Tamara Elmore en Annemiek Tepper zijn benoemd tot partner bij V.O.
Per 1 januari zijn twee nieuwe partners toegetreden tot V.O.: Tamara Elmore en Annemiek Tepper. Met deze uitbreiding van het partnerteam is V.O. nog beter in staat om de groeiende klantenkring binnen de secties Chemie en Life Sciences van dienst te zijn.
Tamara Elmore is als octrooigemachtigde gespecialiseerd op het terrein van onder andere biochemie, biomedische technologie, celbiologie, farmaceutica en microbiologie. Nadat zij in 2002 haar PhD in moleculaire biologie had behaald, begon zij haar carrière bij een groot farmaceutisch bedrijf in Zwitserland. Vervolgens trad ze bij een IE-kantoor in Boston in dienst als US Patent Agent. In 2009 maakte zij de overstap naar V.O.. Tamara werkt vanuit de Utrechtse vestiging van V.O.
Webinar: de nieuwe Franchisewet en Privacy
Welke gevolgen heeft de nieuwe Franchisewet voor uw cliënten? Wat betekent dit voor franchisegever en -nemer, voor contracten, IE-rechten en voor privacyrechten?
In de eerste weken van 2021 zetten verschillende experts deze gevolgen uiteen in een serie online seminars. Het eerstvolgende seminar, deel 3 in deze serie, vindt plaats op donderdag 4 februari.
Eva de Vries (SOLV advocaten) besteedt tijdens dit webinar onder andere aandacht aan:
Artikel ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird.
Pors: initiatiefwetsvoorstel 'dwanglicenties' is symboolwetgeving
In juli schreef Wouter Pors over het rapport “Persoonlijke beschouwing over de inzet van de dwanglicenties bij hoge prijzen van medicijnen” van de heer A. de Jong van 16 juni 2020 [IEF 19313]. Dit rapport was het resultaat van de onmogelijkheid om binnen de commissie Dwanglicenties tot overeenstemming te komen. De conclusie was dat de dwanglicentie ten onrechte in het rapport wordt geschetst als dé mogelijke oplossing voor het beschikbaar komen van een geneesmiddel en bovendien ten onrechte de indruk wordt gewerkt dat de dwanglicentie in geval van een epidemie op zichzelf al een daadwerkelijke oplossing voor een tekort aan geneesmiddelen zou zijn.
Nu heeft dit rapport een vervolg gekregen, doordat de Kamerleden Ellemeet en Ploumen op 23 december 2020 een initiatiefwetsvoorstel indienden tot wijziging van de Rijksoctrooiwet (ROW) om in een noodsituatie of crisis een dwanglicentie als bedoeld in artikel 57 ROW te kunnen verlenen voor een farmaceutisch product. Inmiddels is dit wetsvoorstel onderwerp van een publieke consultatie [IEF 19699].
Kamerbrief over handreiking inzagerecht nabestaanden medisch dossier
Minister Van Ark schreef een brief over het opstellen van een handreiking voor artsen en patiënten over inzagerecht van het medisch dossier van nabestaanden.
Lees verder op Rijksoverheid.nl.
Geen spoedeisend belang
Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 8 januari 2021, IEF 19710, LS&R 1902 ; ECLI:NL:RBOBR:2021:167 ( PK tegen Vemedia) Kort geding. Vemedia is een onderneming op het gebied van zelfzorggeneesmiddelen en gezondheidsproducten. PK c.s. maken onderdeel uit van een Zwitsers concern dat zich richt op de verkoop van OTC producten, zelfzorgmiddelen die zonder recept te verkrijgen zijn in drogisterijen, apotheken en supermarkten. PK Holdline is houdster van een groot aantal merken, waaronder Unie- en Beneluxwoord en -beeldmerk LUCOVITAAL. PK cs stellen onder meer dat Vemedia inbreuk maakt op haar merkrechten en willen Vemedia verbieden gebruik te maken van de tekens "Leefvitaal" dan wel andere tekens die overeenstemmen met de merken voor de waren en diensten waarvoor de merken zijn ingeschreven. De vorderingen van PK c.s. worden bij gebreke van een voldoende spoedeisend belang afgewezen. Een oordeel van de bodemrechter kan op afzienbare termijn worden verwacht.
Flitsseminar Franchisewet op donderdag 21 januari
Schuif aan en blijf op de hoogte met deze online flitsseminars over de nieuwe Franchisewet! In de komende weken zetten experts diverse aspecten van de nieuwe wet uiteen in een nieuwe serie flitsseminars van deLex. In no time krijgt u een helder overzicht van alle gevolgen.
Tijdens een (verdiepend) seminar op donderdagochtend 21 januari gaat Esther Brons-Stikkelbroeck in op de gevolgen voor de verhouding franchisegever-franchisenemer.
Aanmelden voor dit seminar is nog mogelijk, via deze link.
Alle seminars in deze serie vinden vinden online plaats, van 09:30 – 11:00 uur. Check voor het programma en/of inschrijven onze website, of neem contact op via info@delex.nl.
Drogist op afstand in supermarkten is in strijd met de wet
Raad van State 4 november 2020, IT 3374, LS&R 1900; ECLI:NL:RVS:2020:2631 (CBD tegen minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) De zaak draaide om een verzoek van Stichting Centraal Bureau Drogisterijbedrijven en Parfumeriebedrijven (CBD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om maatregelen te nemen tegen enkele Albert Heijn supermarkten in Assen en Groningen. Zij verkopen geneesmiddelen die zonder recept verkrijgbaar zijn, maar die wel uitsluitend in een apotheek of onder toezicht van een drogist mogen worden verkocht, zoals grotere hoeveelheden of hogere doseringen paracetamol en ibuprofen. Volgens CBD maken de supermarkten hierbij gebruik van het concept ‘Drogist op Afstand’ waarbij klanten voorlichting kunnen krijgen over een geneesmiddel van een drogist op afstand via een telefoon- of videogesprek. Volgens CBD is dat in strijd met de Geneesmiddelenwet.
Uitspraak ingezonden door Gino van Roeyen, LAWNCH.
Merkenrecht komt toe aan Sharpsight
Hof Den Haag 22 december 2020, IEF19679, LS&R 1898; C/09/575985 KG ZA 19-581 (Sharpsight tegen Medical Workshop) Zie ook [IEF 18761] en [IEF 18810]. Medical Workshop is een totaalleverancier op het gebied van de oogheelkunde. Sharpsight houdt zich bezig met het ontwerpen en vermarkten van optische apparaten. Arluso is bestuurder en enig aandeelhouder van Sharpsight. A. Gonçalves is bestuurder van Arluso. Gonçalves is oogarts en houder van een aantal octrooien in verband met oogheelkunde. Het octrooi ziet op een hulpmiddel voor het vereenvoudigen van intra-vitreale injecties. Op basis van de Licentieovereenkomst heeft Medical Workshop het alleenrecht gekregen het product te produceren en verkopen. Medical Workshop is daarnaast houdster van het Uniewoordmerk INVITRIA en is van plan om na afloop van de licentieovereenkomst de naam Invitria te gaan gebruiken voor andere producten.
Mr. S.K. Martens Academie 2021
Na een bijzondere jaar waarin we 16 deelnemers mochten feliciteren met de afronding van de postacademische specialisatie-opleiding IE- en procesrecht in de commerciële praktijk aan de Mr. S.K. Martens Academie, staan we klaar voor de studenten van 2021!
We kijken met plezier terug op de zes fysieke en tien online bijeenkomsten die we organiseerden voor de eerste deelnemers. Bijeenkomsten waarin we ons hebben verdiept in niet minder dan 39 onderwerpen over het IE (proces)recht. Het was intensief, leerzaam en bracht goede onderlinge contacten.
HvJ EU: beantwoording prejudiciële vragen over bewijslast gezondheidsclaims
HvJ EU 9 september 2020, IEF 19670, RB 3472, LS&R 1895, IEFbe 3163; ECLI:EU:C:2020:693 (Konsumentombudsman tegen Mezina AB) Mezina is actief op het gebied van het vervaardigen en het in de handel brengen van natuurlijke remedies en voedingssupplementen. Bij het in de handel brengen van deze producten, gebruikt Mezina gezondheidsclaims. De verordening nr. 1924/20061 regelt dat, bij etikettering van en de reclame voor levensmiddelen, er voor moet worden gezorgd dat de stoffen waarvoor een claim wordt gedaan, een bewezen heilzaam nutritioneel of fysiologisch effect hebben. De richtlijn 2005/29 beschermt de consument en verbiedt handelaren een verkeerde indruk te geven van de aard van producten. De Konsumentombudsman heeft beroep ingesteld om daarmee Mezina te verbieden deze gezondheidsclaims te gebruiken. De behandeling van de zaak is geschorst en het Hof wordt de prejudiciële vragen gesteld of de bewijslast op de handelaar rust die een bepaalde gezondheidsclaim doet of op de autoriteit die de nationale rechter verzoekt de handelaar te verbieden deze claim nog te gebruiken. Geoordeeld wordt dat de betrokken exploitant de gebruikte claim met algemeen aanvaard wetenschappelijk bewijs dient te onderbouwen.