Uitlatingen Inspectie over cardiologen niet onrechtmatig
Hof Den Haag 15 september 2020, IEF 19455, LS&R 1865; ECLI:NL:RBDHA:2018:14015 (Cardiologen tegen de Staat) Mediarecht. Onrechtmatige uitlatingen. Een drietal cardiologen vormden een maatschap in een ziekenhuis. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft een tuchtklacht ingediend tegen de cardiologen. De Inspectie heeft ten overstaan van het Regionaal Tuchtcollege in het bijzijn van de media het standpunt ingenomen dat de cardiologen ‘op alle fronten’ tekort zijn geschoten en dat patiënten zijn ‘blootgesteld aan het incompetente handelen van deze drie cardiologen’. Daarnaast heeft de Inspectie zich in de media negatief uitgelaten over de cardiologen. De cardiologen vorderen onder meer veroordeling van de Staat tot publicatie van een rectificatie op grond van art. 6:167 BW.
Uitspraak ingezonden door Jordi Bierens, Pels Rijcken.
Geen onevenredige benadeling openbaarmaking aanvraag handelsvergunning
ABRvS 30 september 2020, IEF 19451, LS&R 1864; ECLI:NL:RVS:2020:2302 (Medice tegen College ter beoordeling van geneesmiddelen) Auteursrecht. Databankenrecht. Medice heeft een handelsvergunning voor het geneesmiddel Amfexa. Een derde heeft het College ter beoordeling van geneesmiddelen middels een Wob-verzoek verzocht om openbaarmaking van het registratiedossier dat is gebruikt bij het nemen van het besluit tot registratie van dit geneesmiddel. Het dossier bevat ook de aanvraag voor de handelsvergunning van Medice. Medice heeft registratiedossier geformeerd en verzet zich tegen openbaarmaking van haar aanvraag. Medice meent dat de verzameling van door haar geselecteerde wetenschappelijke gegevens, die deel uitmaakt van haar aanvraag voor de handelsvergunning, een auteursrechtelijk beschermd werk, dan wel een beschermde databank is. Objectieve wetenschappelijke gegevens komen niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking. De vraag of de verzameling van de wetenschappelijke gegevens kan worden aangemerkt als een auteursrechtelijk beschermd werk wordt daargelaten, omdat het nadeel voor Medice bij openbaarmaking van die selectie gering is in het kader van art. 10 lid 2 aanhef en onder g Wob. Daarnaast kan de verzameling niet als een beschermde (spin-off) databank worden aangemerkt. Het hoger beroep van Medice is ongegrond en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd.
Verkoop desinfectiemiddel is inbreuk op auteursrecht
Vzr. Rechtbank Gelderland 27 juli 2020, IEF 19436, IT 3253, LS&R 1861; ECLI:NL:RBGEL:2020:4310 (Logic Chemie tegen TRENDX) Auteursrecht. Handelsnaamrecht. Kort geding. Logic Chemie verhandelt desinfectiemiddelen, waaronder het zogenaamde 'LogicSept'. TRENDX exploiteert een webshop. Partijen zijn een overeenkomst aangegaan op grond waarvan Logic Chemie 2000 liter LogicSept aan TRENDX zou verkopen en leveren en TRENDX de bevoegdheid kreeg de LogicSept onder die naam en met het ter beschikking gestelde etiket te verhandelen. Logic Chemie is haar verplichtingen uit de overeenkomst niet nagekomen, maar op dat moment had TRENDX al een grote hoeveelheid van het middel verkocht en het product op haar webshop geplaatst. Vervolgens heeft TRENDX zelf een desinfectiemiddel samengesteld met gebruikmaking van het etiket van Logic Chemie en alleen de naam veranderd naar ‘LogiScept2’. Logic Chemie vordert een verbod voor TRENDX om in strijd te handelen met haar auteursrecht en handelsnaamrecht. De vordering ten aanzien van het auteursrecht wordt toegewezen. Hoewel Logic Chemie haar verplichtingen uit de overeenkomst niet nakwam, stond het TRENDX niet vrij om een ander desinfectiemiddel met het etiket van LogicSept te leveren. TRENDX heeft daarmee inbreuk gemaakt op het auteursrecht van Logic Chemie. Het onderdeel van de vordering dat ziet op het handelsnaamrecht wordt afgewezen, omdat Logic Chemie niet actief is onder de handelsnaam LogicSept.
Licentieovereenkomst rechtsgeldig opgezegd
Hof Den Haag 18 februari 2020, IEF 19435, LS&R 1860; ECLI:NL:GHDHA:2020:1618 (Pepscan tegen Bicycle Therapeutics) Uitleg licentieovereenkomst. Octrooirecht. Zie eerder [IEF 17632]. Tussentijds appel met betrekking tot het oordeel van de rechtbank dat gelet op de taalkundige uitleg van de overeenkomst, Pepscan de licentieovereenkomst niet mocht beëindigen wegens niet-nakoming van de exclusieve afnameverplichting door Bicycle Therapeutics. Bij de beoordeling van dit geschilpunt moet niet alleen worden gekeken naar de taalkundige uitleg van die bepaling, maar ook naar de bedoelingen van partijen. Uit de overeenkomst vloeit voort dat de bedoeling van partijen was dat de exclusieve afnameverplichting van Bicycle Therapeutics van kracht zou zijn gedurende de looptijd van de licentieovereenkomst. Door het aangaan en de opzegging van de serviceovereenkomst is de bedoeling van partijen, en de uit de licentieovereenkomst voortvloeiende verplichtingen, niet gewijzigd en evenmin beëindigd. Aldus heeft Pepscan de PLA rechtsgeldig opgezegd wegens niet-nakoming van de exclusieve afnameverplichting door Bicycle Therapeutics. De grieven van Pepscan slagen. Het bestreden vonnis wordt in zoverre vernietigd. De zaak wordt terugverwezen naar de rechtbank voor afdoening van de vorderingen die niet aan het tussentijds appel zijn onderworpen.
ACM sluit onderzoek naar geneesmiddelenfabrikant AbbVie
De ACM startte in 2019 een onderzoek naar geneesmiddelenfabrikant AbbVie vanwege mogelijk misbruik van een machtspositie. In 2018 verliep het octrooi op de werkzame stof adalimumab. AbbVie gebruikt adalimumab voor het geneesmiddel Humira. Tot die tijd was Humira het geneesmiddel met de grootste omzet in Nederland. Om haar positie op de markt te behouden, heeft AbbVie in de periode na het octrooiverloop kortingen geboden aan ziekenhuizen. Ziekenhuizen konden alleen een hoge korting krijgen als alle bestaande patiënten Humira zouden blijven gebruiken en niet zouden overstappen naar een biosimilar.
Alsnog uitvoerbaar bij voorraad proceskostenveroordeling
Hof Den Haag 16 juni 2020, IEF 19432, LS&R 1858; ECLI:NL:GHDHA:2020:1626 (Bayer tegen Ceva) Procesrecht. Hoger beroep op [IEF 18693]. Bayer maakt onderdeel uit van het internationale Duitse concern Bayer AG, dat onder meer gericht is op onderzoek naar en ontwikkeling van farmaceutische producten en diergeneesmiddelen. Ceva maakt onderdeel uit van de Ceva groep, een Frans farmaceutisch concern dat is gespecialiseerd in onder meer de ontwikkeling van medicijnen. Volgens Bayer dreigde Ceva inbreuk te maken op haar octrooi EP 496 in Nederland; de vorderingen werden afgewezen. In hoger beroep werd in het incident onder meer de eerdere veroordeling van Bayer tot vergoeding van de proceskosten van Ceva tot een bedrag van € 208.639,- uitvoerbaar bij voorraad verklaard; in de hoofdzaak wordt de zaak naar de rol verwezen.
Uitspraak ingezonden door Dirk-Jan Ridderinkhof, Hogan Lovells.
Franse rechter acht Eli Lilly's pemetrexed-octrooi geldig
Tribunal Judiciaire de Paris 11 september 2020, IEF 19430, LS&R 1857, IEFbe 3122; 17/10421 (Eli Lilly tegen Frensenius) Zie eerder [IEF 19261], [IEF 19082], [IEF 17690], [IEF 18534]. Deze zaak ziet op de (equivalente) beschermingsomvang van Europees octrooi EP (NL) 1 313 508, waarvan Lilly houdster is. De Franse rechter acht het pemetrexed-octrooi van Lilly geldig en legt Frensenius Kabi een permanent inbreukverbod op.
Extra panel over online-zittingen tijdens het Nederlands Octrooicongres
Hoe hebben advocaten en rechter de online-zittingen tot nu toe beleefd? Morgenmiddag deelt een gemixed panel hun ervaringen met online-zittingen tijdens het Nederlands Octrooicongres 2020.
Een mooie toevoeging aan het programma met o.a. Freyke Bus (Rechtbank Den Haag), Margot Kokke (Rechtbank Den Haag) en Daan de Lange (Brinkhof)
Voor de late inschrijvers: aanmelden voor het Nederlands Octrooicongres deel 2 is nog mogelijk! Neem contact op via info@delex.nl, of meld je aan via de website.
Vernietiging octrooi Richter wegens gebrek aan nieuwheid
Rechtbank Den Haag 29 juli 2020, IEF 19398, LS&R 1854; ECLI:NL:RBDHA:2020:7089 (Biogen c.s. tegen Richter) Octrooirecht. Inbreuk. Nietigheid. Richter is houdster van EP 667 voor: ‘Pharmaceutical anti-TNF-alpha Antibody Formulation’. Biogen c.s. heeft later geneesmiddel Imraldi® op de Europese markt gebracht. Biogen c.s. vordert vernietiging van het Nederlandse deel van het octrooi, omdat het niet nieuw, dan wel niet inventief is ten opzichte van Manning, Bender en Humira, en het niet nawerkbaar is. Richter vordert om Biogen c.s. te verbieden inbreuk op haar octrooi te maken met de Imraldi-producten. De zaken worden samen behandeld. Conclusie 1 van EP 667 is ongeldig, wegens gebrek aan nieuwheid, ook in de voorgestelde gewijzigde vorm van de hulpverzoeken. De vordering tot vernietiging van het Nederlandse deel van het octrooi wordt toegewezen. In de inbreukzaak worden de vordering afgewezen, nu op een nietig octrooi geen inbreuk gemaakt kan worden.
Uitspraak ingezonden door Jeroen Boelens, NautaDutilh.
Incidentele inzagevordering Biomet is 'hengeltochtje'
Rechtbank Rotterdam 2 september 2020, IEF 19399; LS&R 1855; C/10/581437 / HA ZA 19-817 (Heraeus tegen Biomet) Bedrijfsgeheimen. Vonnis in incident. Heraeus en Biomet c.s. houden zich bezig met de ontwikkeling en verkoop van botcement. Heraeus brengt het botcement onder de merknaam Palacos op de markt. Biomet c.s. hebben een botcement op de markt gebracht met eigenschappen die (nagenoeg) gelijk waren aan de eigenschappen van het Palacos botcement. Dit leidt tot een geschil over onrechtmatig gebruik van bedrijfsgeheimen. Biomet c.s. vorderen in incident Heraeus te veroordelen inzage in en afgifte van een zeer groot aantal bescheiden van diverse aard te verstrekken. Deze vordering is te beschouwen als een 'hengeltochtje', aangezien de gevorderde inzage geen betrekking heeft op ‘bepaalde’ bescheiden. Hierdoor hebben Biomet c.s. geen rechtmatig belang bij de gevorderde inzage. De incidentele vordering van Biomet c.s. wordt afgewezen.