Gepubliceerd op dinsdag 17 januari 2023
LS&R 2144
Hof van Justitie EU ||
22 dec 2022
Hof van Justitie EU 22 dec 2022, LS&R 2144; ECLI:EU:C:2022:1014 (EUROAPTIEKA), https://lsenr.nl/artikelen/hvj-eu-euroaptieka

HvJ EU: EUROAPTIEKA

HvJ EU 22 december 2022, LS&R 2144, C-530/20, ECLI:EU:C:2022:1014 (EUROAPTIEKA) In maart 2016 kondigde EUOAPTIEKA, een netwerk van apotheken en detailhandelaren in geneesmiddelen in Letland, op haar website en in haar maandblad een speciale aanbieding aan. Het betrof een korting van 15% op de aankoopprijs van om het even welk geneesmiddel bij aankoop van ten minste drie andere producten. Volgens Lets recht mogen apotheken ook andere soorten gezondheidsproducten dan geneesmiddelen verkopen.  Bij besluit van 1 april 2016 verbood de Letse geneesmiddelencontrole van de gezondheidsinspectie vervolgens deze aanbieding te verspreiden. Tegen deze bepaling stelt EUOAPTIEKA beroep in. Laatstgenoemde is  de mening toegedaan dat de bepalingen van richtlijn 2001/83, waaraan het aangevochten besluit uitvoering beoogt te geven, niet van toepassing zijn op om het even welke reclame met betrekking tot geneesmiddelen in het algemeen, maar enkel op reclame voor specifieke geneesmiddelen.

De Letse overheid is daarentegen van mening dat het begrip ‘reclame voor geneesmiddelen’ ex artikel 86 lid 1 richtlijn 2001/83 ruim moet worden geïnterpreteerd en dat het verbod op reclame die niet voldoet aan het vereiste van artikel 87 lid 3 van deze richtlijn (reclame voor geneesmiddel dient het rationele gebruik ervan te bevorderen) niet alleen geldt voor een specifiek geneesmiddel, maar ook voor geneesmiddelen in het algemeen. De strengere eisen die Letland hiermee stelt, zijn voorts om de volksgezondheid te beschermen tegen het risico van buitensporige en ondoordachte reclame.

De verwijzende rechter stelt vervolgens de volgende prejudiciële vragen: ‘1) moeten de activiteiten waarop de (Letse, red.) regels (…) betrekking hebben, worden beschouwd als reclame voor geneesmiddelen in de zin van titel VIII (‚Reclame’) van richtlijn 2001/83? 2) moet artikel 90 van richtlijn 2001/83 aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een regeling van een lidstaat die de lijst van verboden reclamemethoden uitbreidt en strengere beperkingen oplegt dan die waarin artikel 90 van deze richtlijn uitdrukkelijk voorziet? 3) moet de in het hoofdgeding aan de orde zijnde regeling worden beschouwd als een beperking van de reclame voor geneesmiddelen teneinde het rationele gebruik van geneesmiddelen te bevorderen in de zin van artikel 87, lid 3, van richtlijn 2001/83?’

Het HvJ EU beantwoordt de prejudiciële vragen als volgt:

1)      Artikel 86, lid 1, van richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/27/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004,

moet aldus worden uitgelegd dat

de verspreiding van informatie die aanzet tot de aankoop van geneesmiddelen door de noodzaak van een dergelijke aankoop te rechtvaardigen op basis van de prijs van die geneesmiddelen, door een speciale verkoop aan te kondigen of door te vermelden dat deze geneesmiddelen samen met andere geneesmiddelen, ook tegen een verlaagde prijs, of samen met andere producten worden verkocht, onder het begrip „reclame voor geneesmiddelen” in de zin van die bepaling valt, zelfs wanneer deze informatie geen betrekking heeft op een specifiek geneesmiddel maar op ongespecificeerde geneesmiddelen.

2)      Artikel 87, lid 3, en artikel 90 van richtlijn 2001/83, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/27,

moeten aldus worden uitgelegd dat

zij zich niet verzetten tegen een nationale bepaling die verbiedt dat in publieksreclame met betrekking tot receptvrije en niet voor vergoeding in aanmerking komende geneesmiddelen informatie wordt opgenomen die aanzet tot de aankoop van geneesmiddelen door de noodzaak van een dergelijke aankoop te rechtvaardigen op basis van de prijs van die geneesmiddelen, door een speciale verkoop aan te kondigen of door te vermelden dat de geneesmiddelen samen met andere geneesmiddelen, ook tegen een verlaagde prijs, of samen met andere producten worden verkocht.