS&R 1401; C-567/16 (MSD tegen Comptroller-General) Octrooirecht. ABC. Verzoekster heeft een ‘ABC’-aanvraag ingediend voor twee werkzame stoffen (ezetimibe en atorvastatine) in haar product Atozet. De aanvraag steunt op het EUR basisoctrooi dat 19-05-1999 is verleend. Onbetwist is dat de farmaceutische samenstelling in de twee stoffen wordt beschermd door conclusie 17 van het octrooi. De verwijzende rechter besluit de volgende vragen aan het HvJEU te stellen:

(1) Dient een einde-procedure-bericht dat door de referentielidstaat overeenkomstig artikel 28, lid 4 [GeneesmiddelenRl] is opgesteld vóór het vervallen van het basisoctrooi, te worden beschouwd als gelijkwaardig aan een vergunning voor het in de handel brengen voor de toepassing van artikel 3, onder b) [“ABC-verordening”] zodat een aanvrager van een aanvullend beschermingscertificaat in de betrokken lidstaat een dergelijk certificaat kan aanvragen en verkrijgen op basis van het einde-procedure-bericht? (...)

LS&R 1388

Octrooi tegen seksuele stoornissen nietig, vermalen werkzame stof voor versnelde opname lag volstrekt voor de hand

Rechtbank Den Haag 26 okt 2016, LS&R 1388; ECLI:NL:RBDHA:2016:12751 (ACTELION PHARMACEUTICALS LTD tegen ICOS CORPORATION), https://lsenr.nl/artikelen/octrooi-tegen-seksuele-stoornissen-nietig-vermalen-werkzame-stof-voor-versnelde-opname-lag-volstrekt

Rechtbank Den Haag 26 oktober 2016, IEF 16345; LS&R 1388; ECLI:NL:RBDHA:2016:12751 (ACTELION PHARMACEUTICALS LTD tegen ICOS CORPORATION) Octrooi. Geneesmiddel. Zowel Actelion als Icos ontwikkelen en exploiteren geneesmiddelen. Actelion wenst ‘tadalafil’ op de Nederlandse markt te brengen zodra het ABC is verlopen. Icos kan zich niet op EP 092 beroepen omdat het octrooi nietig is. Actelion stelt terecht dat WO 675, net als het octrooi, tot doel heeft seksuele stoornissen te behandelen met behulp van tadalafil. Het enige verschil tussen Icos' octrooi en WO675 is de relatief kleine deeltjesgrootte van de tadalafil, waarmee de oplossnelheid van tadalafil wordt verbeterd en daarmee de biologische beschikbaarheid. Het door het octrooi opgeloste objectieve technische probleem is derhalve: het voorzien in een vorm van tadalafil (voor orale toediening) met een verbeterde oplossnelheid (ten opzichte van de ‘ruwe’ vorm) en (daarmee) een verbeterde biologische beschikbaarheid. Het verkleinen van de deeltjesgrootte is een voor de hand liggend extra voordeel van het vermalen tot kleinere deeltjes. Conclusie 1 is niet inventief, het Nederlandse deel van EP 092.