Gepubliceerd op maandag 6 februari 2017
LS&R 1423
Rechtbank Gelderland ||
30 jan 2017
Rechtbank Gelderland 30 jan 2017, LS&R 1423; ECLI:NL:RBGEL:2017:550 (Secmatix tegen Noviotech), https://lsenr.nl/artikelen/het-is-denkbaar-dat-een-ander-proced-voor-productie-gel-is-ontwikkeld

Uitspraak ingezonden door Maarten Rijks, Taylor Wessing.

Het is denkbaar dat een ander procedé voor productie gel is ontwikkeld

Vzr. Rechtbank Gelderland 30 januari 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:550 (Secmatix tegen Noviotech) Octrooirecht. Contractenrecht. Secmatix ontwikkelt producten voor geneesmiddelenonderzoek en heeft voor een nieuw molecuul, polyisocyanopeptide (PIC), een octrooi aangevraagd: "Method for the preparation of high molecular weight oligio(alkylene glycol) functionalized polisocyanopeptides". Aan gedaagde is een licentie afgegeven om de PIC-technologie te gebruiken voor het verrichten van research en development, alsmede de vervaardiging en verkoop van producten onder gebruikmaking van de technologie. Secmatix stelt dat NovioTech in strijd met de Company Sublicense Agreement (CSA) en termsheet PIC heeft laten produceren en voor welke toepassing(en) vertrouwelijke informatie aan Novioponics en Syncom heeft verstrekt met voor de productie van PIC’s. NovioTech betwist dat gemotiveerd en stelt dat Syncom een eigen procedé heeft ontwikkeld dat geheel afwijkt van het procedé uit de octrooiaanvraag. Het is goed mogelijk dat NovioTech gebruik heeft gemaakt van informatie om PIC’s te produceren, maar het is ook denkbaar dat er een ander procédé is ontwikkeld of informatie openbaar toegankelijk is, via tijdschriftartikelen en de gepubliceerde octrooiaanvraag. Toewijzing van enig deel van het gevorderde op dit punt zou ertoe kunnen leiden dat NovioTech genoopt zou kunnen worden vertrouwelijke informatie over dat procedé prijs te geven aan Secmatix. De vordering tot nakoming van CSA en termsheet, onder meer inhoudende het overleggen van stukken en het houden van een audit, wordt afgewezen.

4.6. (...) Het is goed mogelijk dat NovioTech in strijd met de CSA gebruik heeft gemaakt van informatie van Secmatix om Syncom en/of Novioponics in staat te stellen PIC’s te produceren. Maar het is ook denkbaar dat daarvoor inderdaad een ander procedé is ontwikkeld. Toewijzing van enig deel van het gevorderde op dit punt zou ertoe kunnen leiden dat NovioTech genoopt zou kunnen worden vertrouwelijke informatie over dat procedé prijs te geven aan Secmatix. De voorzieningenrechter kan dat niet overzien. Het is overigens ook mogelijk, zoals NovioTech stelt, dat informatie aan de hand waarvan PIC’s kunnen worden geproduceerd openbaar toegankelijk is, via tijdschriftartikelen en de gepubliceerde octrooiaanvraag van Secmatix. Ook dat laat zich niet vast stellen. Voor het overige heeft Secmatix niet met stukken onderbouwd aannemelijk gemaakt dat, en zo ja, welke vertrouwelijke informatie NovioTech aan Syncom, Novioponics of anderen in strijd met de CSA ter beschikking heeft gesteld. Vorderingen die hierop zijn gebaseerd komen onder deze omstandigheden niet voor toewijzing in aanmerking.

4.7. Wat de audit betreft, geldt dat de voorzieningenrechter op grond van hetgeen de partijen hebben aangevoerd niet met voldoende mate van zekerheid kan vaststellen dat en zo ja, in welk opzicht NovioTech in strijd met haar verplichtingen uit de CSA informatie heeft achtergehouden en dat en zo ja in welke omvang nadere informatie verschaft dient te worden, zonder dat daarmee het risico bestaat dat Secmatix op haar beurt vertrouwelijke informatie van NovioTech zou verkrijgen waarop zij geen aanspraak kan maken. Ook overigens geldt dat de voorzieningenrechter op basis van de niet gespecificeerde en niet onderbouwde en door NovioTech weersproken stellingen niet op een verantwoorde manier kan vaststellen of en zo ja in welke omvang op NovioTech verplichtingen rusten die tot toewijzing van een van de (overige) vorderingen moeten leiden. Voor de hand ligt dat NovioTech na afloop van de CSA informatie als onder I j van de vordering bedoeld aan Secmatix zal moeten retourneren maar bij gebreke van voldoende specificatie is deze vordering te vaag om voor toewijzing in aanmerking te komen.

4.8. De conclusie is dat geen van de vorderingen van Secmatix in dit kort geding kan worden toegewezen. Als Secmatix een of meer van haar vorderingen toegewezen wil zien dan zal zij alsnog veel nauwkeuriger en onderbouwd met bewijsstukken uiteen moeten zetten waarop zij precies aanspraak maakt binnen welke feitelijke context en dat NovioTech (waarschijnlijk) beschikt over al datgene wat Secmatix van haar verlangt en in staat is en gehouden is om daaraan te voldoen. Daarvoor zal zij dan een bodemprocedure moeten voeren.