Zaans Medisch Centrum moet persbericht rectificeren

Vrz. Rechtbank Noord-Holland 21 januari 2020, IEF 18969; LS&R 1776; ECLI:NL:RBNHO:2020:367 (ZMC tegen eiser) In september 2019 heeft het Zaans Medisch Centrum (ZMC) een persbericht geplaatst omtrent maatregelen tegen NDM-bacteriën in het ziekenhuis. Dit bericht was gebaseerd op een advies van een door het ziekenhuis ingesteld team van experts. De leverancier van het afvalverwerkingssysteem was het er op diverse punten inhoudelijk niet mee eens. Zij stelden dat het persbericht onterecht schade brengt aan hun reputatie en haar producten. Geoordeeld wordt dat het ziekenhuis onterecht de rol van het rioolstelsel in de problematiek niet benoemd. Ten aanzien van de mededelingen in het bericht omtrent het gebruik van gerecycled water en het gebruik van vermalers wordt geconcludeerd dat er geen sprake is van onrechtmatige uitlatingen. ZMC wordt veroordeeld tot het plaatsen van een rectificatie.
Schadevergoeding bij beëindiging overeenkomst Pimbio en Axxicon

Hof ’s-Hertogenbosch 14 januari 2020, LS&R 1775; ECLI:NL:GHSHE:2020:84 (Pimbio tegen Axxicon) Partijen zijn een samenwerkingsovereenkomst aangegaan voor het IPC project. Op een gegeven moment willen ze deze samenwerking beëindigen. Hierbij stelt Pimbio onder andere dat Axxicon hem volledig schadeloos moet stellen voor de extra kosten die Pimbio moet maken als gevolg van de verbreking van de samenwerking van partijen. Volgens Pimbio is Axxicon hier stilzwijgend mee akkoord gegaan. Axxicon betwist deze stelling en acht Pimbio juist schadeplichtig omdat het Pimbio is geweest die zich eenzijdig uit de samenwerking in het IPC project heeft teruggetrokken.
Uitspraak ingezonden door Erik Vollebregt, Axon Lawyers.
Preferentiebeleid CZ niet in strijd met Besluit zorgverzekeringen

Hof 's-Hertogenbosch 10 december 2019, LSR 1774; ECLI:NL:GHSHE:2019:4471 (CZ en Mylan tegen Teva) Verzekeraar CZ voert ten aanzien van een door Mylan in de handel gebracht geneesmiddel Glatirameeracetaat een preferentiebeleid. Dit heeft tot gevolg dat een door Teva in handel gebracht geneesmiddel genaamd Copaxone in beginsel niet meer voor vergoeding in aanmerking komt. Nu rijst de vraag of dit in strijd is met artikel 2.8 lid 3 van het Besluit zorgverzekering. Uit dit artikel volgt “dat van alle werkzame stoffen die voorkomen in de bij ministeriële regeling aangewezen geneesmiddelen ten minste een geneesmiddel voor de verzekerde beschikbaar is.” Teva meent dat dit niet het geval is. In kort geding vorderde Teva het preferentiebeleid buiten werking te stellen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat onvoldoende gesteld is dat het preferentiebeleid onrechtmatig is.
Geen beperkte aanspraak op Enbrel door voorkeursbeleid

Vzr. Rechtbank Den Haag 24 december 2019, LS&R 1772; ECLI:NL:RBDHA:2019:14242 (Pfizer tegen Zilveren Kruis) Pfizer stelt in deze zaak de voorgenomen afspraken tussen zorgverzekeraar Zilveren Kruis en zorgaanbieders over de vergoeding voor het geneesmiddel Enbrel en de biosimilars ter discussie. Hoewel het Zilveren Kruis in beginsel vrij staat om met zorgaanbieders de vergoedingen overeen te komen die haar goeddunken, kunnen de afspraken daarover onder omstandigheden jegens derden, zoals Pfizer, in strijd zijn met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Pfizer beroept zich op het Nutricia-arrest en betoogt dat de aanspraak van verzekerden op Enbrel wordt beperkt door het voorkeursbeleid van Zilveren Kruis. Anders dan in het Nutricia-arrest gaat het in deze zaak om onderlinge uitwisselbare geneesmiddelen. Enbrel en de biosimilars bevatten dezelfde werkzame stof, namelijk etanercept. De aanspraak op etanercept wordt niet beperkt door het voorkeursbeleid van Zilveren Kruis, nu deze aanspraak ook bij het voorschrijven van de biosimilars blijft bestaan.
Artikel ingezonden door Alexander Tsoutsanis, DLA Piper.
Alexander Tsoutsanis: desire 20.20 – van minder naar meer evenwicht in octrooidebat

1. Onlangs verscheen een reactie van mijn hand [IEF 18805] op het in BIE verschenen commentaar van Kleemans en Drok op een vonnis van de rechtbank Den Haag tussen Eli Lilly en Fresenius Kabi (ECLI:NL:RBDHA:2019:6107) [IEF 18534]. Kleemans c.s. [IEF 18824] en Hoyng [IEF 18547] hebben daar onlangs op gereageerd.
2. De zaak gaat over een geschil tussen twee farmaceuten, waarbij de vraag is of een generiek geneesmiddel tegen kanker inbreuk maakt op een octrooi. Meer specifiek gaat het om de vraag of de beschermingsomvang van het octrooi, mede gelet op de uitvindingsgedachte, verder strekt dan de bewoordingen van de octrooiconclusies, gelezen in het licht van de beschrijving, die
uitsluitend op één specifieke toedieningsvorm zien.
3. Al sinds de jaren ’70 is krachtens het Protocol bij de bepaling van beschermingsomvang een ‘redelijk’ evenwicht het uitgangspunt, waarbij het ‘midden’ wordt gehouden tussen een billijke bescherming van de octrooiaanvrager en een redelijke mate van rechtszekerheid voor derden.
Lees hier het gehele artikel van Alexander Tsoutsanis.
Artikel ingezonden door Wim Maas, TaylorWessing.
Wim Maas: reactie op AD-artikel 'Studenten TU/e moeten rechten van uitvinding afstaan'

De artikelen Studenten TU/e moeten rechten van uitvinding afstaan en TU/e wil uitvindingen claimen, gepubliceerd in het Algemeen Dagblad resp. het Eindhovens Dagblad vragen om een reactie. De teneur van zowel deze bijdragen als van het tv-programma 'NOS op 3' geeft blijk van een miskenning van de publieke taken van een universiteit. Ook de (in de artikelen aangehaalde) masterscriptie van Frank Rutgers getuigt van een beperkte kijk op wat de taak van een universiteit is.
Laten we in de eerste plaats vaststellen dat universiteiten grotendeels worden gefinancierd met ons belastinggeld (de Rijksbijdrage). Het collegegeld dat de studenten moeten betalen is – zeker vergeleken met het publieke geld dat jaarlijks naar universiteiten gaat – maar een beperkte bron van inkomsten. Kortom, wij betalen met zijn allen voor wetenschappelijk onderwijs. Ik denk dat iedereen het erover eens is dat goed wetenschappelijk onderwijs voor onze maatschappij van groot belang is, en dat we daar dus graag voor zouden moeten willen betalen via de belastingen. Het maakt echter wel extra duidelijk dat de universiteit publieke taken heeft.
Lees hier het gehele artikel van Wim Maas.
Internetconsultatie: naar een mkb-vriendelijke Rijksoctrooiwet 1995

Op 18 december 2019 is de consultatie gestart over beleid in voorbereiding met betrekking tot modernisering van de Rijksoctrooiwet 1995. De voorstellen die ter consultatie worden aangeboden zijn een eerste stap om de Rijksoctrooiwet 1995 toegankelijker te maken voor met name het mkb. Daarmee wordt opvolging gegeven aan aanbevelingen uit de Evaluatie va het Intellectuele Eigendomsbeleid uit 2018. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat beoogt met de voorstellen de drempel te verlagen om te kiezen voor octrooi-bescherming in het nationale systeem. Dat kan bijvoorbeeld door procedures te vereenvoudigen, de waarde van een rijksoctrooi te vergroten en de mogelijkheden voor handhaving te verbeteren. Tegelijkertijd wordt gekeken waar administratieve lasten kunnen worden verlaagd door bijvoorbeeld onnodige vormvoorschriften te schrappen.
Laatste plaatsen Nationaal Reclamerechtcongres

Klagers en influencers, purposewashing, rebranding, online reclame en het Nationaal Preventie-akkoord: allemaal onderwerpen die aan de orde komen tijdens het Nationaal Reclamerechtcongres van deLex!
Met het jaarlijkse overzicht van rechterlijke hits and misses door Ebba Hoogenraad, een terugblik van Anne-Jel Hoelen (ACM), Madeleine de Cock Buning (UU) over online en de huidige stand van de regelgeving, en de volgende onderwerpen en sprekers:
- Waarom is klagen leuk? Otto van der Harst (Stichting Reclame Code) licht toe, en vertelt over het nut van klagen.
- De #Ad campagne Nationale betutteling of niet: het Nationaal Preventieakkoord bestaat nu een jaar. Sarah Arayess licht de juridische kaders toe, en neemt samen met Otto van der Harst, Theo Heere (VBZ), Eva Knipscheer (Albert Heijn) en Peter de Wolf (Stiva) deel aan de paneldiscussie.
- Van Nuon naar Vattenfall: Melle van Diepen (Vattenfall) schetst de praktische ervaringen bij dit rebrandingtraject.
- Commercie en duurzaamheid: een goede combinatie? Willem van der Schoot, CEO bij Havas Lemz, kiest voor de positieve invalshoek en geeft aan hoe creativiteit ten goede kan worden ingezet in een commerciële omgeving.
Ebba Hoogenraad (Hoogenraad & Haak) en Willem Leppink (Ploum) staan garant voor een inspirerend en nieuw programma. Waar en wanneer? Op donderdag 12 december 2019 in het West-Indisch Huis. Het volledige programma is hier bijgevoegd. Meteen inschrijven kan ook.
We zien u graag tegemoet op 12 december!
Klachten omtrent medisch advies arbeidsongeschiktheid falen

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 3 december 2019, IT 2964, LS&R 1767; (Accountant tegen verzekeringsarts) Klaagster is accountant en heeft sinds juli 2015 diverse artsen bezocht vanwege maag-, darm-, gewrichts- en spierklachten. Zij was/is werkzaam als zelfstandig ondernemer, maar was arbeidsongeschikt. Om deze reden is er een claim bij haar arbeidsongeschiktheidsverzekeraar ingediend. Die verzekeraar heeft een medisch adviesbureau ingeschakeld voor de medische beoordeling van de arbeidsongeschiktheidsclaim. Verweerder is werkzaam voor dit medisch adviesbureau. Uit het schriftelijke advies, uitgebracht door de verzekeringsarts en zijn collega onder wiens verantwoordelijkheid hij werkte en tegen wie eveneens klachten aanhangig zijn, blijkt dat er volgens verweerder geen aanleiding bestaat om de arbeidsongeschiktheid vanaf de claimdatum niet kan worden vastgesteld. Klaagster heeft vervolgens haar klacht aanhangig gemaakt, inhoudende onder andere dat verweerder een onjuiste rapportage heeft uitgebracht, die gebaseerd is op onjuiste feiten en die verweerder weigert te corrigeren. De verwijten die klaagster verweerder maakt, zijn volgens het college ongegrond. De conclusies die verweerder heeft getrokken, zijn onderbouwd en de gegevens die deze aannames steunen, zijn vermeld in het rapport van het adviesbureau.
Laatste plaatsen beschikbaar voor Jurisprudentielunch Octrooirecht

Weer volledig op de hoogte na de jaarlijkse Jurisprudentielunch Octrooirecht van deLex, op woensdag 11 december 2019. Bart van den Broek en Willem Hoyng presenteren tijdens de lunch het complete overzicht van actuele uitspraken die relevant zijn voor uw praktijk.
Aanmelden is nog mogelijk, via info@delex.nl, of via de website. Let op: er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar!