Gepubliceerd op donderdag 4 september 2014
Award van € 5.000,00 is geen toegestaan gunstbetoon
CGR 7 augustus 2014, LS&R 984, AA14.046 (masterclass en award)
Gedeeltelijk positief, gedeeltelijk negatief advies. X verzoekt preventieve toetsing met betrekking tot een te organiseren Masterclass. Het betreft een geaccrediteerde nascholingsdag voor verpleegkundigen. De door [X] geboden gastvrijheid bestaat in de kosten van boeking van de locatie, de kosten van o.a. de lunch, zaalhuur en sprekers. Het is de bedoeling dat tijdens de masterclass ook een award wordt uitgereikt, bestaande
in een eretitel, een trofee en een waardecheque van € 5.000,00. De geheel voor rekening van [X] komende begroting voor de award bedraagt € 6.730,00. Positief advies over de bijeenkomst. Negatief advies over de award, met name vanwege het bedrag.
2.3. De Codecommissie zal nu eerst de masterclass als zodanig behandelen. Ervan uitgaande, dat de opzet ervan in 2015 globaal dezelfde zal zijn als in 2011 en 2012, constateert de Codecommissie, dat de gehele ochtend en ongeveer 50 % van het middagprogramma zijn gewijd aan inhoudelijke onderwerpen volgens het stramien: inleiding 3 kwartier, reflectie half uur. Het award-gedeelte beslaat, in de tijd gezien, ongeveer de helft van het middagprogramma.
Als accreditatie wordt verleend – dat is het uitgangspunt voor dit advies - , kan de masterclass worden aangemerkt als een bijeenkomst in de zin van Hoofdstuk VI, art. 6.4.5
onder 1.. Blijkens art. 6.4.6 wordt aangenomen dat de gastvrijheid bij bijeenkomsten binnen de - volgens art.6. 4.1. vereiste – redelijke perken blijft, als (1) de voor rekening van de vergunninghouder komende kosten van de gastvrijheid per beroepsbeoefenaar niet meer
bedragen dan strikt noodzakelijk en in ieder geval niet meer dan € 500,00 per keer. Ook als de award-kosten worden meegerekend, blijft de bijdrage van [X] per deelnemer ruim beneden deze grens. In de begroting is niet een apart bedrag opgenomen voor de borrel na
afloop, maar mede gelet op de daarvoor uitgetrokken beperkte tijd, acht de Codecommissie uitgesloten, dat die eventueel niet begrote kosten op meer dan € 200,00 per deelnemer zouden uitkomen. In de gepresenteerde begroting heeft de Codecommissie geen posten
aangetroffen, die twijfel zouden doen rijzen aan de noodzakelijkheid ervan. Van andere vormen van gastvrijheid dan die, genoemd in art. 6.4.3. blijkt niet.
Waar de normen voor [verpleegkundig specialisten B] en [verpleegkundigen A] op dit punt niet verschillen, moet de conclusie luiden, dat de masterclass als zodanig (de award-uitreiking weggedacht) de toets der kritiek kan doorstaan.
2.4.5. Zoals gezegd valt de Codecommissie vooral over het bedrag van de award. Bij de vergunninghouder zou dit de vraag kunnen oproepen, bij welk bedrag naar het oordeel van de Codecommissie de grens tussen gunstbetoon en niet-gunstbetoon in dit geval wordt gepasseerd. Naar het oordeel van de Codecommissie valt dat op basis van de thans beschikbare informatie niet te zeggen. Uitgangspunt zou kunnen zijn een reflexwerking van paragraaf 3 van Hoofdstuk VI, houdende bepalingen over een redelijke vergoeding voor verleende diensten, waarbij het laagst genoemde bedrag van € 75,00 per uur zou kunnen
worden gehanteerd. Op basis van wetenschap over het aantal uren, dat prijswinnaars in het verleden in hun winnende project hebben gestoken, zou tot een passend bedrag gekomen kunnen worden. Bij gebreke van voldoende concrete gegevens acht de Codecommissie het
niet verantwoord nu reeds een concreet bedrag te noemen.
2.4.6.
Onderdeel van de award zijn ook de eretitel en de trofee. Die doen geen financiële relatie in bovengenoemde zin ontstaan en zijn daarmee toelaatbaar, tenzij in de eretitel en op de trofee reclame wordt gemaakt voor recept-geneesmiddelen.