Mislukte complexe ICT-opdracht van een ziekenhuis
Hof 's-Hertogenbosch 23 februari 2016, LS&R 1270; ECLI:NL:GHSHE:2016:617 (Tweesteden Ziekenhuis tegen Alert c.s.)
Zie eerder IT 1916. Mislukte complexe ICT-opdracht van een ziekenhuis betreffende de levering en implementatie door Alert c.s. van een ziekenhuisinformatiesysteem en elektronisch patiëntendossier. Na tussenuitspraak met afbakening van de geschillen en een voornemen tot deskundigenonderzoek, wordt op verzoek van partijen een regiezitting bepaald. Het hof is van mening dat de geconstateerde feiten zonder deskundigenvoorlichting niet goed op hun waarde kunnen worden gewogen en dat drie deskundige hun oordeel moeten geven, namelijk iemand uit de medische hoek, iemand uit de softwarebrache en een projectmanager. Indien het verloop van de comparitie daartoe aanleiding geeft, kan deze mede worden benut voor het bevorderen van een minnelijke regeling tussen partijen. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan.
6.4.1. Het hof blijft erbij dat het zonder deskundigenvoorlichting de geconstateerde feiten niet goed op hun waarde kan wegen (zie rov. 3.11.1 van het tussenarrest en de daarvoor aldaar gegeven motivering). Het gaat dan ook voorbij aan het verzoek van TsZ in haar akte na tussenarrest om af te zien van het voorgenomen deskundigenbericht, en in plaats daarvan een eindbeslissing te nemen in deze procedure of een bewijsopdracht aan Alert c.s. te geven. Overigens kan in een later stadium worden bezien of na het deskundigenonderzoek nadere bewijslevering (onder meer door het horen van getuigen) aangewezen is.
6.4.2. Het hof meent nog steeds dat drie deskundigen hun oordeel moeten geven, iemand uit de medische hoek, iemand uit de softwarebranche en een projectmanager (rov. 3.11.2, tussenarrest). Alert c.s. zijn het blijkens hun akte na tussenarrest eens met deze aanpak (met dien verstande dat volgens hen de deskundige uit de medische hoek niet een directeur van een ziekenhuis zou moeten zijn). TsZ heeft bezwaar tegen het aantal en voorgenomen samenstel van deskundigen. Volgens TsZ zijn er deskundigen met een voldoende breed profiel om antwoord te kunnen geven op de vragen van het hof. Het hof zou hier graag concreet met (de advocaten van) partijen over van gedachten wisselen tijdens de te houden comparitie.
6.5. Indien het verloop van de comparitie daartoe aanleiding geeft, zal de comparitie mede kunnen worden benut voor het bevorderen van een minnelijke regeling tussen partijen. Het komt het hof voor dat partijen hun geschillen sneller, goedkoper en meer op maat gesneden kunnen beëindigen door zakelijke mediation. In dat traject kunnen zij hun voordeel doen met de afbakening van hun geschillen door het hof in het tussenarrest. Partijen wordt in overweging gegeven ruim voor de te bepalen datum van de comparitie hierover met elkaar in overleg te treden. Het hof wijst partijen nog op de mogelijkheid dat een deskundige in dezen (eventueel in samenwerking met een ervaren mediator) partijen tot een regeling brengt (vgl. ECLI:NL:GHSHE:2012:BX0380, rov. 3.8.3).