LS&R 2290
15 april 2025
Uitspraak

Vonnis van het Duitse Bundespatentgericht over octrooi met betrekking tot enzalutamide

 
LS&R 2289
14 april 2025
Uitspraak

Geen verbod op uitingen over koperspiralen: rechter wijst vorderingen Titus af

 
LS&R 2277
10 april 2025
Uitspraak

Geen inbreuk op ABC door geldig beroep op productie-voor-export vrijstelling

 
LS&R 1669

Gerechtvaardigd beroep VGZ tot opschorting vergoeding zorgkosten wegens fraudeonderzoek Just Care

Rechtbanken 18 okt 2018, LS&R 1669; ECLI:NL:RBGEL:2018:5005 (Just Care tegen VGZ), https://lsenr.nl/artikelen/gerechtvaardigd-beroep-vgz-tot-opschorting-vergoeding-zorgkosten-wegens-fraudeonderzoek-just-care

Rechtbank Gelderland 18 oktober 2018, LS&R 1669; ECLI:NL:RBGEL:2018:5005 (Just Care tegen VGZ) Zorgverzekeraar. Just Care is aanbieder van psychologische en psychiatrische zorg en levert een aantal (al dan niet via Turien & Co) VGZ-verzekerden niet-gecontracteerde zorg. In het kader van niet-gecontracteerde zorg krijgt de verzekerde op basis van de polisvoorwaarden van VGZ 75% van de gedeclareerde behandelkosten vergoed. De ingediende declaraties zijn door VGZ en Turien & Co 100% vergoed. Turien & Co heeft deze fout kenbaar gemaakt bij Just Care en heeft in dat verband een totaalbedrag teruggevorderd. Er is een vaststellingsovereenkomst tussen VGZ en Just Care tot stand gekomen, inhoudende dat Just Care een schikkingsbedrag betaalt. Just Care heeft in dat verband nieuwe declaraties bij VGZ ingediend en VGZ is tot verrekening hiervan overgegaan. Just Care heeft een bedrag aan creditnota's ingediend. VGZ stelt dat de creditering ten onrechte heeft plaatsgevonden, omdat het uitkeringen betrof ten behoeve van VGZ-verzekerden. VGZ kan de gevorderde bedragen niet in kort geding laten toewijzen, maar dat neemt niet weg dat aannemelijk is dat Just Care specialistische GGZ heeft gedeclareerd terwijl ernstige aanwijzingen bestaan dat zij niet (altijd) aan de geldende voorwaarden voor recht op vergoeding heeft voldaan. Met het oog op de verschuldigdheid van eventuele bedragen die VGZ nog van Just Care te vorderen heeft, is het daarom gerechtvaardigd dat VGZ een beroep op opschorting doet met het oog op de mogelijkheid tot verrekening in de toekomst. Vorderingen afgewezen

LS&R 1668

Vitamine D prefentiebeleid Menzis in strijd met art. 2.8 Bzv

Rechtbanken 1 nov 2018, LS&R 1668; ECLI:NL:RBGEL:2018:4963 (Goodlife tegen Menzis), https://lsenr.nl/artikelen/vitamine-d-prefentiebeleid-menzis-in-strijd-met-art-2-8-bzv

Vzr. Rechtbank Gelderland 1 november 2018, LS&R 1668; ECLI:NL:RBGEL:2018:4963 (Goodlife tegen Menzis) Geneesmiddelen. Colecalciferol (Vitamine D), is vanaf 3.000 IE een geneesmiddel, daaronder een voedingssupplement die vrij verkrijgbaar is. Goodlife heeft een samenwerkingsovereenkomst met Consilient Health strekkende tot exclusieve verkoop van vijf verschillende sterktes. De minister heeft de doseringen 800IE en 1.000IE niet langer als verzekerde prestatie onder de Zorgverzekeringswet aangemerkt. Menzis, zorgverzekeraar, voert ten aanzien van Vitamine D producten een preferentiebeleid en wil één product met sterkte 25.000IE of 30.000IE aanwijzen. Menzis heeft Goodlife uitgenodigd om een offerte uit te brengen voor het leveren van haar Vitamine D-producten in de genoemde doseringen, waarbij Menzis heeft aangegeven dat zij na ontvangst van alle offertes de keuze zal maken voor de partij die de laagste prijs biedt. Goodlife heeft geen offerte uitgebracht en gesteld dat het preferentiebeleid in strijd is met haar eigen doelstelling alsook met die van de wetgever en zorgverzekeraars gezamenlijk. Het prefentiebeleid is in strijd met het bepaalde in art. 2.8 Bzv. Hierdoor zal Goodlife schade lijden. Vorderingen toegewezen.

LS&R 1667

HvJ EU: Vergoeding zorgverzekeraar voor geneesmiddel die niet onder handelsvergunning valt, niet in strijd met EU-wetgeving

Hof van Justitie EU 21 nov 2018, LS&R 1667; ECLI:EU:C:2018:931 (Novartis Farma tegen AIFA), https://lsenr.nl/artikelen/hvj-eu-vergoeding-zorgverzekeraar-voor-geneesmiddel-die-niet-onder-handelsvergunning-valt-niet-in-st

HvJ EU 21 november 2018, LS&R 1667; ECLI:EU:C:2018:931; C-29/17 (Novartis Farma tegen AIFA) Geneesmiddelen. Zie eerder [LS&R 1637] Uit het persbericht: De vergoeding door een nationaal ziekteverzekeringssysteem van een geneesmiddel voor een gebruik dat niet onder de handelsvergunning valt (off-label gebruik) is niet in strijd met de EU-wetgeving. Dat geneesmiddel moet echter nog steeds voldoen aan de EU-regels voor geneesmiddelen.

Wordt later aangevuld.

LS&R 1666

DSW c.s. handelen onrechtmatig door sturen brief met ernstige bezwaren t.a.v. zorg Kliniek Naaldwijk

Rechtbanken 24 okt 2018, LS&R 1666; ECLI:NL:RBROT:2018:9336 (Kliniek Naaldwijk tegen DSW c.s.), https://lsenr.nl/artikelen/dsw-c-s-handelen-onrechtmatig-door-sturen-brief-met-ernstige-bezwaren-t-a-v-zorg-kliniek-naaldwijk

Rechtbank Rotterdam 24 oktober 2018, LS&R 1666; ECLI:NL:RBROT:2018:9336 (Kliniek Naaldwijk tegen DSW c.s.) Zorgplicht. Zorgverzekeraars DSW c.s. hebben verwijzende tandartsen een brief gestuurd met ernstige bezwaren ten aanzien van de zorg in Kliniek Naaldwijk. Kliniek Naaldwijk geeft aan dat de inhoud van die brief feitelijk onjuist en daarmee onrechtmatig was. Er was geen concrete informatie dat één van de chirurgen bij de kliniek slechte kwaliteit leverde. Op grond van overgelegde omzetcijfers en uitgewerkte voorbeelden van het verwijzingsgedrag van twee tandartsen is aannemelijk dat zij als gevolg van de handelswijze van DSW c.s. mogelijk schade heeft geleden. Schadestaatprocedure toewijsbaar. Vorderingen toegewezen.

LS&R 1665

Prejudicieel gestelde vragen over biociden die indirect werking hebben op schadelijk organisme

Hof van Justitie EU 18 sep 2018, LS&R 1665; (Darie), https://lsenr.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-over-biociden-die-indirect-werking-hebben-op-schadelijk-organisme

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 18 september 2018, LS&R 1665 (Darie) Via Minbuza. Darie BV (appellante) biedt het middel Pure Air op de markt aan. Het middel betreft een bacterieel product, (mede) houdende de bacteriesoort 'Bacillus ferment' (een zogenoemd probioticum). Verweerder heeft het middel aangemerkt als een biocide in de zin van artikel 3, eerste lid, onder a, van Verordening 528/2012. Voor dit middel is door het College van gewasbescherming en biociden (Ctgb) geen toelating verleend. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft onderzoek gedaan naar het gebruik van desinfecteermiddelen binnen de schoonmaak- en reinigingsbranche. In dat kader heeft ILT een controle gehouden bij een schoonmaakbedrijf (CSU) dat destijds gebruik maakte van het middel. Hiervan is een boeterapport van 29 december 2016 opgemaakt. Het rapport vermeldt, voor zover hier van belang, dat een controleur van ILT heeft waargenomen hoe het middel door CSU in de praktijk werd toegepast en dat een medewerker van CSU aan de controleur heeft verklaard dat de aanwezige schimmel eerder door borstelen was verwijderd, waarna de muren een aantal keer per jaar zijn behandeld met het middel.

LS&R 1664

Vervangende toestemming rijksvaccinatieprogramma verleend: risico bijwerkingen vaccinaties kind niet hoger

Rechtbanken 8 aug 2018, LS&R 1664; ECLI:NL:RBAMS:2018:5696 (Rijksvaccinatie minderjarige), https://lsenr.nl/artikelen/vervangende-toestemming-rijksvaccinatieprogramma-verleend-risico-bijwerkingen-vaccinaties-kind-niet

Rechtbank Amsterdam 8 augustus 2018, LS&R 1664; ECLI:NL:RBAMS:2018:5696 (Rijksvaccinatie minderjarige) Partijen hebben een affectieve relatie gehad, waaruit in 2017 een kind is geboren. De vrouw heeft besloten het kind niet deel te laten nemen aan het vaccinatieprogamma. Zij stelt onder meer dat het meer in het belang van haar kind is om borstvoeding te ontvangen en dat inenten risico's voor de gezondheid meebrengt. Dat het vaccinatieprogramma als overheidsbeleid geldt, betekent nog niet dat dit het beste voor het kind zou zijn. De man vraagt om hem vervangende toestemming te verlenen het kind te laten deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma. Het vaccinatieprogramma heeft als doel (jonge) kinderen te beschermen tegen schadelijke ziekten, waardoor het programma in het belang is van het kind. Het argument van de vrouw dat zij door het geven van moedermelk het kind ook voldoende kan beschermen, speelt geen rol, omdat de vrouw daar mee is gestopt. Wat betreft de schadelijkheid van de vaccins is bekend dat er bijwerkingen kunnen ontstaan, maar is er niet gesteld dat het kind meer risico loopt dan een ander kind. De rechtbank verleent de man vervangende toestemming.

LS&R 1663

Uitspraak ingezonden door Anke Heezius, Life Sciences Legal.

Ontoelaatbare uitbreiding van klacht van Genzyme

College Geneesmiddelen Reclame 1 nov 2018, LS&R 1663; (Genzyme tegen Merck), https://lsenr.nl/artikelen/ontoelaatbare-uitbreiding-van-klacht-van-genzyme

CGR 1 november 2018, LS&R 1663; RB 3238; B18.007 (Genzyme tegen Merck) Beroep afgewezen. Merck brengt het geneesmiddel Mavenclad® op de Nederlandse markt, dat is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met RMS. Merck maakte gebruik van een uiting over Mavenclad®, getiteld “Welcome to Mavenclad®” waarin claim a “Innovatively simple”, claim b “Mavenclad®: een innovatieve en eenvoudige behandeling voor volwassen patiënten met zeer actieve relapsing multiple sclerose (RMS)” en claim c “Alleen met Mavenclad® kunnen de behandeleffecten 4 jaar aanhouden | met maximaal 20 dagen orale behandeling in de eerste twee jaar.” alsmede afgebeelde afbeeldingen zijn opgenomen. Genzyme klaagt dat Mavenclad® niet als innovatief kan worden aangemerkt. Door hoger gebruiksgemak kan het wel als innovatief worden aangemerkt. Genzyme klaagt dat met claim c superioriteit wordt geclaimd ten opzichte van alle overige behandelopties en dat deze superioriteit niet wordt onderbouwd. Nu Genzyme niet in haar oorspronkelijke klacht heeft gesteld dat de term "behandeleffecten" vaag en misleidend is in de zin van de Gedragscode en Merck tijdens de mondelinge behandeling van deze klacht niet heeft ingestemd met de uitbreiding daarvan door Genzyme, gaat de Commissie van Beroep uit van de oorspronkelijke klacht en is sprake van ontoelaatbare uitbreiding van de klacht in beroep.

LS&R 1662

Behandelingsovereenkomst rechtmatig ondertekend door moeder voor bevallen minderjarige dochter

Rechtbanken 7 sep 2018, LS&R 1662; ECLI:NL:RBROT:2018:7285 (Maasziekenhuis Pantein tegen gedaagde), https://lsenr.nl/artikelen/behandelingsovereenkomst-rechtmatig-ondertekend-door-moeder-voor-bevallen-minderjarige-dochter

Rechtbank Rotterdam 7 september 2018, LS&R 1662; ECLI:NL:RBROT:2018:7285 (Maasziekenhuis Pantein tegen gedaagde) Contractrecht. Gedaagde is bevallen van een dochter in het Maasziekenhuis Pantein toen ze minderjarig was. Ze was nog niet verzekerd voor ziektekosten. Gedaagde ontving een brief om de kosten van de bevalling te voldoen. Moeder gedaagde heeft akkoord getekend. De kosten zijn in rekening gebracht bij gedaagde. Gedaagde betwist dat zij contractspartij is, zij stelt dat haar ouders/moeder contractpartij is. Als partijen bij het aangaan van de behandelingsovereenkomst zich niet expliciet erover hebben uitgesproken of de ouders voor zichzelf dan wel in hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers van hun kind, dan wel in beide hoedanigheden tegelijk optraden, dan mag de wederpartij (in dit geval Pantein) ervan uitgaan dat de ouders de overeenkomst als wettelijke vertegenwoordigers van hun kind uitsluitend in naam van het kind sloten. Gedaagde is zelf gehouden tot betaling van de factuur. Vorderingen toegewezen. 

LS&R 1661

Aanbieding generiek geneesmiddel uit G-standaard rectificeren met een Taxe-brief en laten verwijderen

Rechtbank Den Haag 1 nov 2018, LS&R 1661; ECLI:NL:RBDHA:2018:13017 (G.D. Searle tegen Sandoz), https://lsenr.nl/artikelen/aanbieding-generiek-geneesmiddel-uit-g-standaard-rectificeren-met-een-taxe-brief-en-laten-verwijdere

Vzr. Rechtbank Den Haag 1 november 2018, IEF 18076; LS&R 1661; ECLI:NL:RBDHA:2018:13017 (G.D. Searle tegen Sandoz) Aanvullend beschermingscertificaat. Provisioneel inbreukverbod en inbreukverbod met nevenvorderingen in de hoofdzaak gevorderd. Provisioneel verbod toegewezen. Launch at risk. Belangenafweging. Handhaving van status quo. Verbod om inbreuk te maken op ABC en bevel tot rectificatie in de G-standaard met een zogeheten Taxe-brief, en dit product per de eerstvolgende keer dat dit redelijkerwijze mogelijk is uit de gepubliceerde G-standaard prijslijst te (laten) verwijderen.

LS&R 1660

Ziekenhuis aansprakelijk voor kunstfout operatie

Gerechtshoven 30 okt 2018, LS&R 1660; ECLI:NL:GHSHE:2018:4500 (Kunstfout ziekenhuis), https://lsenr.nl/artikelen/ziekenhuis-aansprakelijk-voor-kunstfout-operatie

Hof 's-Hertogenbosch 30 oktober 2018, LS&R 1660; ECLI:NL:GHSHE:2018:4500 (Kunstfout ziekenhuis) Aansprakelijkheid. Appellante heeft het ziekenhuis aangesproken op de grond dat bij een operatie bij haar (verwijdering lymfeklier uit de hals) volgens haar een fout is gemaakt waardoor zij schade heeft geleden. Na nader horen deskundigen oordeelt het hof dat het ziekenhuis aansprakelijk is voor de schade die appellante heeft geleden als gevolg van de door de operateur gemaakt kunstfout.