DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 19 augustus 2014
LS&R 977
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Vergoeding niet in redelijke verhouding tot verrichte werkzaamheden

CGR 16 juni 2014, LS&R 977, AA14.040 (studie niet-WMO-plichtig onderzoek)
Geen positief advies. Verzoekster is sponsor van een studie. Het gaat om een onderzoek dat in negen Europese landen zal worden gedaan waarbij in totaal 500 patiënten zullen deelnemen, van wie 300 in Nederland. De deelnemers zullen twee keer aan de studie deelnemen, zulks met een tussenperiode van een jaar. Voor het onderzoek zal aan de deelnemende artsen een bedrag worden toegekend van € 120,-- per patiënt. In de nadere informatie is aangegeven dat de vergoeding is verhoogd naar € 200,-- per visite. Hier is aan toegevoegd dat de tijd die de arts met een patiënt bezig zal zijn ongeveer 5 tot 10 minuten is. Daarnaast moet het CRF worden ingevuld. Er is voldaan aan 3 van de 4 eisen waar een niet-WMO-plichtig onderzoek aan moet voldoen. De te betalen vergoeding staat echter niet in een redelijke verhouding tot de verrichte werkzaamheden. Dit heeft tot gevolg dat niet positief kan worden geadviseerd.

Een niet-WMO-plichtig onderzoek moet aan de volgende eisen voldoen:
1. Er moet een dienstverleningsovereenkomst zijn, die schriftelijk wordt vastgelegd.
2. De doelstelling en de uitvoering van het onderzoek dient helder te zijn omschreven.2/2
3. De doelstelling van het onderzoek dient zinvol en legitiem te zijn en de opzet en de
uitvoering daarvan behoort voldoende kwaliteit te waarborgen.
4. De te betalen vergoeding dient in een redelijke verhouding te staan tot de verrichte werkzaamheden. Er dient bij deze stand van zaken tenslotte nog te worden nagegaan of de vergoedingen die verzoekster denkt te betalen in redelijke verhouding staan tot de daartegenover staande werkzaamheden.

In de nadere informatie wordt vermeld dat het onderzoek door [artsen A] zal worden uitgevoerd. Er is geen sprake meer van “general practitioners”. De Codecommissie zal hier verder van uit gaan. Bij medisch specialisten zoals [artsen A] wordt uitgegaan van een uurtarief van € 140,--. Dit bedrag wordt als een redelijke vergoeding aangemerkt. Hiervan uitgaande kan niet worden gezegd dat verzoekster van een vergoeding uitgaat die in een redelijke verhouding tot de verrichte werkzaamheden staat. De werkzaamheden duren 5 tot 10 minuten, terwijl daarnaast wellicht nog enige stukken moeten worden ingevuld. Verzoekster heeft evenwel niet aangegeven hoeveel tijd daar mee gemoeid zal zijn, terwijl voorts eerder is aangegeven dat de patiënt stukken zal moeten invullen. Bij gebreke van nadere gegevens kan dan ook niet worden aangenomen dat van een redelijke vergoeding gesproken kan worden. Het laatste heeft tot gevolg dat niet positief kan worden geadviseerd.