LS&R 2273
6 juni 2025
Artikel

AI-Forum gelanceerd: hét platform voor AI en recht

 
LS&R 2298
28 mei 2025
Artikel

Nederlands Octrooicongres op dinsdag 10 juni 2025. Hebt u zich al aangemeld?

 
LS&R 2296
26 mei 2025
Uitspraak

Prestige moet interne auditstukken over afgebroken onderhandelingen met BioConnection verstrekken

 
LS&R 1678

Nationaal Reclamerechtcongres

Wat bracht 2018 en wat brengt 2019 ons op het gebied van het Reclamerecht? Wat waren the greatest hits in vergelijkende en misleidende reclame? Welke privacyregels gelden bij behavioral targeting? Hoe denken Stichting Varkens in Nood, Albert Heijn en Unilever over het thema duurzaamheid in reclame? En: welke acties kunt u verwachten van de Autoriteit Consument en Markt, - en van de sector zelf -, waar het gaat om de positie van on- en offline consumenten?

Dit zijn enkele van de onderwerpen die aan de orde komen tijdens het Nationaal Reclamerechtcongres van deLex op donderdag 13 december 2018. Tijdens deze dag praten vooraanstaande juristen uit advocatuur en bedrijfsleven u bij over actualiteiten in het (inter)nationale reclamerecht. Met in de middag een paneldiscussie over duurzaamheid en reclame, en ter afronding de visie van ondernemer Jip Samhoud op het gebruik van reclame in virtual reality.

De sprekers zijn: Ebba Hoogenraad, Anne-Jel Hoelen, Miranda Top-Sarneel, Soraya Belghazi, Willem Leppink en Jip Samhoud. Aan het panel nemen deel: Anne-Jel Hoelen (ACM), Hans Baaij (Stichting Varkens in Nood), Simone Pelkmans (Unilever), Karen Werger (Albert Heijn)

Het programma is samengesteld door Willem Leppink en Ebba Hoogenraad. Meer informatie over het programma en inschrijven vindt u hier

LS&R 1676

Prejudicieel gestelde vraag: kan een apotheker uit een andere lidstaat specifieke regels uit het Franse wetboek van volksgezondheid opgelegd krijgen?

Hof van Justitie EU 28 sep 2018, LS&R 1676; https://lsenr.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vraag-kan-een-apotheker-uit-een-andere-lidstaat-specifieke-regels-uit-het-fran

Prejudicieel gestelde vraag aan HvJ EU 28 september 2018, LS&R 1676; C-649/18 (Oneerlijke concurrentie geneesmiddelen) Via Minbuza. Vennootschap A is een BV naar Nederlands recht, en is in Nederland geregistreerd voor de uitoefening van de activiteiten van een apotheek. A oefent haar activiteiten eveneens uit door de onlineverkoop van geneesmiddelen via verschillende websites, waaronder de website www.s[...].fr. A heeft in Frankrijk haar website gepromoot met o.a. flyers, reclamedrukwerk, en reclameaanbiedingen op haar website. Zij heeft ook een betalende vermelding gekocht voor de zoekwoorden “lasante.net” (Google AdWords), heeft op grote schaal promotie gevoerd door de aandacht te vestigen op kortingen en door internetgebruikers de kans te bieden grote hoeveelheden geneesmiddelen te bestellen. Op 13.06.2016 hebben de geïntimideerden - die in Frankrijk apotheekactiviteiten uitoefenen - A voor de handelsrechter (Parijs) gedaagd, waarbij zij vergoeding hebben geëist van de schade ten gevolge van de oneerlijke concurrentie. De oneerlijke concurrentie zou bestaan in het voordeel dat A (volgens hen) had door de niet-naleving van de wetgeving betreffende de onlineverkoop van geneesmiddelen in Frankrijk. A stelde dat de Franse wetgeving niet op haar van toepassing is.

LS&R 1675

Uitspraak ingezonden door Jeroen Boelens, Nauta Dutilh.

Brief Ypsomed niet misleidend, keuze uit insulinepompen voldoende duidelijk voor consument

21 nov 2018, LS&R 1675; ECLI:NL:RBMNE:2018:5712 (Insulet c.s. tegen Ypsomed c.s.), https://lsenr.nl/artikelen/brief-ypsomed-niet-misleidend-keuze-uit-insulinepompen-voldoende-duidelijk-voor-consument

Rechtbank Midden-Nederland 21 november 2018, RB 3253; LS&R 1675 ECLI:NL:RBMNE:2018:5712 (Insulet c.s. tegen Ypsomed c.s.) Misleidende reclame. Oneerlijke handelspraktijken. Insulet c.s. houdt zich bezig met de ontwikkeling, fabricage en wereldwijde verkoop van insulinepompsystemen, waaronder de zogenoemde "Omnipod". Ypsomed c.s. houdt zich bezig met de ontwikkeling, productie en wereldwijde verkoop van injectie- en infuussystemen voor zelfmedicatie, in het bijzonder voor diabetici. Insulet Corporation en Ypsomed Distribution hebben een distributieovereenkomst gesloten waarbij Ypsomed Distribution de distributeur van de Omnipod was. Deze is later geëindigd en de door Ypsomed Distribution uitgevoerde werkzaamheden zijn overgenomen door Insulet Corporation. Partijen hebben een brief opgesteld om hun klanten te informeren. Ypsomed heeft aan individuele Omnipod gebruikers een brief gestuurd, inhoudende dat de garantie van de insulinepomp binnenkort zal verlopen en dat ze kunnen kennismaken met de YpsoPump. Insulet c.s. stelt dat zij zich schuldig maakt aan misleidende reclame en/of oneerlijke handelspraktijken. Dit beroep slaagt niet, mede doordat voldoende duidelijk is gemaakt dat de Omnipod-gebruiker een keuze kan maken voor een nieuw apparaat en kan kiezen voor de Ypsopump. Dat niet opnieuw kan worden gekozen voor de Omnipomp blijkt daar niet uit. Vorderingen afgewezen.

LS&R 1674

Uitspraak ingezonden door Theo Blomme en Willem Hoyng, Hoyng Rokh Monegier.

Nietigheidsargumenten Sandoz falen, geldigheid octrooien AstraZeneca alsnog bevestigd

Gerechtshoven 27 nov 2018, LS&R 1674; ECLI:NL:GHDHA:2018:3954 (AstraZeneca tegen Sandoz ), https://lsenr.nl/artikelen/nietigheidsargumenten-sandoz-falen-geldigheid-octrooien-astrazeneca-alsnog-bevestigd

Hof Den Haag 27 november 2018, IEF 18122; LS&R 16674 ECLI:NL:GHDHA:2018:3954 (AstraZeneca tegen Sandoz) Octrooirecht. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank [IEF 17615] vernietigd en daarmee de geldigheid van de octrooien van AstraZeneca bevestigd. De nietigheidsargumenten van Sandoz, waaronder het "van scratch" argument, falen. Het eerder door de voorzieningenrechter opgelegde inbreukverbod [IEF 16152] die door het hof bekrachtigd was [IEF 17231], is in ere hersteld. 

LS&R 1673

Grieven falen, geen bewijs dat Furaldatone al bij levering van melkpoeder daarin aanwezig was

Gerechtshoven 20 nov 2018, LS&R 1673; ECLI:NL:GHARL:2018:10148 (Obbenkotte tegen Klaremelk), https://lsenr.nl/artikelen/grieven-falen-geen-bewijs-dat-furaldatone-al-bij-levering-van-melkpoeder-daarin-aanwezig-was

Hof Arnhem-Leeuwarden 20 november 2018, LS&R 1673; ECLI:NL:GHARL:2018:10148 (Obbenkotte tegen Klaremelk) Contractrecht. Klaremelk heeft twee partijen melkpoeder aan Obbenkotte geleverd. Obbenkotte, die een kalvermesterij drijft, heeft deze poeder gebruikt als ingrediënt van voeding voor haar kalveren. SKV heeft bij onaangekondigd bezoek dat zij in opdracht van de NVWA aflegde, voeder- en urinemonsters genomen in de kalvermesterij van Obbenkotte. De NVWA heeft in een brief aan Obbenkotte geschreven dat in de monsters de stof Furaltadone is aangetroffen, een antibioticum dat niet in veevoeder mag voorkomen. Hierdoor zijn een groot aantal kalveren van Obbenkotte uit de handel genomen en vernietigd. Het feit dat in het partijmonster uit onaangebroken zakken melkpoeder Furaltadone is aangetroffen, vormt de sterkste aanwijzing voor de juistheid van de stelling dat de melkpoeder die Klaremelk heeft geleverd, vervuild was met Furaltadone. Toch is er twijfel doordat in monsters die genomen zijn uit de melkpoeder van dezelfde batch als de aan Obbenkotte geleverde poeder, maar die nog niet aan klanten van Klaremelk waren geleverd, geen Furaltadone is aangetroffen. Indien het antibioticum zou hebben gezeten in de aan Obbenkotte geleverde melkpoeder, zou het namelijk voor de hand hebben gelegen dat ook in de rest van de batch Furaltadone zou zijn aangetroffen. Grieven falen, bestreden vonnissen worden bekrachtigd.

LS&R 1672

Uitspraak ingezonden door Otto Swens, Vondst Advocaten.

Otto Swens onder UK SC Pregabaline

Buitenlandse gerechten , LS&R 1672; https://lsenr.nl/artikelen/otto-swens-onder-uk-sc-pregabaline

Otto Swens onder UK SC Pregabaline 14 november 2018 (Pregabaline) Zie eerder [IEF 16315]. In juli 2017 deed de gezaghebbende Engelse Supreme Court (“UKSC”) in de pemetrexed-zaak een belangrijke uitspraak over de beschermingsomvang van octrooien. De uitspraak zorgde voor de nodige ophef: voor het eerst werd in het Verenigd Koninkrijk een equivalentiedoctrine geïntroduceerd. Hoewel het UKSC niet vaak een uitspraak doet op het gebied van het octrooirecht, ligt er nu, een kleine anderhalf jaar later, alweer een belangwekkende octrooiuitspraak, in de pregabaline-zaak. De pregabaline-zaak is één van de meest interessante octrooizaken die momenteel in Europa loopt en naar de uitspraak van de UKSC is reikhalzend uitgekeken. Centraal in de zaak staat de vraag naar inbreuk op zogenaamde Swiss-Type tweede medische indicatieconclusies, momenteel een hot item in het octrooirecht, waarover diverse nationale rechters in Europa zich recentelijk hebben gebogen, waaronder de Nederlandse Hoge Raad. Ook in de literatuur en op congressen is hier de afgelopen jaren veel aandacht aan besteed. De Engelse pregabaline-zaak is echter extra interessant, omdat daarin ook een discussie speelt over het fenomeen ‘plausibiliteit’, wat ook een actueel onderwerp is in zaken voor de Nederlandse rechter en in de Nederlandse literatuur.

LS&R 1671

Vorderingen afgewezen, online melding van doorhaling GZ-psycholoog BIG-register niet onrechtmatig

Rechtbanken 24 okt 2018, LS&R 1671; ECLI:NL:RBMNE:2018:5152 (Doorhaling GZ-psycholoog BIG-register), https://lsenr.nl/artikelen/vorderingen-afgewezen-online-melding-van-doorhaling-gz-psycholoog-big-register-niet-onrechtmatig

Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 24 oktober 2018, IT 2680; LS&R 1671; ECLI:NL:RBMNE:2018:5152 (Doorhaling GZ-psycholoog BIG-register) Privacy. Gezondheidszorg. De inschrijving van eiser als GZ-psycholoog is in het BIG-register doorgehaald, vanwege het onderhouden van een relatie met een cliënte. Het is hem niet meer toegestaan als GZ-psycholoog te afficheren of daaraan verbonden werkzaamheden te verrichten. Gedaagde heeft een door haar genoemde Zwarte Lijst gepubliceerd waarop namen van artsen en andere functionarissen uit de gezondheidszorg worden vermeld die volgens gedaagde kort gezegd hun wettelijke zorgplicht schenden, waaronder van artsen die uit het CTG en/of BIG-register zijn geschrapt. In navolging hiervan heeft zij eiser vermeld op haar website, inclusief de AGB-code van de praktijk en zorgverlener, en het KvK-nummer. Haar uitingen zijn van feitelijke aard en niet feitelijk onjuist. Dat de tijdelijke arbeidsovereenkomst van eiser niet is verlengd, brengt geen onaanvaardbare schending van de persoonlijke levenssfeer van hem mee. De doorhaling is te wijten aan zijn eigen gedrag en vermelding ervan is openbaar, en doorhaling heeft alleen gevolg voor zijn functie als GZ-psycholoog. Vorderingen afgewezen.

LS&R 1670

MSD overschrijdt grens algemene informatieverstrekking anticonceptie door aanprijzing producten

Reclame Code Commissie 1 nov 2018, LS&R 1670; (MSD), https://lsenr.nl/artikelen/msd-overschrijdt-grens-algemene-informatieverstrekking-anticonceptie-door-aanprijzing-producten

RCC 1 november 2018, RB 3252; LS&R 1670; dossiernr. 2018/00644 (MSD) Aanbeveling. Geneesmiddelen. De uiting betreft de van MSD afkomstige folder “anticonceptie.nl. Voor en na de bevalling”. Op de voorzijde van de folder staat, onder de foto van een vrouw met een baby op haar arm: “Je wilt het beste voor je kindje, maar hoe zit het met je anticonceptie? Wanneer kun je weer starten? Kun je anticonceptie gebruiken tijdens het geven van borstvoeding? Wat is handig als je nog een kindje wilt? Of als je gezin nu compleet is? Je leest er in deze brochure alles over.” De folder bevat na een introductietekst onder de kop “Kijk, dit is mijn baby!” verscheidenene hoofdstukken over anticonceptie. De klacht. De folder, die ‘rond het kraambed’ door een zorgverlener aan klager is verstrekt, wekt de indruk afkomstig te zijn van een onafhankelijke bron. De inhoud is echter volledig toegespitst op de verkoop van uitsluitend producten van MSD, aldus klager. De enkele vermelding “MSD” op de achterkant van de folder maakt niet duidelijk dat deze van een fabrikant afkomstig is. De folder bevat geen neutrale en onpartijdige informatie over de gezondheid. Door de opmaak van de folder en de scheve balans in aandacht voor de verschillende anticonceptiemethoden – aan barrièremethoden is bijvoorbeeld slechts een halve pagina zonder afbeeldingen besteed – is sprake van reclame voor receptgeneesmiddelen. Klager wijst met name op de pagina’s 11, 13 en 20/21, die groot gedrukte merknamen (respectievelijk CERAZETTE, EVRA en IMPLANON NXT) van geneesmiddelen bevatten, en op de wervende afbeelding van de vrouw met de baby op haar arm bij laatstgenoemd product. De folder met reclame voor receptgeneesmiddelen is in strijd met artikel 3 sub a van de Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen (CPG) 2015, aldus klager.

LS&R 1669

Gerechtvaardigd beroep VGZ tot opschorting vergoeding zorgkosten wegens fraudeonderzoek Just Care

Rechtbanken 18 okt 2018, LS&R 1669; ECLI:NL:RBGEL:2018:5005 (Just Care tegen VGZ), https://lsenr.nl/artikelen/gerechtvaardigd-beroep-vgz-tot-opschorting-vergoeding-zorgkosten-wegens-fraudeonderzoek-just-care

Rechtbank Gelderland 18 oktober 2018, LS&R 1669; ECLI:NL:RBGEL:2018:5005 (Just Care tegen VGZ) Zorgverzekeraar. Just Care is aanbieder van psychologische en psychiatrische zorg en levert een aantal (al dan niet via Turien & Co) VGZ-verzekerden niet-gecontracteerde zorg. In het kader van niet-gecontracteerde zorg krijgt de verzekerde op basis van de polisvoorwaarden van VGZ 75% van de gedeclareerde behandelkosten vergoed. De ingediende declaraties zijn door VGZ en Turien & Co 100% vergoed. Turien & Co heeft deze fout kenbaar gemaakt bij Just Care en heeft in dat verband een totaalbedrag teruggevorderd. Er is een vaststellingsovereenkomst tussen VGZ en Just Care tot stand gekomen, inhoudende dat Just Care een schikkingsbedrag betaalt. Just Care heeft in dat verband nieuwe declaraties bij VGZ ingediend en VGZ is tot verrekening hiervan overgegaan. Just Care heeft een bedrag aan creditnota's ingediend. VGZ stelt dat de creditering ten onrechte heeft plaatsgevonden, omdat het uitkeringen betrof ten behoeve van VGZ-verzekerden. VGZ kan de gevorderde bedragen niet in kort geding laten toewijzen, maar dat neemt niet weg dat aannemelijk is dat Just Care specialistische GGZ heeft gedeclareerd terwijl ernstige aanwijzingen bestaan dat zij niet (altijd) aan de geldende voorwaarden voor recht op vergoeding heeft voldaan. Met het oog op de verschuldigdheid van eventuele bedragen die VGZ nog van Just Care te vorderen heeft, is het daarom gerechtvaardigd dat VGZ een beroep op opschorting doet met het oog op de mogelijkheid tot verrekening in de toekomst. Vorderingen afgewezen

LS&R 1668

Vitamine D prefentiebeleid Menzis in strijd met art. 2.8 Bzv

Rechtbanken 1 nov 2018, LS&R 1668; ECLI:NL:RBGEL:2018:4963 (Goodlife tegen Menzis), https://lsenr.nl/artikelen/vitamine-d-prefentiebeleid-menzis-in-strijd-met-art-2-8-bzv

Vzr. Rechtbank Gelderland 1 november 2018, LS&R 1668; ECLI:NL:RBGEL:2018:4963 (Goodlife tegen Menzis) Geneesmiddelen. Colecalciferol (Vitamine D), is vanaf 3.000 IE een geneesmiddel, daaronder een voedingssupplement die vrij verkrijgbaar is. Goodlife heeft een samenwerkingsovereenkomst met Consilient Health strekkende tot exclusieve verkoop van vijf verschillende sterktes. De minister heeft de doseringen 800IE en 1.000IE niet langer als verzekerde prestatie onder de Zorgverzekeringswet aangemerkt. Menzis, zorgverzekeraar, voert ten aanzien van Vitamine D producten een preferentiebeleid en wil één product met sterkte 25.000IE of 30.000IE aanwijzen. Menzis heeft Goodlife uitgenodigd om een offerte uit te brengen voor het leveren van haar Vitamine D-producten in de genoemde doseringen, waarbij Menzis heeft aangegeven dat zij na ontvangst van alle offertes de keuze zal maken voor de partij die de laagste prijs biedt. Goodlife heeft geen offerte uitgebracht en gesteld dat het preferentiebeleid in strijd is met haar eigen doelstelling alsook met die van de wetgever en zorgverzekeraars gezamenlijk. Het prefentiebeleid is in strijd met het bepaalde in art. 2.8 Bzv. Hierdoor zal Goodlife schade lijden. Vorderingen toegewezen.