Gepubliceerd op woensdag 22 mei 2019
LS&R 1709
Rechtbank Gelderland ||
21 mei 2019
Rechtbank Gelderland 21 mei 2019, LS&R 1709; ECLI:NL:RBGEL:2019:2226 (X tegen St Jansdal), https://lsenr.nl/artikelen/uitlatingen-in-media-over-st-jansdal-ziekenhuis-niet-onrechtmatig

Uitlatingen in media over St Jansdal Ziekenhuis niet onrechtmatig

Rechtbank Gelderland 21 mei 2019, IEF 18479, LS&R 1709; ECLI:NL:RBGEL:2019:2226 (X tegen St Jansdal) Eiseres exploiteert drie klinieken die zich bezig houden met het verlenen van behandelingen op het gebied van plastische chirurgie. Voor haar behandelingen maakte ze onder meer gebruik van ruimte van MC IJsselmeerziekenhuizen. Na het faillissement van MC IJsselmeerziekenhuizen zijn alle activa en de bedrijfsvoering van MC IJsselmeerziekenhuizen aan St Jansdal overgedragen. Eiseres vordert dat St Jansdal stopt met het benaderen van haar patiënten om de overstap naar St Jansdal te maken. Daarnaast wilde zij een rectificatie op de website van gedaagde. Gedaagde op haar beurt eiste een rectificatie door eiseres, die onrechtmatige uitlatingen in de media zou hebben gedaan. Alle vorderingen worden afgewezen. De uitlatingen van eiseres in de media waren niet onrechtmatig. Het is juist dat zij een procedure is begonnen waarin zij de afgifte van patiëntendossiers vordert alsmede het staken van benaderen van patiënten door St Jansdal.

5.9.
(...) Door St. Jansdal is uitgebreid weergegeven op welke wijze zij de patiënten die onder behandeling waren van het failliete MC IJsselmeerziekenhuizen zo zorgvuldig mogelijk heeft geprobeerd te benaderen en dat bij haar de continuïteit van de zorg voorop stond. Door [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] is niet weersproken dat St. Jansdal de zorg voor de patiënten die onder behandeling waren van het failliete ziekenhuis diende te continueren en dat zij voor het benaderen van deze patiënten, die volgens de curatoren op een “wachtlijst” stonden van 18.000 patiënten, een vast protocol gebruikte. In het kader van het nabellen van die 18.000 patiënten door St. Jansdal is er mogelijk iets misgegaan maar dat is in onderhavige kort geding procedure onduidelijk gebleven. Zo zou de heer P. geen toestemming hebben gegeven voor overdracht van zijn dossier terwijl er in het systeem blijkbaar genoteerd was dat dit wel het geval was. Ook zou er tegen mevrouw Van E. zijn gezegd dat St. Jansdal de wachtlijst van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] overnam en is niet duidelijk over welke lijst de medewerker van St. Jansdal het heeft gehad. De voorzieningenrechter vermoedt dat het de lijst met 18.000 patiënten van de curatoren was, die immers “wachtlijst” genoemd is, terwijl de term “bellijst” wellicht voor minder verwarring zou hebben gezorgd. Gelet op de beperkingen van een kort geding procedure, waar geen plaats is voor nadere bewijslevering, kan deze onduidelijkheid niet nader worden onderzocht. De voorzieningenrechter wil overigens benadrukken dat zij niet twijfelt aan de juistheid van de verklaringen van de heer P. en mevrouw Van E., die zij ter zitting nog eens hebben herhaald. Echter, in het licht van het voorgaande vormen deze verklaringen onvoldoende aanleiding voor een ander oordeel en kan hieraan niet de conclusie worden verbonden dat St. Jansdal stelselmatig patiënten van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] heeft benaderd en geprobeerd heeft om deze patiënten te bewegen bij St. Jansdal zorg af te nemen door middel van het doen van onjuiste mededelingen. Ook maken deze verklaringen onvoldoende aannemelijk dat St. Jansdal inzage heeft in de medische gegevens zonder toestemming van de patiënt. De vordering onder III komt derhalve niet voor toewijzing in aanmerking.

6 De beoordeling in reconventie
6.1.
Volgens St. Jansdal zou [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] zich in de media onrechtmatig hebben uitgelaten ten aanzien van St. Jansdal. St. Jansdal heeft daarvoor gewezen op twee artikelen in het NRC Handelsblad van 19 april 2019 en 4 mei 2019 met als titel “Ruzie om medische dossier in Lelystad” respectievelijk “In Lelystad is de strijd om de patiënt hard gevoerd”. Tevens heeft zij gewezen op een artikel in de Volkskrant van 6 mei 2019 met als titel “Strijd om patiëntenbestand voormalig MC Zuiderzee bereikt rechtszaal”.

St. Jansdal vordert daarom rectificatie door [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] door middel van het plaatsen van een advertentietekst in het NRC Handelsblad, de Volkskrant en de website van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] .

6.2.
Toewijzing van die vorderingen zou een beperking inhouden van het in artikel 10 lid 1 EVRM neergelegde grondrecht van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] op vrijheid van meningsuiting. Dit recht kan slechts worden beperkt, indien dat bij wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM). Van een beperking die bij wet is voorzien is sprake, indien, zoals St. Jansdal stelt, de uitlatingen van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] onrechtmatig zijn in de zin van artikel 6:162 BW. Voor het antwoord op de vraag of dit het geval is, moeten alle wederzijdse belangen tegen elkaar worden afgewogen. Daarbij dienen alle omstandigheden van het geval in ogenschouw te worden genomen.

6.3.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter zijn de uitlatingen van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] in de media niet als onrechtmatig aan te merken. Het is juist dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] een procedure is begonnen waarin zij de afgifte van patiëntendossiers vordert alsmede het staken van benaderen van patiënten van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] door St. Jansdal. Verder klopt het ook dat St. Jansdal niet verder wil met [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] en dat patiënten in het St. Jansdal voor behandelingen van de plastisch chirurg voortaan alleen terecht kunnen bij de eigen plastisch chirurgen van St. Jansdal. Daar komt bij dat de strekking van de krantenartikelen ruimer is dan de onderwerpen van onderhavig kort geding. Uit de krantenartikelen komt het beeld naar voren dat de overname door St. Jansdal van het failliete MC IJsselmeerziekenhuizen in Lelystad en de koers die St. Jansdal wil varen, bij specialisten en patiënten van het failliete MC IJsselmeerziekenhuizen op weerstand stuit. De gevorderde rectificatie heeft slechts betrekking op een deel van de inhoud van de krantenartikelen en zal, bij toewijzing van de vordering, aan dit beeld niet of nauwelijks afdoen.