Acrylamide opgenomen in de eerste prioriteitenlijst
Gerecht EU 1 februari 2013, zaak T-368/11 (Polyelectrolyte Producers Group, SNF SAS, Travetanche Injection SPRL tegen de Europese Commissie) - dossier
Prioriteitenlijst. Acrylamide. REACH.
De eerste eisende partij, Polyelectrolyte Producers Group (PPG) is een Europees economisch samenwerkingsverband, zij vertegenwoordigen bedrijven, Eu-fabrikanten, producenten en importeurs van acrylamide, polyelektrolyten en polyacrylamide. De tweede eiser, SNF SAS, is als bedrijf aangesloten bij het samenwerkingsverband van PPG. De derde kandidaat, Travetanche Injection SPRL, een leverancier van acrylamide diensten op bouwplaatsen. De stof, acrylamide, wordt gebruikt bij de productie van polyacrylamide, die wordt ingezet in de bouwsector bij de reparatie van metselwerk en beton tegen het doorlaten van water. De Commissie heeft Aacrylamide opgenomen in de eerste prioriteitenlijst, een lijst van prioritaire stoffen of groepen van stoffen die bijzondere aandacht behoeven wegens hun mogelijke effecten op de mens of het milieu.
Eisende partijen voeren drie middelen aan tot staving van het optreden. Het eerste heeft betrekking op een kennelijke beoordelingsfout met betrekking tot de risico-evaluatie. Het tweede middel betreft de schending van het evenredigheidsbeginsel. Het derde middel heeft betrekking op de schending van de motiveringsplicht.
Het eerste middel: kennelijke beoordelingsfout bij de evaluatie van de risico's
Er zijn geen redenen om te concluderen dat de Commissie een kennelijke beoordelingsfout heeft gemaakt. Gebaseerd op de beoordeling van de risico's met betrekking tot blootstelling aan acrylamide bij grootschalige toepassing van op NMA gebaseerde voegmiddelen. Aangezien op NMA gebaseerde middelen ook acrylamide bevatten en NMA in deze producten wordt omgezet in acrylamide, heeft dit als gevolg dat het acrylamide gehalte in de uiteindelijke hars nog 1% is na drie uur vermengen, kan de mens en het milieu tijdens grootschalige toepassingen worden blootgesteld aan acrylamide.
Tweede middel: schending van het evenredigheidsbeginsel
De Commissie beschikt over een ruime beoordelingsvrijheid bij politieke, economische en sociale keuzes. De rechtmatigheid van een maatregel op dit gebied kan slechts worden afgedaan, wanneer de maatregel kennelijk ongeschikt is gelet op het door de wetgever nagestreefde doel. De doelstelling van de verordening is de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu. De Commissie verwijst naar het EU-risicobeoordeling rapport en de Aanbeveling 2004/394, die rekening houdt met het advies van het Wetenschappelijk Comité voor de toxiciteit, de ecotoxiciteit en Milieubeheer. In het rapport is de risicobeoordeling en de risicobeperkingsstrategie voor acrylamide door de Commissie aangenomen. De Commissie heeft bepaald dat deze risico's niet zijn beperkt tot de risico's voor werknemers en consumenten, voor wie de noodzakelijke risicobeperkende maatregelen reeds zijn getroffen of voor wie het bestaande wettelijk kader voldoende wordt geacht.
Derde middel: schending van de motiveringsplicht
Gelet op deze overwegingen en de procedurele context waarin de bestreden verordening is opgesteld blijkt dat de Commissie geen inbreuk heeft gemaakt op zijn motiveringsplicht. Ook het derde middel wordt verworpen en daarmee het gehele beroep afgewezen.
69. In view of those considerations, there are no grounds for concluding that the Commission made a manifest error of assessment in basing its evaluation of the risks concerning exposure to acrylamide in large-scale grouting applications on data relating to NMA-based grouts. Indeed, given that NMA-based grouts also contain acrylamide and given that NMA in those products may be transformed into acrylamide, with the result that the acrylamide content in the final resin is still 1% three hours after the solutions concerned have been mixed with water and polymerisation has begun, humans and the environment are exposed to acrylamide during large-scale grouting applications.
76. With regard to judicial review of the conditions referred to in the previous paragraph, the Commission must be allowed a broad discretion in a sphere which entails political, economic and social choices on its part and in which it is called upon to undertake complex assessments. The legality of a measure adopted in that sphere can be affected only if the measure is manifestly inappropriate having regard to the objective which the legislature is seeking to pursue (see Etimine, paragraph 29 above, paragraph 125 and the case-law cited).
104. Having regard to those considerations and to the procedural context in which the contested regulation was prepared, with which the applicants were familiar as is apparent from the application and the annexes thereto, the Commission did not infringe its obligation to state reasons.