ABC gewasbeschermingsmiddelen (arrest)
HvJ EU 11 november 2010, C-229/09 (Hogan Lovells International LLP, voorheen Rechtsanwaltssozietät Lovells tegen Bayer CropScience AG)
Prejudiciële vragen gesteld door het Bundespatentgericht, Duitsland.
Octrooirecht. Lovells heeft bij het Bundespatentgericht beroep tot nietigverklaring van een aanvullend beschermingscertificaat m.b.t. tot een EP van Bayer ingesteld. Lovells betoogt in wezen dat dit certificaat ongeldig is uit het oogpunt van verordening nr. 1610/96. Volgens artikel 3, lid 1, sub b, van die verordening wordt een aanvullend beschermingscertificaat pas afgegeven nadat een definitieve VHB is verleend onder de voorwaarden van artikel 4 van richtlijn 91/414. In casu is de VHB van 9 maart 2000 een voorlopige VHB, waarop artikel 8, lid 1, van die richtlijn van toepassing is.
Bayer stelt dat die uitlegging van artikel 3, lid 1, sub b, in strijd is met de opzet van die verordening en met de praktijk van de bevoegde nationale autoriteiten. Het Bundespatentgericht heeft daarop het Hof de volgende prejudiciële vraag gesteld:
„Komt voor de toepassing van artikel 3, lid 1, sub b, van verordening nr. 1610/96 uitsluitend een [VHB] op grond van artikel 4 van richtlijn 91/414 in aanmerking of kan een certificaat ook worden afgegeven op basis van een [VHB] op grond van artikel 8, lid 1, van richtlijn 91/414?”
Het Hof (Tweede kamer) verklaart i.c. voor recht:
Artikel 3, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 1610/96 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen, moet aldus worden uitgelegd dat het niet belet dat een aanvullend beschermingscertificaat wordt afgegeven voor een gewasbeschermingsmiddel waarvoor een van kracht zijnde vergunning voor het in de handel brengen is verleend op grond van artikel 8, lid 1, van richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005.