Gepubliceerd op vrijdag 20 oktober 2017
LS&R 1520
Hof Den Haag ||
3 okt 2017
Hof Den Haag 3 okt 2017, LS&R 1520; ECLI:NL:GHDHA:2017:2723 (Appellante tegen Centramed c.s.), https://lsenr.nl/artikelen/medische-analyse-radioloog-is-geen-persoonsgegeven-in-de-zin-van-wbp

Medische analyse radioloog is geen persoonsgegeven in de zin van Wbp

Hof Den Haag 3 oktober 2017, IT&R 2379; LS&R 1520; ECLI:NL:GHDHA:2017:2723 (Appellante tegen Centramed c.s.). Privacy. Medische gegevens. In 2005 is appellante bevallen in Waterlandziekenhuis met behulp van een keizersnede, uitgevoerd door een gynaecoloog. Het pasgeboren kind werd overgeplaatst naar het VUMC, alwaar een hoge dwarslaesie werd vastgesteld. Appelante beticht Waterlandziekenhuis en gynaecoloog van onvoldoende zorgvuldig handelen. Ziekenhuis en gynaecoloog hebben deze aansprakelijkheid afgewezen. Beide partijen zijn voor aansprakelijkheid verzekerd bij Centramed. De rechtbank heeft het ziekenhuis en de gynaecoloog hoofdelijk veroordeeld tot betaling van geleden en te lijden schade. In hoger beroep is de vordering alsnog afgewezen. Hiertegen heeft appellante cassatie ingesteld. Appelante heeft bij Centramed een volledig overzicht gevraagd betreffende iedere verwerking van de persoonsgegevens van haar en haar zoon. Dit overzicht heeft Centramed gestuurd. In eerste aanleg heeft appellante gesteld dat het overzicht geen volledig en begrijpelijk overzicht bevat. Zij vordert dat Centramed dit alsnog doet en vordert tevens inzage in analyse door een radioloog. Rechtbank wijst deze vorderingen af. Het Hof oordeelt dat Centramed inderdaad niet aan haar wettelijke verplichting ex art. 35 lid 2 Wbp tot verstrekking van een volledig overzicht heeft voldaan. Zij vordert dat Centramed dit alsnog doet. Een medische analyse door bijvoorbeeld een radioloog valt niet onder persoonsgegevens, hoewel een dergelijke analyse medische zeker persoonsgegevens kan bevatten.

4.18 Naar het oordeel van het hof moet, uitgaande van de overwegingen van het Hof van Justitie, ook ten aanzien van de medische analyse door [de radioloog] worden aangenomen dat deze weliswaar persoonsgegevens kan bevatten maar op zich niet een dergelijk gegeven vormt in de zin van de Wbp. De analyse houdt hooguit informatie in over de beoordeling en de toepassing van medisch-wetenschappelijke inzichten op de situatie van [appellante] en [de zoon van appellante] aan de hand van de aan [de radioloog] verstrekte beeldvormende gegevens. Voorts moet worden aangenomen dat een dergelijke medische analyse zelf in beginsel niet door [appellante] kan worden gecontroleerd op de juistheid ervan. Het hof onderkent dat een medische analyse onder omstandigheden wel zou kunnen worden beoordeeld door inschakeling van een eigen deskundige, zoals [appellante] heeft aangevoerd. Maar dat ligt niet anders bij een juridische analyse, ten aanzien waarvan het Hof van Justitie geen aanleiding heeft gezien anders te oordelen dan hiervoor weergegeven. Dat het bij persoonsgegevens waarop een medische analyse betrekking heeft zou gaan om gegevens van wezenlijk andere aard dan persoonsgegevens waarop een juridische analyse betrekking heeft en dat om die reden anders moet worden geoordeeld, zoals [appellante] betoogt, vermag het hof bij gebreke aan een nadere onderbouwing niet in te zien. Onvoldoende daarvoor is de omstandigheid dat een medische analyse betrekking heeft op gegevens betreffende iemands gezondheid en deze gegevens bijzondere persoonsgegevens vormen in de zin van hoofdstuk 2, paragraaf 2, van de Wbp. Ingevolge artikel 16 Wbp geldt dat laatste immers ook voor persoonsgegevens betreffende iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, seksuele leven of het lidmaatschap van een vakvereniging, en zullen juist zodanige gegevens nogal eens het onderwerp zijn van een juridische analyse in een minuut.

4.23 Het hof stelt voorop dat ter zitting met [appellante] is besproken welke gegevens zij wenst te ontvangen. Hieruit is gebleken dat [appellante] geen aanspraak maakt op inzage van interne werkaantekeningen van Centramed en de correspondentie die door Centramed is gevoerd met de advocaat van [appellante]. Evenmin maakt zij aanspraak op inzage van stukken die zij al heeft ontvangen. Wel wil zij weten naar wie het medisch dossier is gegaan en of daarbij alle relevante gegevens zijn meegezonden. Voorts wil zij het advies krijgen van de medisch adviseur (naar het hof begrijpt wordt hiermee gedoeld op: [de radioloog]). Ter zitting is van de zijde van Centramed c.s. verklaard dat zij met de twee overzichten heeft geprobeerd aan haar wettelijke verplichtingen te voldoen. In aanvulling daarop zou zij hooguit nog gehouden kunnen zijn NAW-gegevens te verstrekken, maar geen medische analyses.

4.24 Het hof is van oordeel dat Centramed met de bedoelde overzichten niet volledig heeft voldaan aan haar wettelijke verplichting ingevolge artikel 35 lid 2 Wbp tot het verstrekken van een volledig overzicht in begrijpelijke vorm van de door haar verwerkte persoonsgegevens betreffende [appellante] en [de zoon van appellante], een omschrijving van het doel of de doeleinden van de verwerking, de categorieën van gegevens waarop de verwerking betrekking heeft en de ontvangers of categorieën van ontvangers, alsmede de beschikbare informatie over de herkomst van de gegevens. In het bijzonder is in de overzichten bij elk van de vermelde documenten weliswaar vermeld of het document al dan niet één of meer persoonsgegevens bevat, maar ontbreekt in vele gevallen een opgave welke persoonsgegevens het betreft. Bij een aantal documenten is vermeld dat het enige persoonsgegeven van [appellante] en [de zoon van appellante] in het document de naam ‘[achternaam zoon van appellante]’ is, welke vermelding op zichzelf – indien juist – voldoende is. Bij andere documenten is ook vermeld dat adresgegevens en een geboortedatum zijn vermeld. Bij vele andere documenten, zoals bij de in het eerste overzicht vermelde brief van 17 maart 2009 is opgegeven dat het document “meerdere persoonsgegevens” bevat. Aan de hand hiervan is [appellante] niet in staat om de haar en [de zoon van appellante] betreffende persoonsgegevens daadwerkelijk te controleren op juistheid en op de rechtmatigheid van de verwerking daarvan. In feite valt aan de hand van de overzichten geen enkel persoonsgegeven te controleren, behalve de in de overzichten vermelde naam ‘[achternaam zoon van appellante]’. Van Centramed kan gevergd worden dat zij alsnog een overzicht verstrekt van de door haar verwerkte persoonsgegevens betreffende [appellante] en [de zoon van appellante]. Voor zover het gaat om NAW-gegevens, zal het overzicht waarschijnlijk weinig boeiende lectuur opleveren, maar anders dan Centramed ter zitting heeft gesteld, valt aan te nemen dat het bij de te vermelden persoonsgegevens niet alleen gaat om NAW-gegevens maar ook om medische gegevens betreffende [de zoon van appellante].

4.25 Het hof is van oordeel dat het Centramed vrij staat om met een beroep op artikel 43 onder e Wbp te weigeren inzage te geven in de adviezen die haar medisch adviseur heeft gegeven ten behoeve van de behandeling van de door [appellante] tegen [belanghebbende] en het Waterlandziekenhuis ingestelde vordering. Het hof merkt nog op dat het haar in beginsel niet gerechtvaardigd lijkt om op diezelfde grond ook te weigeren om een overzicht te geven van in dergelijke adviezen opgenomen persoonsgegevens. Hier valt een parallel te trekken met persoonsgegevens in de juridische analyse in de minuut, van welke gegevens het Hof van Justitie in het arrest van 17 juli 2014 heeft geoordeeld dat daarin, anders dan in de analyse als zodanig, wel inzage moet worden verstrekt.