Landelijke infrastructuur voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg niet onrechtmatig
Hof Arnhem-Leeuwarden 8 maart 2016, LS&R 1283; ECLI:NL:GHARL:2016:1697 (VPH tegen VZZ)
Zie eerder LS&R 950. De onderhavige zaak heeft betrekking op de in 2012 ingevoerde landelijke infrastructuur voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg. VPH c.s. hebben bezwaren tegen de inrichting en het gebruik van de zorginfrastructuur. Zij stellen dat de inrichting van de landelijke infrastructuur voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg onrechtmatig is, gezien het medisch beroepsgeheim en de wijze waarop aan patiënten toestemming voor gegevensuitwisseling wordt gevraagd. Het hoger beroep faalt.
4.9 Het voorgaande leidt ertoe dat het hof met het CBP van oordeel is dat het inrichten en gebruiken van een zorginfrastructuur waarbij gegevens worden verwerkt op grond van een eenmalige op voorhand gegeven toestemming door de patiënt nog niet betekent dat een ongerechtvaardigde inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de patiënt wordt gemaakt. Het hof volgt VPH c.s. gelet op het voorgaande ook niet in hun stelling dat een dergelijke toestemming geen gerechtvaardigde doorbreking van de geheimhoudingsverplichting van de (informatie verstrekkende) zorgverlener kan opleveren. In dat kader acht het hof nog van belang dat de mogelijkheid bestaat, en dat patiënten daar in de informatiebrochure ook op worden gewezen (terwijl de huisarts hen er ook nog op kan wijzen), om informatie af te schermen. Alle informatie die de patiënt niet wenst te delen met toekomstige behandelaars, kan aldus worden uitgesloten van de gegevensuitwisseling.