Gepubliceerd op donderdag 28 april 2016
LS&R 1309
Reclame Code Commissie ||
6 apr 2016
Reclame Code Commissie 6 apr 2016, LS&R 1309; dossiernr. 2016/0018 (Jan Linders Supermarkten - wistjedatje), https://lsenr.nl/artikelen/wistjedatjes-op-de-broodafdeling-te-absoluut-en-onvolledig-volgens-rvv

Wistjedatjes op de broodafdeling te absoluut en onvolledig volgens RVV

RCC 6 april 2016, RB 2708; LS&R 1309; dossiernr. 2016/00186 (Jan Linders Supermarkten - wistjedatjes)
Voeding. Het betreft twee op de broodafdeling van adverteerders supermarkten geplaatste bordjes met daarop, naast een afbeelding van verschillende broden en boven de mededeling “Zin in gezond bij Jan Linders”, de volgende tekst: “Witbrood bevat dezelfde soorten vitamines, mineralen en voedingsvezels als bruin- en volkorenbrood.” (uiting A) of: “Brood is helemaal geen dikmaker. In combinatie met gezond beleg, bevat deze maaltijd maar weinig vet.” (uiting B).

Klager stelt dat zijn klacht met name is gericht tegen de onvolledigheid van de uitingen en de daaruit volgende misleiding. Klager wijst in dit verband onder meer op artikel 1 en artikel 3 lid 1 onder b (tweede bulletpoint) van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV).

Het oordeel van de Commissie:

1. Krachtens artikel 1 RVV dienen in een reclame-uiting voor een voedingsmiddel mededelingen over een eventuele bijdrage van het aangeprezen voedingsmiddel aan een verantwoord voedingspatroon juist en volledig te zijn. Naar het oordeel van de Commissie voldoen de bestreden uitingen, waarin brood wordt aangeprezen, niet aan deze bepaling.

2. Niet is in geschil dat uiting A, waarin wordt gezegd “Witbrood bevat dezelfde soorten vitamines, mineralen en voedingsvezels als bruin- en volkorenbrood”, feitelijk juist is. Niet is weersproken echter dat de hoeveelheid van de genoemde vitamines, mineralen en voedingsvezels in witbrood (veel) lager is dan in bruin- en volkorenbrood. Door hiervan geen melding te maken wordt met uiting A de suggestie gewekt dat er uit een oogpunt van ‘Zin in Gezond’ geen verschil bestaat tussen witbrood en bruin- of volkorenbrood. Aldus is de mededeling over een bijdrage van witbrood aan een verantwoord voedingspatroon onvolledig en daardoor in strijd met artikel 1 RVV.

3. In uiting B wordt gezegd: “Brood is helemaal geen dikmaker. In combinatie met gezond beleg, bevat deze maaltijd maar weinig vet.” Door klager is niet betwist dat brood weinig vet bevat. Klagers stelling dat niet vet, maar met name de koolhydraten – naast de eiwitten – in brood de bron van energie zijn, is echter niet weersproken. Gelet hierop acht de Commissie de mededeling dat brood door de geringe hoeveelheid vet daarin “helemaal geen dikmaker” is, te absoluut en daardoor in strijd met artikel 1 RVV.

4. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist. Bij deze uitkomst kan in het midden blijven of sprake is van voedingsclaims die voldoen aan de eisen van Verordening (EG) nr. 1924/2006.