Gepubliceerd op woensdag 15 augustus 2012
LS&R 192
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Realiseren tweede apotheek

Rechtbank 's-Gravenhage 23 mei 2012, LJN BW7256 (eisers tegen Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie)

GreenAls randvermelding. Overeenkomst van opdracht. Gedaagde is als opdrachtnemer tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichting de zorgplicht van een goed opdrachtnemer in acht te nemen. Als professioneel dienstverlener had gedaagde in dit geval zorgvuldig te werk dienen te gaan bij het realiseren van een tweede apotheek in [A.]. Gedaagde heeft onder meer nagelaten eisers volledig en naar waarheid te informeren over de op dat moment bestaande conflictueuze situatie in [A.] tussen de aldaar gevestigde huisartsen en de reeds gevestigde apotheker. De vergoedingsplicht van gedaagde wordt l op de voet van artikel 6:101 BW verminderd en vastgesteld op 60% aan de zijde van gedaagde en 40% aan de zijde van eisers.

De KNMP, opgericht in 1842, is de beroeps- en brancheorganisatie van apothekers en apotheken in Nederland.
Per 1 april 1993 heeft [Z.] (hierna: [Z.]) zich als zelfstandig apotheker gevestigd te [vestigingsplaats]. Tot die datum was er geen apotheker bedrijfsmatig gevestigd en werd de geneesmiddelenvoorziening verzorgd door de drie in [vestigingsplaats] gevestigde huisartsen. De huisartsen beschikten over een wettelijke vergunning ex artikel 6 lid 4 van de – inmiddels vervallen – Wet op de Geneesmiddelenvoorziening voor de uitoefening van een apotheek. [Z.] heeft van meet af aan diverse pogingen gedaan om de apotheekhoudende activiteiten van de huisartsen over te nemen. De huisartsen hebben steeds geweigerd op zijn voorstellen in te gaan; een zelfstandige apotheek was in hun ogen geen haalbare kaart.

4.17. Uit het hiervoor overwogene volgt dat de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de KNMP dient te worden toegerekend, maar dat er ook sprake is van eigen schuld van [eisers] Gelet op genoemde omstandigheden in onderling verband en samenhang genomen, zal de rechtbank op de voet van artikel 6:101 BW de vergoedingsplicht van de KNMP verminderen door de schade over partijen te verdelen in evenredigheid met de mate waarin ieder van hen heeft bijgedragen aan het ontstaan van de schade, welke verhouding jde rechtbank vaststelt op 60% aan de zijde van de KNMP en op 40% aan de zijde van [eisers]

4.18. De rechtbank gaat voorbij aan het verweer van de KNMP dat zij niet aansprakelijk is voor de schade omdat [eisers] deze schade op grond van het bepaalde in artikel 14 lid 2 van de vaststellingsovereenkomst kan verhalen op de huisartsen en Amicon. Wat er verder ook van dit betoog zij, een eventuele op die grond gebaseerde regresmogelijkheid staat er niet aan in de weg dat [eisers] een op wanprestatie gebaseerde schadevergoedingsactie jegens de KNMP kan instellen.