Opmerkingen van Willem Hoyng, HOYNG ROKH MONEGIER.
Opmerkingen naar aanleiding van jurisprudentielunch octrooirecht
Naar aanleiding van de jurisprudentielunch octrooirecht van woensdag 30 november heeft Willem Hoyng een vijftal opmerkingen ingestuurd:
1. Tijdens de jaarlijkse octrooijurisprudentie bespreking heb ik gewaarschuwd voor het feit dat een opt out lang niet altijd gevolgd zal kunnen worden door een opt inaangezien een derde die het octrooi vreest wel heel makkelijk een opt in onmogelijk kan maken door bijvoorbeeld een nietigheidsprocedure te beginnen en dat het daarbij niet nodig is dat die nietigheidsprocedure ook met een vonnis eindigt maar dat het effect ook wordt bereikt door het na aanhangig maken intrekken van de procedure etc.
Vacature: merken- en modellengemachtigde bij Bird & Bird
Bird & Bird is op zoek naar een merken- en modellengemachtigde die zowel vanuit het kantoor Den Haag als Amsterdam kan gaan werken.
De werkzaamheden
De sectie Intellectueel Eigendom bestaat uit een hecht team van bijna 20 advocaten, een ervaren Europees merken- en modellengemachtigde en een octrooigemachtigde. Een goede match met dit dynamisch team is van groot belang.
De wereld houdt niet op bij de landsgrenzen en onze zaken ook niet. In veel gevallen wordt er een internationale strategie uitgezet en in meer landen tegelijk uitgevoerd. Als merken- en modellengemachtigde werk je dagelijks samen met collega’s van over de hele wereld aan o.a. beschikbaarheidsonderzoeken en het opstellen en uitvoeren van internationale depotstrategieën. Daarnaast sta je cliënten bij met het voeren van onderhandelingen, oppositie- en nietigheidsprocedures. Wij bieden onze cliënten een one-stop shop op het gebied van merken- en modellenrecht in een internationale setting. Lees verder >>
Prejudiciële vragen over "passende schadeloosstelling"
HvJ EU 20 september 2022, IEF 21114, IEFbe 3585; C‑472/22 (Mylan) Via MinBuza: Op 3 december 2009 heeft het nationaal octrooi- en registratiebureau op basis van het in Finland gevalideerde Europees octrooi in Finland het aanvullend beschermingscertificaat nr. 266 verleend. Mylan heeft haar geneesmiddel ‘EMTRICITABINE/TENOFOVIR DISOPROXIL MYLAN 200 mg/245 mg, filmomhulde tablet’ in het voorjaar van 2017 aangeboden in het kader van openbare aanbestedingen van twee Finse verpleegkundige districten en deze aanbestedingen voor het genoemde product gewonnen. De geldigheidsduur van het voornoemde basisoctrooi is inmiddels op 25 juli 2017 verstreken. Gilead Sciences Finland hebben op 15 september 2017 bij de Markkinaoikeus (bijzondere rechter bevoegd voor handelsrecht, mededingingsrecht, overheidsopdrachten en internationaal privaatrecht, Finland) een vordering ingesteld tegen onder meer Mylan wegens inbreuk op aanvullend beschermingscertificaat nr. 266. In dezelfde context heeft Gilead een verzoek om een voorlopige maatregel tegen Mylan ingediend. Mylan heeft zich verzet tegen de vordering van Gilead wegens inbreuk en tegen het verzoek van Gilead om een voorlopige maatregel, en heeft van haar kant bij de Markkinaoikeus een vordering tot nietigverklaring van aanvullend beschermingscertificaat nr. 266 ingesteld.
Uitspraak ingezonden door Frank Eijsvogels, HOYNG ROKH MONEGIER.
Vordering tot vernietiging octrooi Astellas afgewezen
Rb Den Haag 23 november 2022, IEF 21109, LS&R 2133; ECLI:NL:RBDHA:2022:12463, C/09/625472 / HA ZA 22-183 (Sandoz tegen Astellas) Sandoz maakt deel uit van de Novartis Group, een wereldwijd farmaceutisch bedrijf dat zich bezighoudt met de productie, distributie en verhandeling van farmaceutische producten. Astellas is een Japans farmaceutisch bedrijf dat zich bezighoudt met het onderzoek naar en de ontwikkeling en verhandeling van innovatieve farmaceutische producten. Astellas is houdster van het Nederlandse deel van octrooi EP 1559 427, Sandoz vordert vernietiging van dit octrooi omdat met name conclusie 1 van het octrooi niet inventief is. De rechtbank is het niet met Sandoz eens en oordeelt dat conclusie 1 wel inventief is. Hiermee zijn de vervolgconclusies ook inventief, de vordering van Sandoz wordt afgewezen.
Jurisprudentielunch octrooirecht met update UPC op 30 november
Alle uitspraken weer op een rijtje: Schuif aan tijdens de jaarlijkse jurisprudentie update van Willem Hoyng en Bart van den Broek op woensdag 30 november! Na de lunch nemen we u mee in alle recente rechtspraak en bent u na drie uur weer volledig op de hoogte. We hebben deze keer het programma uitgebreid met een extra onderdeel, namelijk een update UPC! Hierin zulln de de meest recente en interessante ontwikkelingen van het Unified Patent Court besproken worden. Verneem de laatste berichten uit eerste hand en begin de laatste maand van het jaar goed!
Enkele uitspraken die zullen worden besproken:
De dood van de equivalentie? (Tinus/Koopman (IEF 20978))
Status crossborder (o.a. Longi/Hanwha (IEF 20692) en Boston/Cook (IEF 20766))
Onrechtmatige daad voor verlening (Novartis/Mylan (IEF 20873));
Plausibiliteit (BMS/Sandoz (IEF 20705) en Novartis/Mylan (IEF 21054))
Pharmathen maakt inbreuk op octrooi Novartis
Hof Den Haag 15 november 2022, IEF 21102, LS&R 2132; ECLI:NL:GHDHA:2022:2327 (Pharmathen tegen Novartis) Zie [IEF 20858]. Novartis meent dat Pharmathen met het produceren van haar octreotide LAR-producten inbreuk maakt op het octrooi van Novartis. De voorzieningenrechter heeft Novartis' vordering om Pharmathen te verbieden inbreuk te maken op het octrooi van Novartis toegewezen voor alle landen waar het octrooi van Novartis van kracht is. Pharmathen is tegen de uitspraak in hoger beroep gegaan. Het hoger beroep van Pharmathen faalt grotendeels. Het hof is met de voorzieningenrechter van oordeel dat Pharmathen inbreuk maakt op EP 519. Er is geen sprake van een letterlijke inbreuk, maar wel sprake van inbreuk door equivalentie omdat aan alle vier de voorwaarden uit hof Den Haag Eli Lilly/ Fresenius; permetrexed wordt voldaan. Alleen het door de voorzieningenrechter toegewezen verbod op onrechtmatig handelen en het toegewezen bevel tot het instrueren van Pharmathen Griekenland voor zover betrekking hebbend op het Griekse deel van EP 519 worden door het hof vernietigd en opnieuw rechtdoende alsnog afgewezen.
Nationaal Reclamerechtcongres op 15 december
Binnenkort gaan we alweer van start met het Nationaal Reclamerechtcongres, op donderdag 15 december in Hotel Jakarta te Amsterdam. Ook dit jaar hebben Ebba Hoogenraad (Hoogenraad & Haak) en Willem Leppink (Ploum) een bijzonder en inspirerend programma voorbereid, met in de ochtend het jaarlijkse Jurisprudentie overzicht 'hot topics & greatest hits' van Ebba Hoogenraad, de jaarlijkse terug- en vooruitblik door Anne Jel Hoelen van de ACM èn een update van de Reclame Code Commissie.
HvJ EU: Bayer Intellectual Property
HvJ EU 17 november 2022, IEF 21099, LS&R 2131, IEFbe 3578; C‑204/20, ECLI:EU:C:2022:892 (Bayer Intellectual Property) Via MinBuza: Verzoekster is houdster van het Duitse merk ANDROCUR en maakt deel uit van de Bayer-groep. ANDROCUR is een geneesmiddel dat onder meer in Duitsland wordt verhandeld. Oorspronkelijk was het merk op 2 november 1956 ingeschreven op naam van Schering Aktiengesellschaft. Na verschillende wijzigingen van de naam van deze vennootschap werd het merk in 2012 overgedragen aan verzoekster. Verweerster is de grootste Duitse geneesmiddelenimporteur. Bij brief van 28 januari 2019 heeft zij verzoekster ervan in kennis gesteld dat zij het geneesmiddel ANDROCUR in verpakkingen met een inhoud van 50 tabletten zou invoeren uit Nederland en in Duitsland zou distribueren in verpakkingen met een inhoud van 50 of 100 tabletten.
HvJ EU: Merck Sharp & Dohme e.a.
HvJ EU 17 november 2022, IEF 21098, LS&R 2130, IEFbe 3577; C-224/20, ECLI:EU:C:2022:893 (Merck Sharp & Dohme e.a.) Via MinBuza: In deze verwijzingsbeschikking worden zeven zaken beschreven die hebben geleid tot de prejudiciële vragen. Deze zaken hebben betrekking op parallelimport/-distributie en herverpakking van geneesmiddelen. Verzoeksters zijn geneesmiddelenfabrikanten en merkhouders voor de geneesmiddelen die elk van hen vervaardigt en verkoopt. Verweersters voeren geneesmiddelen die door verzoeksters in andere landen van de EU in de handel zijn gebracht, parallel in Denemarken in. De verwerende parallelimporteurs herverpakken de geneesmiddelen in nieuwe buitenverpakkingen. Verzoekers stellen dat het merkenrecht een merkhouder het recht geeft om zich in omstandigheden als die van het hoofdgeding te verzetten tegen herverpakking in nieuwe buitenverpakkingen. De verwerende parallelimporteurs betogen dat de herverpakking noodzakelijk en dus rechtmatig is. De vraag rijst of de geneesmiddelenfabrikanten zich kunnen verzetten tegen die herverpakking.
HvJ EU: Novartis tegen Abacus Medicine
HvJ EU 17 november 2022; IEF 21097, LS&R 2129, IEFbe 3576; C-147/20,ECLI:EU:C:2022:891 (Novartis tegen Abacus Medicine) Via MinBuza. Het verzoek om een prejudiciële beslissing is ingediend in het kader van een geding tussen Novartis Pharma GmbH, die in Duitsland is gevestigd en in deze lidstaat houder is van de exclusieve rechten op de woordmerken Novartis en Votrient, en Abacus Medicine A/S, die is gevestigd in Denemarken, betreffende de verhandeling in Duitsland door laatstgenoemde vennootschap van geneesmiddelen van het merk Votrient die uit andere lidstaten parallel zijn ingevoerd.
Verweerster wil nieuwe verpakkingen gebruiken in plaats van de oorspronkelijke verpakkingen van verzoekster om aan de voorwaarden voor parallelimport te voldoen. Verweerster verwijst hierbij naar artikel 5.3 van verordening 2016/161 “De fabrikanten drukken de streepjescode op de verpakking af op een glad, gelijkmatig en laag reflecterend oppervlak”. Aangezien het etiket vanwege de siliconenlaag op de verpakking van Vorient makkelijk kan worden verwijderd, meent verweerster dat zij als parallelimporteur geen andere keuze heeft dan een eigen verpakking voor de distributie in Duitsland te gebruiken. Verzoekster verzoekt om verweerster te verbieden Votrient in nieuwe verpakkingen in de handel te brengen op grond van artikel 9(2) van verordening 2017/1001.
Beantwoording van de prejudiciële vragen: