Geen spoedeisend belang

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 8 januari 2021, IEF 19710, LS&R 1902 ; ECLI:NL:RBOBR:2021:167 ( PK tegen Vemedia) Kort geding. Vemedia is een onderneming op het gebied van zelfzorggeneesmiddelen en gezondheidsproducten. PK c.s. maken onderdeel uit van een Zwitsers concern dat zich richt op de verkoop van OTC producten, zelfzorgmiddelen die zonder recept te verkrijgen zijn in drogisterijen, apotheken en supermarkten. PK Holdline is houdster van een groot aantal merken, waaronder Unie- en Beneluxwoord en -beeldmerk LUCOVITAAL. PK cs stellen onder meer dat Vemedia inbreuk maakt op haar merkrechten en willen Vemedia verbieden gebruik te maken van de tekens "Leefvitaal" dan wel andere tekens die overeenstemmen met de merken voor de waren en diensten waarvoor de merken zijn ingeschreven. De vorderingen van PK c.s. worden bij gebreke van een voldoende spoedeisend belang afgewezen. Een oordeel van de bodemrechter kan op afzienbare termijn worden verwacht.
Flitsseminar Franchisewet op donderdag 21 januari

Schuif aan en blijf op de hoogte met deze online flitsseminars over de nieuwe Franchisewet! In de komende weken zetten experts diverse aspecten van de nieuwe wet uiteen in een nieuwe serie flitsseminars van deLex. In no time krijgt u een helder overzicht van alle gevolgen.
Tijdens een (verdiepend) seminar op donderdagochtend 21 januari gaat Esther Brons-Stikkelbroeck in op de gevolgen voor de verhouding franchisegever-franchisenemer.
Aanmelden voor dit seminar is nog mogelijk, via deze link.
Alle seminars in deze serie vinden vinden online plaats, van 09:30 – 11:00 uur. Check voor het programma en/of inschrijven onze website, of neem contact op via info@delex.nl.
Drogist op afstand in supermarkten is in strijd met de wet

Raad van State 4 november 2020, IT 3374, LS&R 1900; ECLI:NL:RVS:2020:2631 (CBD tegen minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) De zaak draaide om een verzoek van Stichting Centraal Bureau Drogisterijbedrijven en Parfumeriebedrijven (CBD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om maatregelen te nemen tegen enkele Albert Heijn supermarkten in Assen en Groningen. Zij verkopen geneesmiddelen die zonder recept verkrijgbaar zijn, maar die wel uitsluitend in een apotheek of onder toezicht van een drogist mogen worden verkocht, zoals grotere hoeveelheden of hogere doseringen paracetamol en ibuprofen. Volgens CBD maken de supermarkten hierbij gebruik van het concept ‘Drogist op Afstand’ waarbij klanten voorlichting kunnen krijgen over een geneesmiddel van een drogist op afstand via een telefoon- of videogesprek. Volgens CBD is dat in strijd met de Geneesmiddelenwet.
Uitspraak ingezonden door Gino van Roeyen, LAWNCH.
Merkenrecht komt toe aan Sharpsight

Hof Den Haag 22 december 2020, IEF19679, LS&R 1898; C/09/575985 KG ZA 19-581 (Sharpsight tegen Medical Workshop) Zie ook [IEF 18761] en [IEF 18810]. Medical Workshop is een totaalleverancier op het gebied van de oogheelkunde. Sharpsight houdt zich bezig met het ontwerpen en vermarkten van optische apparaten. Arluso is bestuurder en enig aandeelhouder van Sharpsight. A. Gonçalves is bestuurder van Arluso. Gonçalves is oogarts en houder van een aantal octrooien in verband met oogheelkunde. Het octrooi ziet op een hulpmiddel voor het vereenvoudigen van intra-vitreale injecties. Op basis van de Licentieovereenkomst heeft Medical Workshop het alleenrecht gekregen het product te produceren en verkopen. Medical Workshop is daarnaast houdster van het Uniewoordmerk INVITRIA en is van plan om na afloop van de licentieovereenkomst de naam Invitria te gaan gebruiken voor andere producten.
Mr. S.K. Martens Academie 2021

Na een bijzondere jaar waarin we 16 deelnemers mochten feliciteren met de afronding van de postacademische specialisatie-opleiding IE- en procesrecht in de commerciële praktijk aan de Mr. S.K. Martens Academie, staan we klaar voor de studenten van 2021!
We kijken met plezier terug op de zes fysieke en tien online bijeenkomsten die we organiseerden voor de eerste deelnemers. Bijeenkomsten waarin we ons hebben verdiept in niet minder dan 39 onderwerpen over het IE (proces)recht. Het was intensief, leerzaam en bracht goede onderlinge contacten.
HvJ EU: beantwoording prejudiciële vragen over bewijslast gezondheidsclaims

HvJ EU 9 september 2020, IEF 19670, RB 3472, LS&R 1895, IEFbe 3163; ECLI:EU:C:2020:693 (Konsumentombudsman tegen Mezina AB) Mezina is actief op het gebied van het vervaardigen en het in de handel brengen van natuurlijke remedies en voedingssupplementen. Bij het in de handel brengen van deze producten, gebruikt Mezina gezondheidsclaims. De verordening nr. 1924/20061 regelt dat, bij etikettering van en de reclame voor levensmiddelen, er voor moet worden gezorgd dat de stoffen waarvoor een claim wordt gedaan, een bewezen heilzaam nutritioneel of fysiologisch effect hebben. De richtlijn 2005/29 beschermt de consument en verbiedt handelaren een verkeerde indruk te geven van de aard van producten. De Konsumentombudsman heeft beroep ingesteld om daarmee Mezina te verbieden deze gezondheidsclaims te gebruiken. De behandeling van de zaak is geschorst en het Hof wordt de prejudiciële vragen gesteld of de bewijslast op de handelaar rust die een bepaalde gezondheidsclaim doet of op de autoriteit die de nationale rechter verzoekt de handelaar te verbieden deze claim nog te gebruiken. Geoordeeld wordt dat de betrokken exploitant de gebruikte claim met algemeen aanvaard wetenschappelijk bewijs dient te onderbouwen.
Catherine Shultz en Barend Bouma benoemd tot partner bij NLO

NLO, een van de grootste adviesbureaus voor intellectueel eigendom in Europa, heeft Catherine Shultz met ingang van 1 januari 2021 tot partner benoemd. Catherine is zowel Amerikaans als Europees octrooigemachtigde en heeft in beide jurisdicties veel ervaring. Haar benoeming sluit zeer goed aan bij de strategie van NLO om klanten in de VS een totaalpakket van hoogwaardige dienstverlening te bieden.
Barend Bouma, Nederlands en Europees octrooigemachtigde, is tijdens de laatste algemene vergadering door de partners van NLO benoemd tot geassocieerd partner met ingang van 1 januari 2021.
Vacature: advocaat-stagiaires voor de octrooi- en life sciences procespraktijk bij Vondst

Vondst zoekt per direct twee advocaat-stagiaires voor de octrooiprocespraktijk en de regulatoire farmaprocespraktijk. De twee stagaires zullen in beide praktijken werkzaam zijn.
Je werk bestaat uit het behandelen van nationale en internationale octrooiprocedures voor bedrijven die actief zijn op het gebied van geneesmiddelen, life sciences, biotechnologie, chemie, machinebouw, bloemverwerking en (mobiele) telecommunicatie. Daarnaast ben je werkzaam in de bestuursrechtelijke en Europeesrechtelijke regulatoire advies- en procespraktijk. Denk hierbij aan geschillen over nationale- en Europese handelsvergunningen voor (generieke) geneesmiddelen bij de nationale bestuursrechter, het Gerecht van Eerste Aanleg en het Europese Hof van Justitie in Luxemburg.
Lees verder.
Vertaalbureau Hendriks & James stelt zich voor

Nynke Hendriks & Ian James Gaukroger zijn de oprichters van juridisch vertaalbureau Hendriks & James. Hun bureau is inmiddels bijna 20 jaar in Amsterdam gevestigd en telt vele internationale advocatenkantoren tot zijn klantenkring. Zij vertalen uitsluitend juridische stukken Nederlands/Engels v.v. en zijn onder meer gespecialiseerd in vertalingen op het gebied van IE (www.hendriks-james.nl).
Wat vertalen jullie het liefst?
Nynke: Ik ben afgestudeerd op de octrooirechtelijke bepalingen van het TRIPs-verdrag en ben nog steeds graag bezig met octrooiteksten. En wetsbepalingen vind ik mooi om te vertalen omdat er geen woord te veel in staat. Elk woord is gewogen.
Ian: Ik vind de manier waarop rechters denken altijd interessant. Hun logica en de manier waarop een gevolgtrekking tot stand komt: ‘Het feit dat … betekent niet dat…’.
Staat hoeft gebruik PCR-test niet te staken en communicatie over coronavirus niet aan te passen

Vzr Rechtbank Den Haag 9 december 2020, IEF 19644, LS&R 1893; ECLI:NL:RBDHA:2020:12449 (Viruswaarheid tegen de Staat) Kort geding. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de Staat het gebruik van de PCR-test in het kader van het testbeleid ter bestrijding van het coronavirus niet hoeft te staken. De Staat gebruikt de PCR-test alleen om aanwezigheid van het coronavirus op te sporen en gaat er net als Viruswaarheid vanuit dat voor het stellen van een diagnose een arts vereist is. Uit de gebruiksaanwijzingen van de fabrikanten blijkt niet dat de test niet ingezet kan worden op de manier waarop de Staat dat doet, waarbij van diagnosestelling en een behandeling nog geen sprake is.