DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 13 maart 2013
LS&R 481
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Kamerantwoorden: over bericht dat Medtronic illegale betalingen aan artsen deed

Beantwoording Kamervragen over bericht dat Medtronic illegale betalingen aan artsen deed, kenmerk 105727-100960-GMT

Antwoorden van minister Schippers op vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over het bericht dat Medtronic illegale betalingen aan artsen deed. Kort samengevat komen de Kamervragen op het volgende neer:

2. Zijn er ook illegale betalingen aan artsen in Nederland door Medtronic u bekend?
3. Zijn er aanwijzingen dat Medtronic de in België toegepaste praktijken ook in Nederland toepast of toepaste?
4. Heeft u reden om aan te nemen dat de in België toegepaste illegale betalingen beleid is binnen Medtronic?
5. Bent u bereid te onderzoeken of de praktijken die Medtronic in België toepaste ook in Nederland werden of worden toegepast?
6. Heeft u aanwijzingen dat er in Nederland illegale betalingen in de zorg voorkomen?

Op basis van de mij bekende informatie kan ik niet concluderen dat het soort praktijken dat in het artikel wordt omschreven in Nederland ook voorkomt, of zelfs staand beleid is voor een bedrijf. Om ervoor te zorgen dat de contacten die er zijn tussen artsen en bedrijven op een nette manier verlopen is er in Nederland zelfregulering: de Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH) voor de medische hulpmiddelensector en de Code Geneesmiddelenreclame (CGR) voor de farmaceutische sector.

Beide codes kennen een systeem van toezicht en handhaving en zijn daarom geëquipeerd om dit soort zaken te voorkomen dan wel te stoppen. Ik vind het een eigen verantwoordelijkheid van de sector om te zorgen dat de onderlinge contacten op een nette manier verlopen. Ik ga daarom niet onderzoeken of de praktijken die in het artikel worden beschreven bij Medtronic in Nederland voorkomen; het is in eerste instantie aan de sector zelf om dat te doen. Indien er sprake is van onverantwoorde zorg kan de IGZ ingrijpen. De signalen onderstrepen mijns inziens wel het belang van wederkerigheid van de Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH). Wat niet mag worden aangeboden mag immers ook niet worden aangenomen. Het hebben van één set met normen daarvoor zorgt er ook voor dat er geen onduidelijkheid is over welke regels er gelden. De GMH geldt nu nog alleen voor lidbedrijven van zes grote koepels van medische hulpmiddelenfabrikanten. Er vindt momenteel overleg plaats tussen deze koepels en de KNMG en de Orde van Medisch Specialisten dat erop gericht is om voor de zomer te komen tot een wederkerige gedragscode. Ik vind dat die wederkerigheid er nu snel moet komen, zodat alle betrokken partijen in de zorg aan dezelfde regels zijn gebonden.