Gepubliceerd op donderdag 18 mei 2017
LS&R 1451
Reclame Code Commissie ||
27 mrt 2017
Reclame Code Commissie 27 mrt 2017, LS&R 1451; Dossiernr: 2017/00076 (Bayer tegen drs. Leenarts), https://lsenr.nl/artikelen/producten-drs-leenarts-worden-gepresenteerd-als-geneesmiddelen

Producten drs. Leenarts worden gepresenteerd als geneesmiddelen

RCC 27 maart 2017, LS&R 1451; RB 2853; dossiernr. 2017/00076 (Drs. Leenarts/Bayer) Aanbeveling (voor zover nodig). Uiting: Het betreft een filmpje te zien op www.etos.nl/mama-en-kind/drsleenarts en via Youtube, waarin dermatoloog drs. Marjolein Leenarts onder meer het volgende zegt: “Ik ben Marjolein Leenarts, medisch specialiste in huidziektes oftewel dermatoloog. Ik werk in het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk en bij veel mensen beter bekend als het brandwondencentrum. Het is mijn vak om te weten wat werkt bij bepaalde huidproblemen, welke ingrediënten kunnen de oplossing bieden, en welke kunnen juist schadelijk zijn. Toen ik zelf moeder werd, merkte ik dat er geen goede producten voor kinderen op de markt waren. Ik bedoel producten om simpele huidproblemen te behandelen of te voorkomen. Daarom besloot ik mijn kennis te delen met andere moeders en een eigen lijn voor huidproducten op de markt te zetten. Mijn lijn was eigenlijk meteen succesvol. Er is echt vraag naar goede veilige producten voor de behandeling van waterpokken en geïrriteerde droge huid bij eczeem of het voorkomen van luieruitslag. (…). Mijn producten bevatten natuurlijk geen enkel irriterend ingrediënt, zoals parfum, parabenen of wol-alcoholen.” Klacht: producten van mevrouw Leenarts zijn naar eigen zeggen cosmetica, maar de claims die zij “primair” gebruikt zijn geen cosmetische, maar medische claims. Daarmee positioneert mevrouw Leenarts haar producten als geneesmiddelen. Klager vindt dit misleidend als bedoeld in artikel 8 van de van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Verder vindt klager de uiting in strijd met artikel 6 NRC (appelleren aan gevoelens van angst), artikel 13 NRC (zich negatief uitlaten over andere producten) en de artikelen 2 en 5 van de Reclamecode Cosmetische Producten (RCP)

Commissie:

Mede in acht genomen de informatie van de Keuringsraad KOAG/KAG, waaronder de mededeling dat in de presentatie van de producten van drs. Leenarts hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van medische claims, waardoor de consument de indruk zou kunnen krijgen dat het om geneesmiddelen gaat, oordeelt de Commissie als volgt:

Ingevolge artikel 1 lid 1 sub b van de Geneesmiddelenwet is een geneesmiddel:

“een substantie of een samenstel van substanties die bestemd is om te worden toegediend of aangewend voor dan wel op enigerlei wijze wordt gepresenteerd als zijnde geschikt voor:

    1. het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek, wond of pijn bij de mens,

    2. het stellen van een geneeskundige diagnose bij de mens, of

    3. het herstellen, verbeteren of anderszins wijzigen van fysiologische functies bij de

       mens door een farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect te

      bewerkstelligen”.

Naar het oordeel van de Commissie worden de producten uit de “lijn voor huidproducten” van drs. Leenarts in het bestreden filmpje gepresenteerd als geneesmiddelen als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub b van de Geneesmiddelenwet. Zo zegt drs. Leenarts, die zich aan het begin van het filmpje voorstelt als “Marjolein Leenarts, medisch specialiste in huidziektes oftewel dermatoloog”:

“Het is mijn vak om te weten wat werkt bij bepaalde huidproblemen, welke ingrediënten kunnen de oplossing bieden, en welke kunnen juist schadelijk zijn”

en

“Ik bedoel producten om simpele huidproblemen te behandelen of te voorkomen”

en

“(…) goede veilige producten voor de behandeling van waterpokken en geïrriteerde droge huid bij eczeem of het voorkomen van luieruitslag”.

Ervan uitgaande dat voor geen van de betreffende geneesmiddelen een handelsvergunning is verleend, acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 84 van de Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met artikel 2 NRC en artikel 4 CPG 2015.

Nu de Commissie de uiting reeds op bovengenoemde punten in strijd acht met de NRC, komt zij niet toe aan verdere beoordeling van de klacht.

Aangezien namens adverteerder is meegedeeld dat de bewuste film niet meer wordt uitgezonden, maar ook is aangevoerd dat adverteerder een deel van de klacht niet gegrond acht, zal de Commissie een aanbeveling voor zover nodig doen.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met de artikelen 2 NRC en 4 CPG. Zij beveelt adverteerder, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.