LS&R 2273
6 juni 2025
Artikel

AI-Forum gelanceerd: hét platform voor AI en recht

 
LS&R 2298
28 mei 2025
Artikel

Nederlands Octrooicongres op dinsdag 10 juni 2025. Hebt u zich al aangemeld?

 
LS&R 2296
26 mei 2025
Uitspraak

Prestige moet interne auditstukken over afgebroken onderhandelingen met BioConnection verstrekken

 
LS&R 1932

Overheidscampagne ‘Intellectueel Eigendom: de kroon op je werk’

Minder dan 5 procent van de Nederlandse ondernemers heeft zijn merk, vormgeving, model, octrooi of kwekersrecht laten registeren. Terwijl uit hetzelfde recente Europese onderzoek blijkt dat het vastleggen van intellectueel eigendom kan leiden tot een forse inkomensstijging voor ondernemers variërend van 68% voor mkb’ers tot 18% voor het grootbedrijf. Deze week lanceerde staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) namens diverse overheden daarom de campagne ‘Intellectueel Eigendom: de kroon op je werk’.

Kijk hier de live lancering terug van de campagne.

LS&R 1930

Tijdschrift AMI heet weer AUTEURSRECHT

Een nieuw begin, een nieuwe 'look' en een vertrouwde naam. Het tijdschrift AMI heeft zijn oorspronkelijke titel AUTEURSRECHT teruggekregen en zal voortaan ieder kwartaal verschijnen. De website is 'live': www.auteursrecht-online.nl, met het eerste nummer in een nieuw jasje.

Lees meer in de editorial van Stef van Gompel en Marcel de Zwaan.

LS&R 1929

V.O. verwelkomt partners Koerkamp, Michiels en Niestadt

Per 1 april 2021 zijn drie nieuwe partners, de octrooigemachtigden Jasper Groot Koerkamp, Frits Michiels en Bart Jan Niestadt, toegetreden tot V.O. Voordat Jasper Groot Koerkamp in 2015 bij V.O. kwam, werkte hij enkele jaren als in-house IP counsel in Frankrijk, waar hij verantwoordelijk was voor de octrooistrategie van de business unit mobiele communicatie van NXP. Frits Michiels werkt sinds 2006 bij V.O., na een lange wetenschappelijke carrière bij kennisinstituten en biotech-ondernemingen. Bart Jan Niestadt werkte enige jaren in de telecommunicatie-industrie voordat hij in 2001 het octrooivak binnenstapte. In 2011 trad hij als octrooigemachtigde bij V.O. in dienst.

LS&R 1928

Nederlands Octrooicongres op dinsdag 9 juni

Reserveer alvast een plek bij het Nederlands Octrooicongres van deLex op dinsdag 8 juni! Hetzelfde jaarlijkse congres, met een passende vorm en locatie. Onderwerpen op de agenda zijn onder meer: FRAND, EOB-beslissingen, octrooieerbaarheid van computersimulaties en cases uit de octrooipraktijk.

Het congres is samengesteld door prof. mr. Peter Blok en mr. drs. Gertjan Kuipers, met experts uit binnen- en buitenland, en met deze keer een interactieve component.

Meer informatie over het programma volgt snel. Meteen aanmelden? Dat kan ook, via info@delex.nl of via deze link.

We verwelkomen u graag weer dit voorjaar!

LS&R 1927

HvJ EU: 'passende schadeloosstelling' is autonoom Unierechtelijk begrip

Hof van Justitie EU 12 sep 2019, LS&R 1927; ECLI:EU:C:2019:722 (Bayer tegen Richter), https://lsenr.nl/artikelen/hvj-eu-passende-schadeloosstelling-is-autonoom-unierechtelijk-begrip

HvJ EU 12 september 2019, IEF 19853, LS&R 1927, ECLI:EU:C:2019:722 (Bayer tegen Richter) Richter vordert van Bayer een vergoeding van de schade die zij stellen te hebben geleden ten gevolge van voorlopige maatregelen die zijn getroffen wegens vermeende inbreuk op een later nietig verklaard octrooi. De Hongaarse rechter heeft naar aanleiding van dit geschil een aantal prejudicële vragen gesteld aan het Hof over het begrip "passende schadeloosstelling". Het Hof oordeelt dat het begrip “passende schadeloosstelling” een autonoom Unierechtelijk begrip vormt dat een uniforme uitlegging moet krijgen. Indien een Unierechtelijke bepaling namelijk niet uitdrukkelijk naar het recht van de lidstaten verwijst, moet deze normaliter in de gehele Europese Unie autonoom en uniform worden uitgelegd. Het is aan de nationale rechterlijke instanties om te beslissen of de eiser moet worden veroordeeld tot betaling aan de verweerder van een schadeloosstelling die “passend” moet zijn, dat wil zeggen gerechtvaardigd in het licht van die omstandigheden.

LS&R 1926

Ziekenhuis hoeft identiteit zaaddonor niet prijs te geven

Rechtbank Gelderland 24 mrt 2021, LS&R 1926; ECLI:NL:RBGEL:2021:1388 (Eiseressen tegen het ziekenhuis), https://lsenr.nl/artikelen/ziekenhuis-hoeft-identiteit-zaaddonor-niet-prijs-te-geven

Rechtbank Gelderland 24 maart 2021, IT 3457, LS&R 1926, ECLI:NL:RBGEL:2021:1388 (Eiseressen tegen het ziekenhuis) Eiseressen, een moeder en een dochter, eisen van een ziekenhuis dat deze de identiteit van de biologische vader van de dochter bekendmaakt. De vader is zaaddonor. Hij had aanvankelijk gezegd dat zijn donorkinderen zijn identiteit mochten weten als zij dat wilden, maar bedacht zich later. De rechtbank oordeelt dat hij dit terecht heeft mogen doen. Ondanks dat in 2004 de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (WDKB) is ingesteld die anoniem doneren heeft verboden, mag de man zich bedenken omdat hij voor de invoering van deze wet heeft gedoneerd. Daarnaast zijn er veel kinderen met het zaad van de man verwekt. Een plotselinge bekendmaking van zijn identiteit kan grote gevolgen voor hem hebben, die niet goed gewogen kunnen worden door de rechtbank omdat de man geen partij is bij deze procedure.

LS&R 1925

Inhoudsopgave Jurisprudentie Geneesmiddelen (JGR)

Inhoudsopgave van het tijdschrift Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht (JGR). Aflevering 1 – 25 maart 2021 - jaargang 22.

Apotheker
1. ‘Lidstaten kunnen nationale regels stellen aan onlineverkoop van receptvrije geneesmiddelen, mits deze aantoonbaar in het belang zijn van de volksgezondheid.’ Hof van Justitie van de Europese Unie, 1 oktober 2020, C-649/18, ECLI:EU:C:2020:764 met annotatie van mw. mr. dr. M.D.B. Schutjens.

Geheimhouding
2. ‘Beperkte kennisneming van processtukken die door College ter Beoordeling van Geneesmiddelen zijn ingebracht wordt deels toegewezen, deels afgewezen.’ Afd. bestuursrechtspraak van de Raad van State, 23 maart 2020, 201904167/4/A3, ECLI:NL:RVS:2020:827. Met annotatie van dhr. mr. drs. J.A. Lisman onder «JGR» 2021/4.
3. ‘Beperkte kennisneming van interne stukken van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen is terecht.’ Afd. bestuursrechtspraak van de Raad van State, 3 november 2020, 202003610/2/A3, ECLI:NL:RVS:2020:2584. Met annotatie van dhr. mr. drs. J.A. Lisman onder «JGR» 2021/4.
4. ‘Beperkte kennisneming van een bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen ingediende zienswijze over openbaarmaking documenten wordt afgewezen’. Afd. bestuursrechtspraak van de Raad van State, 3 december 2020, 202002708/2/A3, ECLI:NL:RVS:2020:2841. Met annotatie van dhr. mr. drs. J.A. Lisman onder «JGR» 2021/2, «JGR» 2021/3 en «JGR» 2021/4.

LS&R 1924

Jaarverslag CGR

De Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) heeft haar jaarverslag 2020 gepubliceerd.
Lees verder.

LS&R 1923

Claims Novartis ook in beroep in strijd geacht met Gedragscode

College Geneesmiddelen Reclame 1 mrt 2021, LS&R 1923; (Novartis tegen Bayer), https://lsenr.nl/artikelen/claims-novartis-ook-in-beroep-in-strijd-geacht-met-gedragscode

CGR 1 maart 2021, IEF 19832, RB 3495, LS&R 1923, B20.006/B20.03 (Novartis tegen Bayer) [Vervolg op IEF 19593, RB 3460, LS&R 1883]. Beroepszaak van Novartis tegen de beslissing van de Codecommissie waarmee een advertentie van Novartis voor haar geneesmiddel Beovu in strijd werd geacht met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. De Commissie van Beroep is van oordeel dat de Codecommissie hierin geen onjuiste kijk op de zaak heeft gehad. De claims die Novartis in haar advertentie maakt zijn onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd.

LS&R 1922

Commissie van Beroep volgt CGR in haar uitspraak

College Geneesmiddelen Reclame 1 mrt 2021, LS&R 1922; (Bayer tegen Novartis), https://lsenr.nl/artikelen/commissie-van-beroep-volgt-cgr-in-haar-uitspraak

CGR 1 maart 2021, IEF 19831, RB 3494, LS&R 1922, B20.005/B20.02 (Bayer tegen Novartis) Vervolg op [IEF 19553], [RB 3453] en [LS&R 1876]. Bayer heeft in een advertentie voor haar geneesmiddel Eylea een aantal claims gedaan die volgens de Codecommissie in strijd zijn met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. Bayer is tegen deze uitspraak in beroep gegaan, maar hier wederom in het ongelijk gesteld. De gemaakte claims schetsen in de gegeven context een te eenzijdig en te rooskleurig beeld, waardoor de gemiddelde beroepsoefenaar op het verkeerde been kan worden gezet, aldus de Commissie van Beroep. Deze bekrachtigt dan ook de beslissing van de Codecommissie.