DOSSIERS
Alle dossiers

tuchtrecht  

LS&R 791

Maandoverzicht Tuchtrecht december 2013

De redactie beperkt zich tot enkel de gewezen tuchtrecht uitspraken waarin een klacht wordt toegewezen en is voornemens dit eens per maand te publiceren. De redactie staat open voor uw suggesties voor afwijkingen: redactie@lsenr.nl.

ECLI:NL:TGZRZWO:2013:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 014/2013
 Klachten van vijf klagers tegen voormalige neuroloog (nrs. 010 t/m 014/2013). Klachten inzake onjuiste diagnose, onjuiste medicatie, onvoldoende dossiervoering en follow-up, alsmede de medicijnverslaving van verweerder grotendeels gegrond. Doorhaling en onmiddellijke schorsing voor zover verweerder hier te lande of in het buitenland is ingeschreven, dan wel ontzegging recht op (her)inschrijving voor zover dat niet het geval is. Publicatie.

ECLI:NL:TGZCTG:2013:8 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.034
Klacht van Inspectie voor de Gezondheidszorg tegen huisarts. Inspectie verwijt de huisarts dat hij niet conform wet- en regelgeving heeft gehandeld door een patiënt in nood en zijn naaste betrekkingen niet bij te staan en waar mogelijk eerste hulp te verlenen, waarbij hij is voorbij gegaan aan zijn zorgplicht als arts. Voorts verwijt de Inspectie de arts dat hij als gevolg van problemen in de bejegening en communicatie structureel tekort schiet in zijn zorg als huisarts. Het Regionaal Tuchtcollege beveelt doorhaling van de inschrijving van de huisarts in het BIG-register.Hoger beroep huisarts. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de huisarts in de afgelopen periode heeft laten zien dat hij zijn houding zodanig kan bijstellen dat het niet onverantwoord is hem zijn werkzaamheden als arts te laten voortzetten. Het Centraal Tuchtcollege legt een voorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het BIG-register op voor de duur van zes maanden.

ECLI:NL:TGZREIN:2013:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1390
Klager verwijt de chirurg dat hij tijdens de donornefrectomie een fout heeft gemaakt door de aders van de nier te kort af te knippen, niet aan zijn informatieverplichting heeft voldaan, heeft nagelaten een afweging te maken tussen wel of niet transplanteren van de beschadigde nier en tekort is geschoten in de verslaglegging. Gedeeltelijk gegrond: waarschuwing.

Hieronder nog 16 geselecteerde tuchtzaken

ECLI:NL:TGZRGRO:2013:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2012/446
Klagers verwijten de gynaecoloog dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld door tijdens de bevalling na te laten zelf polshoogte te komen nemen bij klaagster toen de bevalling niet vorderde en verweerster door de verloskundige werd gebeld. Voorts verwijten klagers verweerster dat zij heeft besloten tot een herhaalde vacuümextractie terwijl er twijfel bestond over de ligging van het kind. Verweerster heeft ten onrechte nagelaten een super spoedsectio te gelasten toen de vacuümextractie niet lukte en het CTG afwijkend bleek. Tenslotte wordt verweerster verweten dat zij geen weeënremmende medicatie aan klaagster heeft toegediend in afwachting van de sectio. Berisping.

ECLI:NL:TGZRGRO:2013:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2012/73
Klacht tegen een bedrijfsarts wegens het onvoldoende onderbouwen van de diagnose 'hevige depressie', het niet opgevragen van nadere informatie en onvoldoende onderbouwen van de fysieke beperkingen. Klacht gegrond, waarschuwing. Zie ook: ECLI:NL:TGZRGRO:2013:10 

ECLI:NL:TGZRAMS:2013:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2012/445V
Geen of onvoldoende zorg. Klagers verwijten de verloskundige dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld door tijdens de bevalling onder meer de CTG registratie niet goed te beoordelen, waardoor de foetale nood van het ongeboren kind te laat is opgemerkt. Klagers verwijten verweerster voorts dat zij de weeënactiviteit niet op adequate wijze heeft geregistreerd en geen nader onderzoek heeft gedaan naar de achterliggende oorzaak van de niet vorderende bevalling. Berisping.

ECLI:NL:TGZRAMS:2013:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2013/173
Onvoldoende informatie. Klagers verwijten de arts dat hij in het kader van de NODO procedure naar aanleiding van het overlijden van hun minderjarige zoontje onzorgvuldig heeft gehandeld, onder andere door zonder toestemming van de klagers een sectie op het lichaam te hebben verricht. Gegrond, waarschuwing.

ECLI:NL:TGZRZWO:2013:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 299/2012
Bedrijfsarts begeleidt klagers ziekteverzuim als gevolg van pijnklachten. Klager wordt voor expertise verwezen naar ICARA om de ziekte te objectiveren. De bedrijfsarts acht klager vervolgens in staat tot werkhervatting. Klager is het daar niet mee eens en hervat niet. De bedrijfsarts rapporteert dat geen sprake is van goed werknemerschap en adviseert de werkgever om juridische stappen tegen klager te ondernemen. Het college oordeelt dat de bedrijfsarts zodoende de schijn heeft gewekt dat hij aan de zijde van de werkgever partij heeft gekozen tegen klager. Volgt oplegging van waarschuwing.

ECLI:NL:TGZREIN:2013:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 13125
Klager verwijt verweerster, tandarts, dat haar dossiervoering onvoldoende is, dat zij een aantal ontstekingen niet heeft behandeld en voor klager nooit een behandelplan heeft opgesteld. Klacht gedeeltelijk gegrond, waarschuwing. 

ECLI:NL:TGZREIN:2013:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 13105
Klaagster verwijt verweerster, tandarts, dat zij alleen noodvullingen heeft aangebracht bij klaagster, dat zij een endo twee maal in rekening heeft gebracht, dat zij een achterstand in de behandeling van twee elementen heeft laten bestaan en een aantal caviteiten niet heeft behandeld, en dat zij langdurig antibioticum heeft voorgeschreven. Klacht gedeeltelijk gegrond, waarschuwing.

ECLI:NL:TGZRAMS:2013:1
Tijdens de zwangerschap was bij klaagster sprake van zwangerschapshypertensie. De klacht heeft betrekking op de gang van zaken rondom de bevalling waarbij bij klaagster een eclamptisch insult is opgetreden. Zij verwijt alle artsen dat zij in hun zorgplicht ten aanzien van haar zijn tekortgeschoten. 4x Waarschuwing. Eenmaal een afwijzing:  ECLI:NL:TGZRAMS:2013:5

ECLI:NL:TGZREIN:2013:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 13116a
Klager verwijt verweerder dat hij hem onvoldoende onderzocht heeft waardoor verweerder een onjuiste diagnose heeft gesteld, onjuiste behandeling heeft gestart en de verslaglegging hiervan onvoldoende was. Het college is van oordeel dat gezien de feiten en omstandigheden het onderzoek van verweerder onvoldoende was en hij niet zonder meer de diagnose virale infectie mocht stellen. Ook de verslaglegging omtrent het consult is onvoldoende; al hetgeen onderzocht wordt dient ook genoteerd te worden. Klachten zijn gegrond. Waarschuwing.

ECLI:NL:TGZREIN:2013:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 13116b
Klager verwijt verweerder dat hij hem onvoldoende onderzocht heeft waardoor verweerder een onjuiste diagnose heeft gesteld, onjuiste behandeling heeft gestart en de verslaglegging hiervan onvoldoende was. Het college is van oordeel dat verweerder onvoldoende lichamelijk onderzoek heeft gedaan en een niet-pluis gevoel had moeten krijgen toen verweerder meermaals contact met de huisartsenpraktijk van verweerder heeft gezocht. Daarnaast had verweerder een maagbeschermer voor moeten schrijven toen hij verweerder een recept diclofenac gaf. Ook de verslaglegging van verweerder van deze consulten is onvoldoende. Klachten zijn gegrond. Waarschuwing.

ECLI:NL:TGZREIN:2013:45 13133
Klacht over psychiatrische expertise na WIA-aanvraag gedeeltelijk gegrond nu verschillende in de rapportage opgenomen stellingen niet zijn onderbouwd. Waarschuwing. 

ECLI:NL:TGZRAMS:2013:52 2013/038
Klager wordt beoordeeldin het kader van de verblijfsprocedure. De arts is  werkzaam bij het Bureau Medische Advisering van de IND. Klager verwijt de arts dat het medisch advies niet voldoet aan de daarvoor geldende zorgvuldigheidseisen. Gegrond, waarschuwing.

ECLI:NL:TGZREIN:2013:42 12213a
Psychotherapeut wordt verweten dat hij onzorgvuldig ten opzichte van klager heeft gehandeld door zijn afspraken niet na te komen, een te hoog bedrag heeft gedeclareerd en klager nooit een urenspecificatie heeft verstrekt. Het college oordeelt dat verweerder onvoldoende blijk heeft gegeven begrip te hebben gehad voor de situatie van klager en de psychische nood waarin klager verkeerde. Een meer professionele houding was op zijn plaats geweest.Deels gegrond. Waarschuwing.

ECLI:NL:TGZREIN:2013:43 12213b
Psychotherapeut wordt verweten dat hij klager onjuiste informatie verstrekt over zowel de wijze van factureren als de mogelijkheid om aan hem een gespecificeerde nota te verstrekken. Het college oordeelt dat de wijze waarop verweerder met de vragen en het verzoek van klager is omgegaan, niet van zorgvuldigheid jegens klager getuigt. Waarschuwing.

ECLI:NL:TGZREIN:2013:41 1322
Chirurg wordt verweten dat hij onvoldoende (aanvullend) onderzoek aan de buik van patiënt heeft verricht en aldus niet tijdig opgemerkt heeft dat de dunne darm aan het afsterven was, waarna patiënt is overleden. College oordeelt datchirurgzich onvoldoende rekenschapheeftgegeven van onder meer de alarmsignalen die behoren bij een complicatie als een strangulatie. Hijheeft geen duidelijke opdracht gegeven om de diurese in de gaten te houden en regelmatig te controleren. Deels gegrond. Waarschuwing.

ECLI:NL:TGZREIN:2012:YG2501 1228
Psychiater.Klaagster verwijt verweerder dat hij privacygevoelige informatie over haarzelf, haar partner en haar kinderen heeft opgenomen in de brief van 10 januari 2012 aan het UWV en dat hij deze brief heeft opgestuurd zonder eerst met klaagster te overleggen. Waarschuwing.

ECLI:NL:TGZREIN:2012:YG2476 1271
Klaagster verwijt verweerder, tandarts, dat hij 16 insufficiënte wortelkanaalbehandelingen heeft uitgevoerd, waarvan er hooguit twee noodzakelijk waren, dat hij de ingrepen zonder behandelplan en begroting heeft uitgevoerd en hij klaagster met acute klachten niet serieus heeft genomen. Klacht gedeeltelijk gegrond, waarschuwing.

LS&R 789

In hoedanigheid van perfusionist niet onderworpen aan tuchtrechtspraak

Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag, C2012.443ECLI:NL:TGZCTG:2013:139 (Verpleger in hoedanisheid van perfusionist)
Heart-lung-machineKlacht tegen perfusionist. Volgens klager is er sprake van een onnatuurlijke dood door een medische fout. Voor en tijdens de bypass-operatie waren de slangen van de hart/longmachine foutief aangesloten door de perfusionist, waardoor er lucht is gekomen in de hersenen van de inmiddels overledenpatiënt. Klager is erfgenaam van patiënt en verwijt de aangeklaagden dat zij niet adequaat als team hebbengefunctioneerd, waardoor er ernstige complicaties zijn ontstaan bij patiënt met als gevolg het overlijdendoor een medische fout. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt klager niet-ontvankelijk in de klacht omdat aangeklaagde als perfusionist niet is onderworpen aan de tuchtrechtspraak.Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat, hoewel verweerster als verpleegkundige staat ingeschreven in het BIG-register, zij tijdens de operatie van de patiënt niet in die hoedanigheid heeft gehandeld maar in de hoedanigheid van perfusionist. In die hoedanigheid is verweerster op grond van artikel 47 lid 2 Wet BIG niet aan het tuchtecht onderworpen. Het beroep wordt verworpen.

LS&R 729

Maandoverzicht Tuchtrecht september 2013

De redactie beperkt zich tot enkel de gewezen tuchtrecht uitspraken waarin een klacht wordt toegewezen en is voornemens dit eens per twee weken te publiceren. De redactie staat open voor uw suggesties voor afwijkingen: redactie@lsenr.nl.

Regionaal Tuchtcollege Eindhoven 10 december 2012, YG2376, 1271
Klaagster verwijt verweerder, tandarts, dat hij 16 insufficiënte wortelkanaalbehandelingen heeft uitgevoerd, waarvan er hooguit twee noodzakelijk waren, dat hij de ingrepen zonder behandelplan en begroting heeft uitgevoerd en hij klaagster met acute klachten niet serieus heeft genomen. Klacht gedeeltelijk gegrond, waarschuwing.

Regionaal Tuchtcollege Eindhoven 17 december 2012, YG2501, 1228
Psychiater.Klaagster verwijt verweerder dat hij privacygevoelige informatie over haarzelf, haar partner en haar kinderen heeft opgenomen in de brief van 10 januari 2012 aan het UWV en dat hij deze brief heeft opgestuurd zonder eerst met klaagster te overleggen. Waarschuwing.

Regionaal Tuchtcollege Amsterdam 22 januari 2013, YG2735, 2012/226
De huisarts werkt een dagdeel in de week als arts bij het bedrijf waar klager in dienst is. Klager verwijt de huisarts dat hij zich ten onrechte heeft uitgegeven als bedrijfsarts en als zijn behandelend arts, zonder klager hierbij zelf te betrekken, of diens toestemming hiervoor te hebben verkregen. De huisarts heeft zich volgens klager ten onrechte bemoeid met klagers gezondheid en re-integratie. Gegrond. Waarschuwing.

Regionaal Tuchtcollege Amsterdam 12 februari 2013, YG2825, 2012/139
Klaagster is de moeder van een minderjarige patiënt die is opgenomen in een instelling voor kinder-en jeugdpsychiatrie. Tijdens het verblijf in deze instelling was verweerder zijn behandelend psychiater. Klaagster verwijt de psychiater zonder haar medeweten medicatie aan haar zoon te hebben verstrekt. Gegrond. Waarschuwing.

Regionaal Tuchtcollege Amsterdam 20 augustus 2013, YG3195, 2012/308
De IGZ verwijt de huisarts dat hij zich niet heeft gehouden aan de zorgvuldigheidseisen van de Wet toetsing levensbeëindiging en hulp bij zelfdoding ten aanzien van een zorgvuldige uitvoering van euthanasie bij twee van zijn patiënten. De huisarts heeft niet de aangewezen middelen conform de vigerende Standaard Euthanatica gebruikt en heeft de toe te dienen euthanatica niet laten controleren door een onafhankelijk apotheker. Waarschuwing.

Regionaal Tuchtcollege Den Haag 20 augustus 2013, YG3196, 2011-259a
Klager verwijt de verpleegkundige dat zij niet de afgesproken wondzorg heeft gegeven, geen aandacht heeft gehad voor de toenemende pijnklachten die klager steeds heeft geuit en de achteruitgaande lichamelijke conditie van klager en geen aantekeningen in het zorgdossier (hierover) heeft gemaakt.

Regionaal Tuchtcollege Zwolle 23 augustus 2013 YG3204, 096-2013
Klaagster verwijt kinderarts schending van het beroepsgeheim omdat zij de ontslagbrief zonder klaagsters toestemming aan haar vader heeft verstrekt. Verweerster heeft de klacht erkend. Waarschuwing.

Regionaal Tuchtcollege Groningen 27 augustus 2013, YG3215, G2013/05
Klacht tegen huisarts. Klagers verbleven op een Waddeneiland. Klaagster meldde zich met diverse klachten bij verweerder. Verweerder heeft klaagster laten gaan om per boot naar het vasteland af te reizen. Vlak voor vertrek kreeg klaagster zeer ernstige klachten, waarna een tweede consult volgde. Klaagster is per traumahelikopter naar het ziekenhuis vervoerd, waar zij aan een aortadissectie werd geopereerd. Zij liep een dwarslaesie en hersenletsel op. Klacht deels gegrond.

Regionaal Tuchtcollege Amsterdam 27 augustus 2013, YG3205, 2012/089
Klager dient een klacht in over de second opinion met betrekking tot zijn schouderklachten welke verweerder bij hem heeft verricht. Klager verwijt verweerder dat hij zijn revalidatie heeft belemmerd, door op onprofessionele wijze te reageren op suggesties en bevindingen van eerder behandelaars (fysiotherapeuten) van klager en klager zelf.

Regionaal Tuchtcollege Amsterdam 27 augustus 2013, YG3206, 2012/179
Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat hij onzorgvuldig jegens haar heeft gehandeld door een operatie uit te voeren waaraan klaagster blijvend letsel heeft overgehouden. Klaagster is onvoldoende geïnformeerd voorafgaande aan de operatie en er is bij haar zonder noodzaak het Dynesys systeem geplaatst. Daarbij heeft verweerder onvoldoende nazorg verricht.

Regionaal Tuchtcollege Den Haag 27 augustus 2013, YG 3209, 2011-238a
Klaagster verwijt de psychotherapeut dat deze buiten medeweten van klaagster en zonder haar toestemming gegevens over haar aan derden heeft verstrekt ten behoeve van een juridische procedure. Klaagster stelt voorts dat de gegevens onjuist zijn en het verstrekken ervan ernstige schade toebrengt aan haar en haar kinderen.

Regionaal Tuchtcollege Amsterdam 27 agustus 2013, YG3211, 2012/460
Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg onder andere dat hij onzorgvuldig jegens haar heeft gehandeld door onvoldoende aandacht te besteden aan de bij klaagster bestaande bacteriële infectie en daartegen passende maatregelen te nemen. Voorts verwijt klaagster dat verweerder zonder haar medeweten en toestemming gebruik heeft gemaakt van donorbot waardoor haar een goede kans op herstel is ontnomen. Daarbij heeft verweerder de onderbeenamputatie die uiteindelijk nodig bleek op onzorgvuldige wijze uitgevoerd waardoor een heroperatie noodzakelijk was. Verweerder heeft daarbij volgens klaagster onvoldoende gedocumenteerd in het dossier.

Regionaal Tuchtcollege Amsterdam 27 augustus 2013, YG3212, 2012/227
Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door zonder zijn toestemming informatie op te vragen bij klagers huisarts en door over klager te spreken met een arts die werkzaam is bij de werkgever van klager. Verweerder is hiermee doorgegaan nadat klager kenbaar maakte hiervoor geen toestemming te geven. Daarbij verwijt klager de bedrijfsarts dat hij zonder onderzoek een diagnose heeft gesteld.

Regionaal Tuchtcollege Amsterdam 27 augustus 2013, YG3213, 2012/459
Klager verwijt de bedrijfsarts op onzorgvuldige wijze jegens hem te hebben gehandeld door onder andere zonder klagers toestemming informatie over zijn medische toestand op te vragen bij klagers huisarts.

Regionaal Tuchtcollege Amsterdam 27 augustus 2013, YG3210, 2012/377
Klaagster verwijt de arts onder andere dat hij tekort is geschoten in de sociaal medische begeleiding van klaagster tijdens haar re-integratietraject door geen onderzoek te verrichten naar de oorzaken en mate van arbeidsongeschiktheid en de benutbare en belastbare mogelijkheden van klaagster. Verweerder heeft zich uitsluitend laten leiden door de belangen van de werkgever. Daarbij heeft de arts zich ten onrechte uitgegeven voor bedrijfsarts, terwijl hij basisarts is.

Regionaal Tuchtcollege Zwolle 30 augustus 2013, YG3219,  240-2012
Klacht tegen fysiotherapeut. Schending beroepsgeheim en geen verslaglegging. Gegrond. Waarschuwing,

Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 3 september 2013, YG3220, c2012.443
Klaagster is diabetes patiënt. Zij heeft zich tot de huisarts gewend met klachten aan een teen. De huisarts stelde de diagnose forse voetschimmel. Een week later heeft een waarnemend huisarts de diagnose diabetische voet gesteld. De teen is uiteindelijke geamputeerd.Klaagster verwijt de huisarts dat hij haar niet serieus heeft genomen, een verkeerde diagnose heeft gesteld, een onjuiste behandelmethode heeft gekozen en de behandelmethode verkeerd heeft uitgevoerd, hetgeen heeft geresulteerd in de amputatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond en legt de huisarts de maatregel van waarschuwing op.

Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 3 september 2013, YG3221, c2013.019
De klacht betreft de behandeling van klagers echtgenote, patiënte, bij wie tijdens de zwangerschap het Hellp-syndroom is opgetreden. Patiënte is na de geboorte van een gezond kind in het ziekenhuis is overleden. Klager verwijt de anesthesioloog dat hij tijdens de opname van patiënte in het ziekenhuis is tekortgeschoten in de zorg die patiënte van hem mocht verwachten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht grotendeels gegrond verklaard en de anesthesioloog de maatregel van berisping opgelegd. De anesthesioloog komt in beroep tegen de onderdelen van de klacht betreffende de beademing en de verslaglegging. Het beroep treft doel. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing op deze punten en legt de maatregel van waarschuwing op.

Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 10 september 2013, YG3235, c2012.283 en 284
Tijdens een operatie zijn bij het zoontje van klagers (7 weken oud) als gevolg van oververhitting van een warme luchtdeken ernstige brandwonden ontstaan. Klagers verwijten de anesthesioloog dat er niet tijdig is vastgesteld dat de huid van patiënt was verbrand (a), dat patiënt niet is gekoeld (b), dat het dossier niet volledig is en er onduidelijkheid bestaat over de reden van het niet koelen (c) en dat er niet goed gecommuniceerd is (d).Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel (b) gegrond en legt de anesthesioloog de maatregel van waarschuwing op.Zowel klagers als de anesthesioloog komen in hoger beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep van klagers gegrond en oordeel dat er niet goed gecommuniceerd is (d). Het beroep van de anesthesioloog wordt verworpen. De maatregel van waarschuwing wordt in stand gelaten.

Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 10 september 2013,YG3236 c2012.285 en 286
Tijdens een operatie zijn bij het zoontje van klagers (7 weken oud) als gevolg van oververhitting van een warmtematras ernstige brandwonden ontstaan. Klagers verwijten de chirurg dat er niet tijdig is vastgesteld dat de huid van patiëntje was verbrand (a), dat patiëntje niet is gekoeld (b), dat het dossier niet volledig is en er onduidelijkheid bestaat over de reden van het niet koelen (c) dat er niet goed gecommuniceerd is (d) en dat patiëntje te laat is overgebracht naar het brandwondencentrum (e).Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdelen (b) en (c) gegrond en legt de chirurg de maatregel van waarschuwing op.Zowel klagers als de chirurg komen in hoger beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep van klagers gegrond en oordeel dat er niet goed gecommuniceerd is (d). Het beroep van de chirurg wordt verworpen. De maatregel van waarschuwing wordt in stand gelaten.

Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 10 september 2013, YG3237, c2012.019
Patiënte heeft de tandarts verweten dat hij ten onrechte heeft vastgesteld dat zij twaalf gaatjes had. Het Regionaal Tuchtcollege heeft die klacht afgewezen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg is van die uitspraak beroep gegaan omdat het college heeft overwogen dat het opvragen van het dossier bij de vorige tandarts niet is voorgeschreven en dus geen deel uitmaakt van de professionele standaard. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat de NMT Praktijkrichtlijn Patiëntendossier impliceert dat het – mede met het oog op het Besluit bestralingsbescherming waarop de inspectie zich beroept – in beginsel tot de professionele standaard behoort om het patiëntendossier bij de vorige tandarts op te vragen, in het bijzonder indien – zoals in het onderhavige geval – de medische situatie van de patiënt daarom vraagt.

Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 10 september 2013, YG3240, c2012.388
De aangeklaagde fysiotherapeut, heeft klager behandeld in 2008 en 2010. De behandeling in 2008 bestond uit het oefenen de linkerarm weer functioneel te leren bewegen door het opbouwen van mobiliteit, coördinatie en spierkracht. In 2010 stond opbouwen van kracht in de arm en hand voorop. Toen geenverdere verbetering optrad heeft de fysiotherapeut aan klager geadviseerd revalidatietherapie te beginnen. Klager verwijt de fysiotherapeut dat zij is tekortgeschoten in de zorg die klager van haar mocht verwachten. Uit het feit dat hij nog steeds klachten heeft blijkt dat verweerster hem geen adequateoplossing heeft geboden voor zijn klachten. Klager vordert een vergoeding voor de door hem geleden schade. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat de klacht gegrond is omdat de fysiotherapeut heeft gehandeld in strijd met deKNGF-richtlijn Fysiotherapeutische verslaglegging (2007) door van de behandelingen geen dan wel een te summiere notitie op te nemen in de verslaglegging. Bovendien heeft de fysiotherapeut de behandeling van klager te lang en niet binnen het gestelde behandeldoel gecontinueerd. Het Centraal Tuchtcollege legt de maatregel van waarschuwing op.

Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 10 september 2013, YG3232, c2012.444
Het Centraal Tuchtcollege is, met klager, van oordeel dat het tuchtrecht dient als waarborg voor een zorgvuldige uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Dat impliceert dat een goede en onafhankelijke tuchtrechtspraak een door artikel 47 lid 1 sub b van de Wet BIG beschermd belang vormt. Het publiceren over een bij een tuchtcollege lopende zaak door een tandarts die als adviseur rechtstreeks bij die zaak is betrokken, op een zodanige wijze dat duidelijk is dat het artikel die lopende zaak betreft, schept het risico dat het tuchtcollege door die publicatie wordt beïnvloed. Daarmee kan de onafhankelijkheid van het tuchtrecht in het geding komen zodat klager in die zin ontvankelijk is in zijn klacht.

Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 10 september 2013, YG3233, c2012.010
Klager is twee maal door verweerder, fysiotherapeut, in de praktijk van die laatste behandeld, waarna verweerder heeft besloten de behandeling te stoppen en klager heeft aangeraden de mesoloog, bij wie klager ook onder behandeling was, te raadplegen. Klager verwijt verweerder dat hij 1) klager expres letsel heeft toegebracht, 2) klager expres veel pijn heeft bezorgd, 3) zich niet verantwoordelijk toont voor zijn daden, 4) onverantwoord bezig is en niet van zijn fouten wil leren, 5) agressie op klager heeft uitgeoefend, 6) een deel van de behandeling die verweerder wilde toepassen dan wel heeft toegepast behoort tot de osteopathie. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de fysiotherapeut klager heeft behandeld als fysiotherapeut. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de klacht gegrond is en legt de fysiotherapeut de maatregel van een berisping op.

Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 10 september 2013, YG3241, c2012.288
Tijdens een operatie zijn bij het zoontje van klagers (7 weken oud) als gevolg van oververhitting van een warme lucht deken ernstige brandwonden ontstaan. Klagers verwijten de kinderarts dat patiëntje niet is gekoeld en dat het dossier niet volledig is en er onduidelijkheid bestaat over de reden van het niet koelen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart het klachtonderdeel met betrekking tot het koelen gegrond en legt de kinderarts de maatregel van waarschuwing op. De kinderarts komt in hoger beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep van de kinderarts gegrond en verklaart het klachtonderdeel alsnog ongegrond.

LS&R 641

Scheidsgerecht heeft grote betekenis toegekend aan partijdig rapport

HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA0259 (eiser tegen Slotervaartziekenhuis) Procureur-Generaal, zie ECLI:NL:PHR:2013:CA0259.
Sick buildingArbitrage. Arbeidsrecht. Bewijs. De Hoge Raad vernietigt het arrest en verwijst het geding. Eiser is medisch specialist, volgens een beding in zijn arbeidsvoorwaarden worden (arbeidsrechtelijke) geschillen tussen partijen beslecht door het Scheidsgerecht Gezondheidszorg. Het Scheidsgerecht ontbindt, na overlijden van een behandelde patiënt, de overeenkomst op grond van 7:685 lid 2 BW. De rechtbank oordeelt dat het vonnis van het scheidsgerecht in strijd met de openbare orde of de goede zeden tot stand is gekomen. Gezien de samenstelling van de onderzoekscommissie was namelijk de vrees van [eiser] gerechtvaardigd dat het onderzoeksrapport niet op objectieve wijze tot stand zou komen.

Het Hof oordeelt dat uit de rov. 4.5 en 4.6 van het vonnis van het scheidsgerecht blijkt dat het scheidsgerecht twee redenen zag waarom herstel van vertrouwen tussen [eiser] en het Slotervaartziekenhuis niet viel te verwachten: (i) [eiser] heeft te lang ontkend bij de behandeling van een patiënt verwijtbaar te hebben gehandeld. En dat deze reden het oordeel zelfstandig kan dragen.

3.2.3. (...) Uit de motivering van het vonnis van het scheidsgerecht wordt duidelijk dat het zich een eigen, zelfstandig oordeel heeft gevormd over de mogelijkheden tot herstel van vertrouwen tussen het Slotervaartziekenhuis en [eiser]. Uit de rov. 4.5 en 4.6 van het vonnis van het scheidsgerecht blijkt dat het scheidsgerecht twee redenen zag waarom herstel van vertrouwen tussen [eiser] en het Slotervaartziekenhuis niet viel te verwachten: (i) [eiser] heeft te lang ontkend bij de behandeling van een patiënt verwijtbaar te hebben gehandeld, en (ii) [eiser] heeft zich in de procedure voor het scheidsgerecht zodanig negatief uitgelaten over personen binnen het ziekenhuis dat hij heeft bijgedragen aan de inmiddels onontkoombare gevolgtrekking dat voldoende grond bestaat voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Geen van beide redenen is ontleend aan het rapport waartegen [eiser] zich keert; beide redenen zijn door het scheidsgerecht zelf, op basis van eigen waarneming, geformuleerd. (rov. 4.4) De eerste reden kan het oordeel dat van vertrouwensherstel geen sprake meer kan zijn, zelfstandig dragen. De tweede reden vormt daarvan een nadere ondersteuning. (rov. 4.5)

Het hof volgt [eiser] niet in zijn stelling dat het onderzoeksrapport voor het scheidsgerecht bepalend is geweest. [eiser] stelt daartoe dat het scheidsgerecht heeft overwogen "Op grond van het vorenstaande en met overneming van de conclusies van het onderzoeksrapport is het Scheidsgerecht van oordeel dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen wegens wijziging van omstandigheden behoort te worden ontbonden". Naar het oordeel van het hof moet deze overweging echter aldus worden begrepen dat het eigen oordeel van het scheidsgerecht over de (on)mogelijkheid tot vertrouwensherstel overeenstemt met de conclusies van het onderzoek. (rov. 4.10)

3.3 Volgens onderdeel 2 van het middel is onbegrijpelijk dat het hof heeft geoordeeld dat het scheidsgerecht enkel op basis van eigen waarneming een onherstelbare vertrouwensbreuk aanwezig heeft geacht.

3.4 Het onderdeel treft doel. Het scheidsgerecht heeft onder meer als volgt geoordeeld:

“4.4    Naar het oordeel van het Scheidsgerecht heeft het onderzoeksrapport ruimschoots voldoende aangetoond dat sprake is van een onherstelbare verstoring van de verhoudingen tussen partijen. (...) Op grond van het vorenstaande en met overneming van de conclusies van het onderzoeksrapport is het Scheidsgerecht van oordeel dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen wegens wijziging van omstandigheden behoort te worden ontbonden. (…)”

Deze passages laten geen andere lezing toe dan dat het scheidsgerecht voor zijn oordeel grote betekenis heeft toegekend aan het hiervoor in 3.1 onder (iv) genoemde rapport. Dat wordt niet anders doordat het scheidsgerecht in de rov. 4.4-4.7, weergegeven in de conclusie van de plv. Procureur-Generaal onder 15, ook eigen overwegingen aan zijn oordeel ten grondslag heeft gelegd. Het oordeel van het hof dat de eigen overwegingen van het scheidsgerecht diens oordeel zelfstandig dragen en het rapport daarbij niet bepalend is geweest, is dan ook onbegrijpelijk.

LS&R 640

Versterking van positie van de patiënt in het tuchtrecht

Antwoord kamervragen over "Wie controleert de dokter?", Aanhangsel Handelingen II, 2013-2013, nr. 2713.
Tuchtrecht. Positie van de patiënt. Uitzending Brandpunt Reporter. 1 Wat vindt u van de suggestie van de voorzitter van het Centraal Tuchtcollege dat patiënten in het tuchtrecht voortaan door de Inspectie voor de Gezondheidszorg worden bijgestaan, om bijvoorbeeld te bepalen tegen wie de tuchtklacht moet worden ingediend?

In de kabinetsreactie op de onderzoeksrapporten van de heer Van der Steenhoven en mevrouw Sorgdrager (Tweede Kamer, nr. 33149 nr. 17), heb ik aangegeven dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) scherper gaat toezien op veilige zorg. Het is de verantwoordelijkheid van de IGZ om actief toe te zien én te handhaven wanneer zorg kwalitatief door de bodem zakt of medische producten niet voldoen aan de geldende eisen. De IGZ heeft niet de verantwoordelijkheid/taak om patiënten in het tuchtrecht bij te staan. Alhoewel in het tuchtrecht geen procesvertegenwoordiging verplicht is, kan de patiënt/klager die een tuchtklacht wil indienen eigenstandig rechtshulpverlening inschakelen.

Het is belangrijk dat de positie van patiënten bij klachten in de zorg wordt versterkt. Hiervoor richt ik een Zorgloket op. Het is de verantwoordelijkheid van het op te richten Zorgloket om burgers te helpen de juiste weg te vinden om antwoord op hun klacht te krijgen. Het Zorgloket begeleidt burgers (waar nodig) langs mediation en een geschilleninstantie. Indien blijkt dat de burger met zijn klacht een ander doel wil bereiken dan individuele genoegdoening, wordt de burger naar andere instanties geleid. Een tuchtcollege kan daar een voorbeeld van zijn.

2 Wat vindt u van het voorstel dat patiënten gedurende de tuchtzaak nieuwe informatie aan een lopende zaak kunnen toevoegen, gezien de medische complexiteit van tuchtzaken? 3 Wat vindt u van het voorstel van de voorzitter van het Centraal Tuchtcollege om de klacht gedurende de zitting te kunnen laten aanpassen?

Antwoord op vragen 2 en 3 Ik steun de gedachte hier achter en zal de voorstellen nader onderzoeken in het kader van de aanpassing van het tuchtrecht in de Wet BIG. Een en ander zal moeten worden bezien in het kader van een behoorlijke procesorde.

4 Welke andere opties ziet u om de positie van de patiënt te versterken bij het indienen van tuchtklachten, zodat de rechtsposities van patiënt en arts meer in evenwicht worden gebracht?

Het tuchtrecht kent niet zoals het civiele recht een bewijslast, maar een stelplicht voor de klager. Deze stelplicht is niet zwaar. Een klager kan dus vrij eenvoudig voldoen aan de eisen om de klacht in behandeling te nemen. De klager moet zijn klacht onderbouwen volgens de criteria van het Tuchtrechtbesluit BIG. Het klaagschrift moet de feiten en gronden waarop de klacht berust bevatten, zoals informatie over de behandeling en de ziekte. Vervolgens is het aan de beroepsbeoefenaar om aan de hand van het dossier en zijn aantekeningen aan te tonen dat hij heeft gehandeld volgens de professionele standaarden. De klager kan daar dan weer op reageren. De klager hoeft niet medisch deskundig te zijn. Hij kan volstaan met feitelijke gegevens. De leden-beroepsbeoefenaren van het tuchtcollege vullen de medische deskundigheid in.

5 Wat is uw oordeel over de omgekeerde bewijslast?

Ten aanzien van medische missers wordt in het wetsvoorstel voor de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) geregeld dat van een incident verplicht aantekening in het medisch dossier gemaakt moet worden door de zorgaanbieder. Indien dat niet is gebeurd zal de rechter sneller oordelen dat het dossier niet compleet is, waardoor, op grond van de lijn in de jurisprudentie, de bewijslast wordt omgedraaid. Dit zorgt voor een sterkere positie van de patiënt ten opzichte van de arts. Zie verder het antwoord op vraag 5.

6 Bent u bereid over de versterking van de positie van de patiënt in het tuchtrecht in gesprek te gaan met patiëntvertegenwoordigers en artsenkoepels?

Ja, ik zal hierover in gesprek treden met patiëntvertegenwoordigers en artsenkoepels.

  • 1
  • 2
  • 11 - 15 van 15