DOSSIERS
Alle dossiers

Rechtspraak  

LS&R 2261

Eerste vonnis in nietigheidsprocedure over octrooi met betrekking tot enzalutamide

8 okt 2024, LS&R 2261; (Accord, Sandoz en Teva tegen Astellas), https://lsenr.nl/artikelen/eerste-vonnis-in-nietigheidsprocedure-over-octrooi-met-betrekking-tot-enzalutamide

High Court of Justice 10 oktober 2024, IEF 22306, LSR 226, IEFbe 3806 (Accord, Sandoz en Teva tegen Astellas). Accord, Sandoz en Teva hebben een nietigheidsprocedure gevoerd in het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van Europees octrooi EP 1 893 196 B2 en een SPC SPC/GB13/079, ten name van The Regents of the University of California. Astellas Pharma Europe Ltd. was tevens gedaagd in deze procedure. Procedures over parallelle versies van deze rechten zijn aanhangig in andere landen, waaronder in Duitsland en in Nederland. De rechter in het Verenigd Koninkrijk is de eerste die uitspraak heeft gedaan over de nietigheidsargumenten die de generieken tegen deze rechten hebben aangevoerd en heeft deze verworpen. Het octrooi betreft de stof enzalutamide. Enzalutamide is voortgekomen uit een R&D-project van de universiteit van Californië om een betere behandeling voor prostaatkanker te vinden. Enzalutamide is zeer succesvol gebleken voor de levensverlengende behandeling van prostaatkanker.

LS&R 2257

Plerixafor-behandeling van Genzyme bij kankerpatiënten is niet octrooieerbaar

24 jan 2024, LS&R 2257; ECLI:EP:BA:2024:T125922.20240124 (Genzyme Corporation tegen Generics [UK] Limited c.s.), https://lsenr.nl/artikelen/plerixafor-behandeling-van-genzyme-bij-kankerpatienten-is-niet-octrooieerbaar

EOB 24 januari 2024, IEF 22258, IEFbe 3792, LS&R 2257; ECLI:EP:BA:2024:T125922.20240124 (Genzyme Corporation tegen Generics [UK] Limited c.s.). Genzyme Corporation (hierna: Genzyme) is de rechthebbende van een Europees octrooi ten aanzien van het gebruik van plerixafor. In het bijzonder gaat het om de toepassing daarvan in een behandeling van drie stappen voor kankerpatiënten die chemotherapie hebben ondergaan. De inschrijving van het octrooi is bestreden door zeven opponenten. In eerste aanleg wordt de oppositie afgewezen, maar een deel van de opponenten gaat nu in hoger beroep. Kort gezegd komt de oppositie erop neer dat het gebruik van plerixafor door Genzyme niet kan worden aangemerkt als nieuw in de zin van het Europees Octrooiverdrag. In beginsel hebben de opponenten gelijk: plerifaxor als middel bestaat al geruime tijd. Maar de vraag is of de behandeling van Genzyme desondanks kan worden aangemerkt als nieuwe toepassing van dit middel. Zo ja, dan geniet de behandeling octrooirechtelijke bescherming (art. 54 lid 2 EOV).

LS&R 2256

Octrooizaak LinXis wordt doorverwezen naar rechtbank Den Haag

19 aug 2024, LS&R 2256; ECLI:NL:RBAMS:2024:4733 (LinXis tegen gedaagde), https://lsenr.nl/artikelen/octrooizaak-linxis-wordt-doorverwezen-naar-rechtbank-den-haag

Rb. Amsterdam 19 augustus 2024 IEF 22229, LS&R 2256; ECLI:NL:RBAMS:2024:4733 (LinXis tegen gedaagde). LinXis is een biotechnologiebedrijf dat zich richt op de ontwikkeling van middelen voor de behandeling van levensbedreigende ziekten. Voor haar werkzaamheden heeft LinXis drie managementovereenkomsten gesloten met de vennootschap van gedaagde. LinXis heeft deze overeenkomsten later met onmiddellijke ingang opgezegd. Gedaagde stelt dat hij desondanks (mede-)uitvinder is en aanspraak maakt op een aantal producten/technologieën ten behoeve waarvan LinXis octrooiaanvragen heeft ingediend. LinXis is het daar niet mee eens. Zij verzoekt de rechtbank om voor recht te verklaren dat gedaagde geen uitvinder is van de producten in kwestie, nu hij daaraan geen uitvindersbijdrage zou hebben geleverd. Mocht dat toch wel het geval zijn, dan zou gedaagde al zijn rechten aan LinXis hebben overgedragen. Daarnaast vordert LinXis een verklaring voor recht dat gedaagde toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen en dat gedaagde onrechtmatig jegens LinXis heeft gehandeld. Gedaagde verzoekt om afwijzing van de vorderingen van LinXis. Volgens hem heeft hij een voor de uitvindersvraag relevante bijdrage geleverd aan de materie van de octrooien, wat hem mede-uitvinder zou maken. Verder betwist gedaagde dat hij schuldig zou zijn aan wanprestatie. Bovendien vordert gedaagde dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van de vorderingen van LinXis kennis te nemen en dat zij de zaak integraal doorverwijst naar de rechtbank Den Haag. Het betreft namelijk een octrooikwestie, waarover de rechtbank Den Haag exclusief bevoegd is (zie art. 80 lid 1 sub b ROW). LinXis is het hier voor een gedeelte van de vorderingen mee eens. De rechter oordeelt dat de gehele zaak zal worden doorverwezen naar de rechtbank Den Haag, aangezien de vorderingen aan elkaar verknocht zijn. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

LS&R 2252

Orchid Gardens maakt geen inbreuk op de octrooirechten van HE Licenties

14 aug 2024, LS&R 2252; ECLI:NL:RBDHA:2024:12900 (HE Licenties tegen Orchid Gardens c.s.), https://lsenr.nl/artikelen/orchid-gardens-maakt-geen-inbreuk-op-de-octrooirechten-van-he-licenties

Rb. Den Haag 14 augustus 2024, IEF 22196, LSR 2252; ECLI:NL:RBDHA:2024:12900 (HE Licenties tegen Orchid Gardens c.s.). Eiser in deze zaak is HE Licenties, een partij die octrooirechten exploiteert waarvan een ander de houder is. Deze octrooirechten beschermen een werkwijze voor het kleuren van orchideeën. Gedaagden (hierna: Orchid Gardens c.s.) zijn een aantal partijen die actief zijn in de bloemen- en plantenwereld. HE Licenties stelt dat Orchid Gardens c.s. door het verhandelen van bepaalde gekleurde orchideeën inbreuk maakt op de octrooien die zij mag handhaven. Zij vordert primair dat gedaagden de inbreuk stopzetten. Orchid Gardens c.s. stelt hiertegenover dat de octrooien die HE Licenties inroept niet geldig zijn, omdat de daaraan onderhavige orchideeën niet nieuw zijn: deze zouden in het verleden al zijn gebruikt door derde partijen. Daarnaast stelt Orchid Gardens c.s. dat HE Licenties onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, door de octrooien in te roepen tegenover afnemers van Orchid Gardens c.s. en door in kort geding conservatoire beslagen te laten leggen ten laste van Orchid Gardens c.s.

LS&R 2250

Alternatieve visolie-behandeling voor kanker is octrooieerbaar

24 apr 2024, LS&R 2250; ECLI:EP:BA:2024:T105722.20240424 (Smartfish tegen Nutricia), https://lsenr.nl/artikelen/alternatieve-visolie-behandeling-voor-kanker-is-octrooieerbaar

EOB 24 april 2024, IEF 22188, LS&R 2250; ECLI:EP:BA:2024:T105722.20240424 (Smartfish tegen Nutricia). Appellant is Smartfish AS (hierna: Smartfish), de exploitant van Nutrifriend: een mengsel van onder andere visolie dat kan worden gebruikt voor de behandeling van kanker. Hiervoor heeft appellant een octrooi verkregen. De oppositieafdeling van het Europees Octrooibureau (hierna: EOB) heeft dat octrooi later weer ingetrokken wegens gebrek aan nieuwheid, op verzoek van opponent N.V. Nutricia (hierna: Nutricia). Daartegen gaat Smartfish in beroep. Smartfish gebruikt deze mogelijkheid om de omvang van haar octrooi in te perken: Nutrifriend zou nu enkel nog dienen voor de behandeling van alvleesklierkanker en neurologische kanker. Nutricia stelt dat Smartfish te laat is met haar wijziging, maar de Kamer van Beroep (hierna: KvB) van het EOB staat de wijziging toe en zal haar oordeel daarop baseren. Verder voert Nutricia aan dat niet is bewezen dat Nutrifriend de door Smartfish beweerde effecten heeft. Al zou het mengsel die effecten wel hebben, dan is onduidelijk of dat door de beschermde substantie van Smartfish komt of door de tal van andere (bioactieve) stoffen die zich in het mengsel bevinden.

LS&R 2249

eOx International c.s. en verweerders in het nauw gedreven: het hof veronderstelt onterechte ontlening aan ATSSE-mengsel

23 jul 2023, LS&R 2249; ECLI:NL:GHDHA:2023:2922 (eOx International c.s. tegen ATSSE en ATSSE tegen verweerders), https://lsenr.nl/artikelen/eox-international-c-s-en-verweerders-in-het-nauw-gedreven-het-hof-veronderstelt-onterechte-ontlening-aan-atsse-mengsel

Hof Den Haag 25 juli 2023, IEF 22185, LS&R 2249; ECLI:NL:GHDHA:2023:2922 (eOx International c.s. tegen ATSSE en ATSSE tegen verweerders). Het hof behandelt hier gelijktijdig twee zaken die, kort samengevat, als volgt in elkaar steken. ATSSE heeft een formule ontwikkeld voor het maken van een chloordioxideoplossing. Deze formule heeft zij onder een geheimhoudingsverplichting in licentie gegeven aan een zustervennootschap van eOx International. De Belgische rechter heeft de zustervennootschap onherroepelijk veroordeeld tot betaling van contractuele boetes aan ATSSE, vanwege schending van de geheimhoudingsplicht. De boetes zijn echter nooit betaald en de zustervennootschap is inmiddels ingebracht in eOx International via een activa-/passivatransactie. ATSSE houdt appellanten in de eerste zaak (hierna: eOx International c.s.) en verweerder 1 en 2 (tezamen hierna: verweerders) in de andere zaak aansprakelijk voor het niet kunnen incasseren van de boetes. Bovendien verwijt zij eOx International c.s. en verweerders onrechtmatige betrokkenheid bij de verkoop van een chloordioxideproduct, dat ontleend zou zijn aan de formule van ATSSE. ATSSE eist hiervoor schadevergoeding en een verbod op verdere verkoop van het chloordioxideproduct. De vorderingen van ATSSE zijn in eerste aanleg door de rechtbank deels toegewezen [zie IEF 20357]. Zowel ATSSE als eOx International c.s. gaan daartegen in hoger beroep.

LS&R 2248

Babyvoeding van Nutricia komt niet in aanmerking voor octrooi

23 apr 2024, LS&R 2248; ECLI:EP:BA:2024:T081522.20240423 (Société des Produits Nestlé S.A. tegen Nutricia), https://lsenr.nl/artikelen/babyvoeding-van-nutricia-komt-niet-in-aanmerking-voor-octrooi

EOB 23 april 2024, IEF 22180, LS&R 2248, IEB 3768; ECLI:EP:BA:2024:T081522.20240423 (Société des Produits Nestlé S.A. tegen Nutricia). In deze zaak wordt een uitspraak van de oppositieafdeling van het Europese Octrooibureau (EOB) aangevochten, waaruit bleek dat het product van Nutricia in aanmerking komt voor een octrooirecht. Het betreft een voedingssamenstelling, bedoeld om de positieve effecten van natuurlijke borstvoeding na te bootsen ter bevordering van de postnatale groei of lichaamsontwikkeling van baby’s die geen borstvoeding krijgen. Volgens het EOB wordt de samenstelling van Nutricia op een nieuwe, therapeutische wijze toegepast, waardoor deze geschikt is voor octrooibescherming. Appellant Société des Produits Nestlé S.A. gaat echter tegen de beslissing in beroep bij de Kamer van Beroep van het EOB.

LS&R 2239

Uitspraak ingezonden door Rutger Kleemans, Freshfields Bruckhaus Deringer LLP.

Geen meldingsplicht voor Teva over parallel lopende zaak in kort geding tegen Novartis

7 jul 2021, LS&R 2239; C/ 15/3 16187 / KG ZA 21-240 (Novartis c.s. tegen Teva), https://lsenr.nl/artikelen/geen-meldingsplicht-voor-teva-over-parallel-lopende-zaak-in-kort-geding-tegen-novartis

Vzr. Rb. Noord-Holland 7 juli 2021, IEF 22048, LS&R 2239; Zaak nr. C/ 15/3 16187 / KG ZA 21-240 (Novartis c.s. tegen Teva) Novartis c.s., een farmaceutisch bedrijf, is houder van het Europese octrooi EP246. Teva, een bedrijf dat generieke geneesmiddelen verkoopt, heeft aangekondigd EP246 in Nederland niet te respecteren, wat leidde tot een inbreukprocedure door Novartis c.s. In een eerdere kortgedingprocedure heeft het hof Den Haag het octrooi geldig bevonden en Teva een verbod opgelegd om inbreuk te maken op EP246.

LS&R 2223

Uitspraak ingezonden door Gino van Roeyen, LAWNCH, en Bert Gravendeel, Fruytier Lawyers in Business.

Geschil na beëindiging licentieovereenkomst voor InVitria

6 sep 2023, LS&R 2223; (Sharpsight tegen Medical Workshop), https://lsenr.nl/artikelen/geschil-na-beeindiging-licentieovereenkomst-voor-invitria

Rb. Den Haag 6 september 2023, IEF 21704 LS&R 2223; C/09/599367/ (Sharpsight B.V. tegen Medical Workshop B.V.) Vervolg in de bodemprocedure op eerder tussen partijen in eerste aanleg bij de Rechtbank Den Haag [zie IEF 18810 en IEF 18761) en in hoger beroep bij hof Den Haag [zie IEF 19679] gevoerde kort geding procedure. De kern van het geschil in de bodemprocedure draait om het recht op het merk 'InVitria', waarbij ook wordt gestreden over auteursrechten met betrekking tot de naam. De rechtbank oordeelt over octrooi-inbreuk door Medical Workshop, gemeenschappelijk eigendom van octrooirechten en de beëindiging van een licentieovereenkomst en de gevolgen daarvan. Bovendien vordert Sharpsight een schadevergoeding, die wordt toegekend zonder verwijzing naar een schadestaatprocedure. In reconventie vordert Medical Workshop een veroordeling van Sharpsight tot vergoeding van goodwill.

LS&R 2221

Octrooi op doseringsregime van antistollingsmiddel rivaroxaban is geldig

1 nov 2023, LS&R 2221; ECLI:NL:RBDHA:2023:16452 (SANDOZ B.V. tegen BAYER INTELLECTUAL PROPERTY GMBH), https://lsenr.nl/artikelen/octrooi-op-doseringsregime-van-antistollingsmiddel-rivaroxaban-is-geldig

Rechtbank Den Haag 1 november 2023, IEF 21769, LS&R 2221; ECLI:NL:RBDHA:2023:16452 (Sandoz tegen Bayer) Deze zaak gaat over een vordering van Sandoz om het Nederlandse deel van het EP 961 octrooi, dat in bezit is van Bayer, te vernietigen. Tegen deze vordering voert Bayer verweer strekkende tot afwijzing van de vordering. In deze zaak dient er gekeken te worden of het octrooi van Bayer inventief is.

  • 1
  • 2
  • 3
  • 11 - 20 van 27