Gepubliceerd op donderdag 14 november 2013
LS&R 755
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Apotheek krijgt geen verhuisvergoeding van gemeente

Rechtbank Overijssel 23 oktober 2013, ECLI:NL:RBOVE:2013:2634 (Apotheek Lamberts Backer B.V. tegen De Gemeente Almelo)
Bestuursrecht. Verhuisvergoeding. Backer was gevestigd in het Scheepvaarthuis en apotheker W was eigenaar van het pand en verhuurder. De gemeente Almelo heeft dit pand gekocht en voorafgaande aan de koop zijn onderhandelingen geweest tussen de makelaars van partijen over een huurbeëindigingsovereenkomst en een verhuisvergoeding. Deze zijn later afgezegd en Backer verzoekt nu voor recht te verklaren dat de gemeente Almelo tekort is geschoten ter zake de betaling van de verhuisvergoeding.

Volgens de rechtbank mocht Backer niet een gerechtvaardigd vertrouwen hebben dat de gemeente Almelo akkoord is gegaan met de verhuisvergoeding en deze afspraak stand zou houden. Backer beroept zich op een  e-mail bericht waar de gemeente bereid is de huurbeëindigingsovereenkomst aan te passen. Deze heeft Backer op dat moment niet ondertekend. Ook een latere concept koopakte waar sprake is van het beëindigen van de huurovereenkomst is niet ondertekend.  Ten tijde van het passeren van de akte van levering heeft Backer niet aangedrongen op betaling van een verhuiskostenvergoeding en de rechtbank acht dat de onderwerpen aankoop en verhuiskostenvergoeding zijn losgekoppeld. Dat Backer later de huurbeëindigingsovereenkomst heeft ondertekend doet daar niet aan af. Backer heeft geen recht op reiskostenvergoeding.

Beoordeling
4.5 In de onderhavige zaak staat vast dat het College van Burgemeester en Wethouders geen formele goedkeuring heeft gegeven. Ook is er geen sprake van een door beide partijen ondertekende overeenkomst. Aldus resteert ter beoordeling of omstandigheden aanwezig zijn die maken dat Lamberts Backer een gerechtvaardigd vertrouwen mocht hebben dat de gemeente Almelo akkoord is gegaan met het betalen van een verhuisvergoeding en zij deze afspraak gestand zou doen.

4.6 De rechtbank overweegt dat gelet op alle omstandigheden van het geval dit naar haar oordeel niet kan worden aangenomen. De rechtbank overweegt daartoe het navolgende.