Gepubliceerd op woensdag 18 juni 2014
Geen nadere onderbouwing brengt CGR weer tot negatief advies
CGR 22 april 2014, LS&R 926; AA14.027
Negatief advies. Het betreft een nader verzoek op hetzelfde onderzoek waar voorheen al tweemaal een negatief advies over werd gegeven (zie LS&R 839 en 820). X heef geen nadere onderbouwing verstrekt die de Codecommissie anders doet oordelen dan in het negatieve advies van 4 februari 2014. Het onderzoek kan de toets (wederom) niet doorstaan.
1.4 Betreffende de honorering van de aan het onderzoek deelnemende artsen en verpleegkundigen heeft [X] verwezen naar de tarifering van beide groepen op uurbasis (€ 120,-- per uur voor de artsen en € 60,-- per uur voor de verpleegkundigen) en naar de taakverdeling tussen beide groepen, neergelegd in een schematisch overzicht. Deze gegevens en het schematisch overzicht (neergelegd in het amendement) waren de Codecommissie eerder ook al overgelegd en vormen inzoverre geen nieuwe ofwel nadere onderbouwing. Het schematisch overzicht geeft weliswaar de tijd aan die arts en verpleegkundige naar schatting bezig zullen zijn met “medical history check”, “informed consent”, het overhandigen van en geven van instructies aan patiënten ten aanzien van dagboekjes en het invoeren van data, maar waarom die tijdsduur aldus wordt ingeschat wordt niet aangegeven. Niet wordt aangegeven om welke reden beide groepen bezig zijn met dezelfde aspecten van het onderzoek. Bij gebreke van een motivering dienaangaande rijst daarenboven de vraag in hoeverre deze werkzaamheden elkaar overlappen. Dat doet wederom de vraag rijzen in hoeverre specifieke en ook als zodanig specifiek te onderscheiden en te onderkennen taken, die door arts en verpleegkundige in het kader van het onderzoek dienen te worden uitgevoerd, proportioneel en niet bovenmatig worden vergoed. Mutatis mutandis geldt zulks waar het betreft de in het schematisch overzicht aangeduide tijdsbesteding. Zonder nadere onderbouwing valt immers lastig te beredeneren dat een arts én een verpleegkundige bezig zijn met en respectievelijk 15 en 30 minuten besteden aan “informed consent”, respectievelijk 30 en 40 minuten aan “medical history check” en respectievelijk 40 en 150 minuten aan het invoeren van data.