Gepubliceerd op woensdag 15 augustus 2012
LS&R 203
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Statuut van embryo’s en foetussen

In het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht (T.Gez.) verschijnt in juni 2012 een bijdrage van Sarah Panis over het statuut van embryo's en foetussen in vivo vs. in vitro. De invoering van de Wet Menselijk Lichaamsmateriaal zorgde voor veel commotie. Embryo's en foetussen in vivo en hun ouders zouden minder beschermd worden dan deze in vitro en diens 'ouders'. De auteur gaat in op drie gevreesde gevolgen voor embryo's en foetussen.
Aanleiding van deze bijdrage is het arrest nr. 2011/146 van het Grondwettelijk Hof van 5 oktober 2011. Hierna vindt u een korte samenvatting van deze bijdrage.

De auteur bestudeert volgende vragen:
- Kan lichaamsmateriaal van een embryo in vitro ouder dan 14 dagen gedoneerd worden?
- Kunnen embryo's en foetussen in vivo vernietigd en/of weggenomen worden voor onderzoek of donaties van lichaamsmateriaal?
- Wat is de toestemmingsregeling uit de Wet Menselijk Lichaamsmateriaal? Meer bepaald gaat de aandacht naar het vermoeden van toestemming.

Zie hier het gehele persbericht.