LS&R 2245
17 juni 2024
Artikel

Fly me to the moon – het nieuwe Versneld Regime Octrooizaken

 
LS&R 2243
7 juni 2024
Artikel

Laatste plekken: Nederlands Octrooi Congres - 11 juni 2024

 
LS&R 2241
3 juni 2024
Artikel

Vacature Simmons & Simmons: Advocaat-stagiaire IP / Life Sciences

 
LS&R 1845

Misleidende informatie in brochures

Rechtbank Amsterdam 3 jul 2020, LS&R 1845; ECLI:NL:RBAMS:2020:3285 (Goodlife tegen Farco), https://lsenr.nl/artikelen/misleidende-informatie-in-brochures

Vzr. Rechtbank Amsterdam 3 juli 2020, RB 3430, LS&R 1845; ECLI:NL:RBAMS:2020:3285 (Goodlife tegen Farco) Kort geding. Misleidende reclame medische hulpmiddelen. Goodlife is distributeur van medische hulpmiddelen in de Benelux en heeft het recht op de exclusieve distributie in Nederland van het medische hulpmiddel "Ialuril". Farco is in Duitsland marktleider in producten voor urologische toepassing en verhandelt haar producten wereldwijd. Farco brengt het medische hulpmiddel 'Instillamed' op de markt. Beide medische hulpmiddelen zijn zogeheten blaasspoelvloeistoffen die onder meer worden toegepast voor de behandeling van de aandoening interstitiële cystitis (ook wel chronisch blaaspijnsyndroom genoemd). Beide middelen bevatten hyaluronzuur en chondroïtinesulfaat als werkzame stoffen. Bij brief van 5 november 2019 heeft Goodlife Farco gesommeerd om promotie-brochures voor Instillamed waarin wordt verwezen naar studies met Ialuril niet te verspreiden en/of te distribueren in Nederland. In dit kort geding wordt ervan uitgegaan dat de brochures een verkeerde indruk wekken en in zoverre misleidend zijn. Voor de onderbouwing van de effectiviteit van Instillamed wordt verwezen naar onderzoeken die met Ialuril zijn uitgevoerd, zonder dat daarbij duidelijk wordt gemaakt dat niet wetenschappelijk bewezen is dat Instillamed gelijkwaardig is aan Ialuril. Door die brochures te verspreiden, handelt Farco dan ook onrechtmatig jegens Goodlife.

LS&R 1844

Arnold & Siedsma neemt octrooibureau LC Patents uit Hasselt over

Octrooi- en merkenbureau Arnold & Siedsma is een kantoor rijker. Sinds 1 juli gaat LC Patents uit het Belgische Hasselt verder als onderdeel van het bureau. De overname past uitstekend binnen de groeiambities van Arnold & Siedsma dat zich wilde uitbreiden op het gebied van chemie, waar LC Patents haar sporen in heeft verdiend. De overname is een unieke kans om de marktpositie in België te versterken op het gebied van farmacie, life sciences en biotechnologie.

De volledige integratie van fullservice octrooibureau LC Patents in Arnold & Siedsma is voltooid op 1 januari 2021. De komende zes maanden wordt daar druk aan gewerkt. Ondertussen draait LC Patents gewoon door in Hasselt; vooralsnog onder de eigen naam. “Hun elf medewerkers blijven er allemaal werkzaam en zijn sinds kort dus onze collega’s. We zijn uiteraard blij met en trots op deze kwalitatieve en kwantitatieve uitbreiding van ons bureau en onze dienstverlening. Een mooi succes, zeker nu we dit jaar 100 jaar bestaan”, aldus Paul Hylarides, partner bij Arnold & Siedsma.

LS&R 1843

Schorsing publicatiebesluit wegens onvoldoende motivering

Rechtbank Rotterdam 8 jul 2020, LS&R 1843; ECLI:NL:RBROT:2020:6011 (Publicatiebesluit melatonine), https://lsenr.nl/artikelen/schorsing-publicatiebesluit-wegens-onvoldoende-motivering

Rechtbank Rotterdam 8 juli 2020, LS&R 1843; ECLI:NL:RBROT:2020:6011 (Publicatiebesluit melatonine) Bestuursrecht. Bij brief van 31 oktober 2019 heeft verweerder verzoekster op de hoogte gebracht van het feit dat de IGJ in samenwerking met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (de NVWA) het toezicht op producten die het hormoon melatonine bevatten gaat intensiveren. Producten met een dagdosering van 0,3 mg melatonine worden beschouwd als levensmiddel en vallen derhalve onder de Warenwet. Producten met een doseeradvies van meer dan 0,3 mg per dag vallen onder de Geneesmiddelenwet. Dit brengt mee dat deze producten als geneesmiddel dienen te worden geregistreerd en dat een vergunning nodig is voor het in de handel brengen van die producten. Bij verzoekster is bij een inspectie gebleken dat zij zulke geneesmiddelen in voorraad heeft gehad, te koop heeft aangeboden, heeft verkocht en afgeleverd. Hiervan is een conceptrapport opgesteld, waar verzoekster op heeft gereageerd. Op 15 mei 2020 heeft verweerder bij publicatiebesluit in de zin van artikel 44 Gezondheidswet dit conceptrapport definitief vastgesteld en openbaar gemaakt. Tegen dit publicatiebesluit heeft verzoekster bezwaar gemaakt. Gelet op recentere wetenschappelijke artikelen en andere publicaties, is het de vraag of het door verweerder aangehouden uitgangspunt stand kan houden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat vanaf een dagdosis melatonine van 0,3 mg of meer wetenschappelijk – naar de huidige stand van de wetenschap – een ‘noemenswaardig en gunstig effect op verschillende fysiologische functies van het lichaam’ optreedt en dat producten met een dagdosering van melatonine van 0,3 mg of meer een werking als geneesmiddel hebben. De voorzieningenrechter oordeelt dan ook dat hier in bezwaar nog een nader onderzoek dan wel een aanvullende motivering of toelichting op gegeven dient te worden en verweerder zal dienen in te gaan op de door verzoekster overgelegde (recentere) artikelen uit de wetenschap. Concluderend is het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig voorbereid en gemotiveerd. Derhalve wordt het bestreden besluit geschorst tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar.

LS&R 1841

deLex najaarsagenda 2020

deLex najaarsagenda 2020

Blijf ook dit najaar op de hoogte met de actualiteitenlunches, webinars en congressen van deLex. Met actuele, interactieve programma’s en volop gelegenheid tot netwerken!

Waar mogelijk organiseren we bijeenkomsten op locatie, waar nodig gaan we online.

De agenda:

  • Dinsdag 8 september: Nederlands Octrooicongres deel 2, Online
  • Dinsdag 6 oktober: Benelux Merkencongres deel 2, Hybride (onilne en op locatie)
  • Woensdag 18 november: Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht
  • Donderdag 26 november: Nationaal Mediarechtcongres 2020
  • Woensdag 2 december: Jurisprudentielunch Octrooirecht
  • Donderdag 10 december: Nationaal Reclamerechtcongres 2020, Hotel Jakarta Amsterdam

Het najaarsprogramma belooft nog veel meer, met een Kunst & IE maand, meer actualiteitenlunches, een Retailmiddag, en - in herhaling - een actualiteitenmiddag Entertainment & Muziek. Kijk voor meer informatie op de website of mail naar info@delex.nl

LS&R 1840

Uitspraak ingezonden door Martijn de Lange, Octrooicentrum Nederland.

HvJ EU: uitleg verordening voor aanvullende beschermingscertificaten

Hof van Justitie EU 9 jul 2020, LS&R 1840; ECLI:EU:C:2020:53 (Santen), https://lsenr.nl/artikelen/hvj-eu-uitleg-verordening-voor-aanvullende-beschermingscertificaten

HvJ EU 9 juli 2020, IEF 19314, LS&R 1840, IEFbe 3097; ECLI:EU:C:2020:531 (Santen) Artikel 3 d), van Verordening (EG) 469/2009 moet als volgt worden uitgelegd: een handelsvergunning kan niet worden beschouwd als de eerste handelsvergunning in de zin van deze bepaling, wanneer deze betrekking heeft op een nieuwe therapeutische toepassing van een actief ingrediënt of een combinatie van actieve ingrediënten, waarvoor al een handelsvergunning is verleend voor een andere therapeutische toepassing.
Het is voor de 2e keer in de geschiedenis - de eerste keer was C-121/17 [IEF 17872] - dat het Hof als Grand Chamber een uitspraak deed over de ABC-Verordening. De reden daarvoor was de spanning die bestond tussen een aantal uitspraken aan het begin van de eeuw en de beruchte uitspraak in de zaak Neurim in 2012. Het Hof neemt nu expliciet afstand van de redenatie in Neurim.

LS&R 1839

Artikel ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird.

Inzet van dwanglicenties voor geneesmiddelen - wordt er een probleem opgelost?

Op 2 juli 2020 heeft Minister Wiebes het rapport “Persoonlijke beschouwing over de inzet van de dwanglicenties bij hoge prijzen van medicijnen” van de heer A. de Jong, ambtenaar bij de Algemene Bestuursdienst, aan de Tweede Kamer gestuurd. Het rapport zelf is van 16 juni. Eigenlijk was het de bedoeling dat er een rapport zou komen van een Commissie Dwanglicenties, maar door interne onenigheid is het niet gelukt een gezamenlijk rapport te formuleren. De commissie bestond uit de heer De Jong (voorzitter), prof. Anselm Kamperman Sanders (hoogleraar intellectuele eigendom aan Maastricht University), prof. Bert Leufkens (hoogleraar farmaceutische wetenschappen aan Utrecht University en voormalig voorzitter van het College ter beoordeling van Geneesmiddelen), mr. Ellen ’t Hoen (onderzoeker bij het Universitair Medisch Centrum Groningen), Harrold van Barlingen (investeerder in life science bedrijven) en dr. Marcel Canoy (zorgenoom aan de Erasmus Universiteit Rotterdam). Naar het schijnt is in de commissie onenigheid ontstaan, waardoor het niet tot een rapport van de gehele commissie is gekomen. Kennelijk was het niet de bedoeling om de sector waar het over gaat bij het advies te betrekken.

Lees hier het gehele artikel van Wouter Pors.

LS&R 1837

Recht op privacy wijkt voor recht op informatievrijheid

23 jun 2020, LS&R 1837; ECLI:NL:GHAMS:2020:1802 (Google tegen Geïntimeerde), https://lsenr.nl/artikelen/recht-op-privacy-wijkt-voor-recht-op-informatievrijheid

Hof Amsterdam 23 juni 2020 IT 3182; ECLI:NL:GHAMS:2020:1802 (Google tegen Geïntimeerde) Privacyrecht. Bij het googelen van de naam van geïntimeerde (plastisch chirurg), verschenen tussen de zoekresultaten koppelingen naar onder meer www.zwartelijstartsen.nl en www.drimble.nl met vermelding van de naam van geïntimeerde, haar BIG-nummer, haar specialisme en de uitspraak van het Tuchtcollege. Geïntimeerde verzocht Google de koppelingen te verwijderen. Google wees dit verzoek af en stelde dat de URL’s in de zoekresultaten gerechtvaardigd worden door het wezenlijk belang van het grote publiek hier toegang tot te hebben. Het Hof oordeelt - in tegenstelling tot de rechtbank - dat het recht op informatievrijheid van Google en derden hier zwaarder weegt dan het recht op privacy en bescherming van persoonsgegevens van geïntimeerde. Hoewel uit vaste rechtspraak (HR X/Google en HvJEU Costeja) volgt dat in beginsel het recht op informatievrijheid van het publiek moet wijken voor het recht op privacy en bescherming van persoonsgegevens, zijn er volgens het Hof in deze zaak bijzondere omstandigheden die ervoor zorgen dat in dit geval het recht op informatievoorziening wint. Allereerst omdat de arts een kwetsbare groep patiënten behandelt met weinig behandelopties, die eenvoudig en online toegang moeten hebben tot informatie over de voor- en nadelen van hun arts. Ten tweede wordt het BIG-register, met daarin aantekening van aan een arts opgelegde maatregelen, in de praktijk nauwelijks door patiënten geraadpleegd. Daarnaast behelst de Wet BIG geen regels over wat derden mogen publiceren of vindbaar maken over tuchtrechtelijke maatregelen. Tot slot is de vermelding van de arts op de ‘zwarte lijst’ van SIN-NL, waarnaar de zoekresultaten verwijzen, volgens het Hof recent, relevant, feitelijk, niet onnodig grievend en actueel. Derhalve hoeft Google de zoekresultaten niet te verwijderen.

LS&R 1836

Uitspraak ingestuurd door Robbert Sjoersma, Holla Advocaten.

Observatoire studie als wetenschappelijke onderbouwing vergelijkende claim

College Geneesmiddelen Reclame 30 jun 2020, LS&R 1836; (Janssen tegen Astellas), https://lsenr.nl/artikelen/observatoire-studie-als-wetenschappelijke-onderbouwing-vergelijkende-claim

CGR 30 juni 2020, RB 3428, LS&R 1836; B20.01 (Janssen tegen Astellas) Reclamerecht. Beslissing van de Commissie van Beroep van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame. De Codecommissie heeft op verzoek van Astellas, Janssen bevolen de vergelijkende reclame - De uitkomsten van de interim analyse tonen voor de AQUARiUS studie betere resultaten aan op vlak van cognitieve & vermoeidheidsgerelateerde eindpunten voor abiraterone + prednison in vergelijking met enzalutamide - in de toekomst niet meer te gebruiken. Janssen gaat hiertegen in beroep. Geen van de door Janssen aangevoerde gronden slaagt. Interessant aan deze uitspraak is dat de Commissie van Beroep overweegt dat vergelijkbare claims in beginsel gebaseerd dienen te zijn op onderzoek naar de effectiviteit van de vergeleken geneesmiddelen en dat een observatoire studie in beginsel kan dienen als wetenschappelijke onderbouwing van een vergelijkende claim.