Reclamerecht  

LS&R 1331

Handhavingsverzoek etiketteringsvoorschriften concurrent terugverwezen naar minister VWS

Rechtbank Rotterdam 20 feb 2014, LS&R 1331; ECLI:NL:RBROT:2014:1373 (Bongrain en Minister van EZ en VWS), https://lsenr.nl/artikelen/handhavingsverzoek-etiketteringsvoorschriften-concurrent-terugverwezen-naar-minister-vws

Rechtbank Rotterdam 20 februari 2014, LS&R ; ECLI:NL:RBROT:2014:1373 (Bongrain en Minister van EZ en VWS)
Eiseres heeft de minister van EZ verzocht handhavend op te treden tegen het niet naleven van etiketteringsvoorschriften door een concurrent en heeft beroep ingesteld wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank is onbevoegd omdat geen aanvraag voorligt, omdat de minister van VWS en niet de minister van EZ bevoegd is tot handhaving van warenwetgeving. De minister heeft inmiddels volstaan met waarschuwing van de concurrent.

Het beroep tegen de beslissingen op bezwaar is ter zitting ingetrokken door eiseres.

Naar aanleiding van een nieuw handhavingsverzoek aan de minister van VWS wegens het voortduren van de overtreding, is wederom beroep wegens niet tijdig beslissen ingesteld. De minister van VWS heeft de maximale dangsom wegens niet tijdig beslissen toegekend, besloten tot boeteoplegging en geweigerd tot het nemen van herstelsancties. Dit zijn besluiten in de zin van artikel 6:20 Awb. De concurrent, die als partij deelneemt aan de gedingen, heeft de rechtbank verzocht deze zaak finaal af te doen. De minister van VWS wil het boetebesluit en de weigering anderszins te handhaven eerst heroverwegen. De rechtbank verwijst deze zaak naar de minister van VWS.

LS&R 1327

Toewijzing voor klacht tegen E-Lybra 'als APK-keuringsapparaat'

Reclame Code Commissie 22 apr 2016, LS&R 1327; dossiernr. 2016/00236 (E-Lybra), https://lsenr.nl/artikelen/toewijzing-voor-klacht-tegen-e-lybra-als-apk-keuringsapparaat

Vz. RCC 22 april 2016, RB 2727; LS&R 1327; dossiernr. 2016/00236 (E-Lybra)
Voorzitterstoewijzing. De e-Lybra verhelpt allerlei soorten klachten. U kunt denken aan: (...) Staan uw klachten hier niet bij, aarzel dan niet en informeer bij Become Healthy naar de mogelijkheden om uw specifieke klachten te laten behandelen. De e-lybra wordt ook ingezet om juist klachten te voorkomen, een soort APK keuring voor het lichaam.

LS&R 1326

Gebrek aan wetenschappelijk bewijs van de CEASE-therapie voor 'moderne' ziekten

Reclame Code Commissie 28 apr 2016, LS&R 1326; dossiernrs. 2016/00158; 2016/00135 (CEASE-therapie), https://lsenr.nl/artikelen/gebrek-aan-wetenschappelijk-bewijs-van-de-cease-therapie-voor-moderne-ziekten

RCC 28 april 2016, dossiernr. 2016/00158; 2016/00135 (CEASE therapie)
Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen. Uiting 1: lnmiddels is de CEASE-therapie verder uitgewerkt tot een specialisme in de behandeling van 'moderne' ziekten. Dit zijn ziekten als Reuma, ME, MS, Flbromyalgie, Ziekte van Lyme, ADHD, PDD-NOS, Asperger en Autisme, etc.” (...)

Klager heeft gemotiveerd bestreden dat de CEASE Therapie de werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven.

Meer in het bijzonder heeft hij betwist dat de in de uiting gestelde “verstoring” van levenskracht als gevolg van “lichaamsvreemde stoffen zoals medicatie, vaccinaties en chemische stoffen” wordt “opgeheven”, dat het mogelijk is om “op deze wijze” “autisme succesvol te behandelen" en dat de CEASE Therapie is uitgewerkt tot een specialisme in de behandeling van ziekten als “Reuma, ME, MS, Fibromyalgie, Ziekte van Lyme, ADHD, PDD-NOS, Asperger en Autisme”. Klager heeft gesteld dat deze beweringen niet op acceptabele wijze kunnen worden onderbouwd, bij gebreke van zowel wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit van de CEASE-therapie als een theoretische onderbouwing die in overeenstemming is met de gangbare opvattingen in de natuurwetenschap, chemie, biologie en geneeskunde.

LS&R 1312

HvJ EU: Geen informatie of merken op etikettering, buitenverpakking of op tabaksproducten zelf

Hof van Justitie EU 4 mei 2016, LS&R 1312; ECLI:EU:C:2016:325 (Philip Morris Brands e.a.), https://lsenr.nl/artikelen/hvj-eu-geen-informatie-of-merken-op-etikettering-buitenverpakking-of-op-tabaksproducten-zelf

HvJ EU 4 mei 2016, IEF 15923; IEFbe 1787; LS&R 1312; RB 2710; C-547/14; ECLI:EU:C:2016:325 (Philip Morris Brands e.a.)
Productie, presentatie en verkoop van tabaksproducten. Verdere voorschriften voor zover niet geharmoniseerd mag. Artikel 13 verbiedt dat informatie, maar ook merken, namen en symbolen op etikettering van verpakkingseenheden, op de buitenverpakking en op de tabaksproducten zelf wordt aangebracht, ook al is deze feitelijk juist. Het hof verklaart voor recht:

LS&R 1309

Wistjedatjes op de broodafdeling te absoluut en onvolledig volgens RVV

Reclame Code Commissie 6 apr 2016, LS&R 1309; dossiernr. 2016/0018 (Jan Linders Supermarkten - wistjedatje), https://lsenr.nl/artikelen/wistjedatjes-op-de-broodafdeling-te-absoluut-en-onvolledig-volgens-rvv

RCC 6 april 2016, RB 2708; LS&R 1309; dossiernr. 2016/00186 (Jan Linders Supermarkten - wistjedatjes)
Voeding. Het betreft twee op de broodafdeling van adverteerders supermarkten geplaatste bordjes met daarop, naast een afbeelding van verschillende broden en boven de mededeling “Zin in gezond bij Jan Linders”, de volgende tekst: “Witbrood bevat dezelfde soorten vitamines, mineralen en voedingsvezels als bruin- en volkorenbrood.” (uiting A) of: “Brood is helemaal geen dikmaker. In combinatie met gezond beleg, bevat deze maaltijd maar weinig vet.” (uiting B).

Klager stelt dat zijn klacht met name is gericht tegen de onvolledigheid van de uitingen en de daaruit volgende misleiding. Klager wijst in dit verband onder meer op artikel 1 en artikel 3 lid 1 onder b (tweede bulletpoint) van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV).

LS&R 1308

Uiting over hoe hooikoorts met homeopathische pollenkuur in strijd met Geneesmiddelenwet

Reclame Code Commissie 30 mrt 2016, LS&R 1308; dossiernr. 2016/00217 (Stop hooikoorts met pollenkuur), https://lsenr.nl/artikelen/uiting-over-hoe-hooikoorts-met-homeopathische-pollenkuur-in-strijd-met-geneesmiddelenwet

Vz. RCC 30 maart 2016, RB 2707; LS&R 1308; dossiernr. 2016/00217 (Stop hooikoorts)
Toewijzing. Geneesmiddelenwet. Uiting op website "Stop hooikoorts met de homeopathische Pollenkuur". Kennelijk biedt adverteerder in de uiting een isopathisch product aan, te weten hoogverdund stuifmeel als behandeling tegen de pathogene effecten van stuifmeel. Het is homeopathisch in de zin dat het sterk verdund is. Bij homeopathie gaat het om middelen waarmee zogenaamde homeopathische geneesmiddelproeven zijn gedaan. Bij de isopathie gaat men er zonder meer vanuit dat een ziekmaker bij verdunning curatief is.  (...) Adverteerder overtreedt bovendien de Geneesmiddelenwet. Zij verstrekt een middel dat aangediend wordt als een geneesmiddel zonder dat hiervoor een handelsvergunning is verleend. Het is onaannemelijk dat het gaat om een magistrale bereiding zoals bedoeld in art. 40.3.a van de Geneesmiddelenwet.

Standpunt KOAG/KAG: Indien het geen geregistreerd geneesmiddel is, is de uiting in strijd met artikel 84 Geneesmiddelenwet en met artikel 4 Bijzondere Reclamecode CPG. Bovendien is sprake van strijdigheid met artikel 5 Bijzondere reclamecode CPG.

LS&R 1299

Het Gerecht EU bevestigt dat bepaalde gezondheidsclaims voor glucose niet kunnen worden toegestaan

Gerecht EU 16 mrt 2016, LS&R 1299; ECLI:EU:T:2016:150 (Dextro Energy tegen Commissie), https://lsenr.nl/artikelen/het-gerecht-eu-bevestigt-dat-bepaalde-gezondheidsclaims-voor-glucose-niet-kunnen-worden-toegestaan

Gerecht EU 16 maart 2016; LS&R 1299; ECLI:EU:T:2016:150 (Dextro tegen Commissie) Consumentenbescherming. Reclame en gezondheidsclaims. Strijd met gezondheidsbeginselen.

Uit het persbericht: De Commissie heeft terecht vastgesteld dat deze gezondheidsclaims het gebruik van suiker aanmoedigen terwijl een dergelijke aanmoediging indruist tegen de algemeen aanvaarde voedings- en gezondheidsbeginselen. 

In 2011 had Dextro Energy verzocht het gebruik van de volgende gezondheidsclaims toe te staan: „glucose wordt in het normale energiemetabolisme van het lichaam gemetaboliseerd”, „glucose draagt bij tot een normaal energieleverend metabolisme”, „glucose ondersteunt de normale lichamelijke activiteit”, „glucose draagt bij tot een normaal energieleverend metabolisme tijdens lichaamsbeweging” en „glucose draagt bij tot een normale werking van de spieren tijdens lichaamsbeweging”.

Ondanks het positieve advies van de Europese Autoriteit voor de voedselveiligheid (EFSA), die meende dat een oorzakelijk verband kon worden gelegd tussen het gebruik van glucose en een normaal energieleverend metabolisme, heeft de Commissie in januari 2015 geweigerd deze gezondheidsclaims toe te staan.3 Volgens de Commissie brengen de betrokken gezondheidsclaims aan de consument een tegenstrijdige en verwarrende boodschap over omdat zij het gebruik van suiker aanmoedigen, terwijl de nationale en internationale autoriteiten op grond van algemeen aanvaard wetenschappelijk advies aanbevelen de inname van suiker te verminderen. Ook al zouden deze gezondheidsclaims slechts onder specifieke gebruiksvoorwaarden en/of met aanvullende vermeldingen of waarschuwingen worden toegestaan, de boodschap zou, aldus de Commissie, daarom niet minder verwarrend voor de consument zijn zodat de betrokken claims niet konden worden toegestaan. In zijn arrest van vandaag verwerpt het Gerecht van de Europese Unie het door Dextro Energy ingestelde beroep en bevestigt het aldus de beslissing van de Commissie.

LS&R 1298

Overleggen gedeelte ingrediëntenlijst, en dan claimen dat er geen tonijn in tonijnsalade zit

Reclame Code Commissie 22 mrt 2016, LS&R 1298; 2016/00090 (Lidl frisse tonijnsalade), https://lsenr.nl/artikelen/overleggen-gedeelte-ingredi-ntenlijst-en-dan-claimen-dat-er-geen-tonijn-in-tonijnsalade-zit

Vz. RCC 22 maart 2016, RB 2699; LS&R 1298; dossiernr 2016/00090 (Lidl-Frisse Tonijnsalade)
Food. Reclamerecht. Klaagster heeft een product van adverteerder gekocht waarop staat “Frisse Tonijn salade”. Uit de productomschrijving volgt echter dat er geen tonijn in het product zit, maar kabeljauwpoeder. De betreffende tonijnsalade bevat wel degelijk tonijn. Dit staat op de volledige productomschrijving. Klaagster heeft slechts een gedeelte van de productomschrijving overgelegd waarop alleen de kabeljauwpoeder staat vermeld. Adverteerder stelt dat de uiting dan ook niet misleidend is.

LS&R 1265

Geneesmiddelfolders en -brochures zijn verkoopcatalogi die zijn uitgesloten van reclameregelgeving

NL Rechtbank van eerste aanleg Brussel 15 januari 2016, LS&R 1265; eerder als: IEFbe 1693 (verkoopcatalogus Eurogenerics)
Uitspraak aangebracht door Eric De Gryse, Simont Braun. Het vonnis is in kracht van gewijsde gegaan en dus definitief. Strafrecht. Reclame. Geneesmiddelen. Vrijspraak.  Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten stelt in een proces-verbaal dat de door Eurogenerics gehanteerde brochure onder het begrip 'reclame voor geneesmiddelen' valt en niet valt onder de categorie 'verkoopcatalogi en prijslijsten'. Rekeninghoudend met de schikking, vormgeving en inhoud kunnen de folders bestempeld worden als verkoopcatalogi. De in de geviseerde brochures gehanteerde indeling valt niet te beschouwen is als informatie betreffende de geneesmiddelen zodat zij hun status van verkoopcatalogi - die uitgesloten zijn van de reclame-regelgeving - behouden. De rechtbank spreekt de nv Eurogenerics voor de enige tenlastelegging vrij.

D.6. Het verbieden van een indeling, zoals door de nv Eurogenerics gehanteerd, zou betekenen dat er geen sprake meer kan zijn van verkoopcatalogi. Er zouden bij wijze van spreken enkel nog alfabetische lijsten mogelijk zijn. Zoals gezegd, is het nochtans inherent aan het begrip verkoopcatalogus dat de koopwaar enigszins wordt 'uitgestald', om de gebruiker een overzicht te bieden van het gamma.

D.7. Er moet besloten worden dat de aan de geviseerde folders geen (gekwalificeerd) verkoopsbevorderend oogmerk ten grondslag ligt, zodat zij het karakter van een verkoopcatalogus behouden.

E. Tweede inbreuk: vermelden van gegevens van de geneesmiddelen
E.1. Zoals uiteengezet, moet het als een inherente eigenschap van een verkoopcatalogus aanvaard worden dat er een indeling wordt gehanteerd om de producten op een efficiënte en praktische wijze voro te stellen.
De indeling in deze zaak heeft een neutrale, objectieve bron en heeft een oriënterend in plaats van een beschrijvend karakter. Indien een dergelijke indeling zou worden beschouwd als het verschaffen van gegevens betreffende de medicamenten, zou de term 'verkoopcatalogus' ieder nuttig effect verliezen.
(...)

E.3. Er moet besloten worden dat de in de geviseerde brochures gehanteerde indeling niet te beschouwen is als informatie betreffende de geneesmiddelen zodat zij hun status van verkoopcatalogi - die uitgesloten zijn van de reclame-regelgeving - behouden.
(...)

 

LS&R 1262

Vergelijkende claims AirFluSal in strijd met Gedragscode Geneesmiddelenreclame

CGR Codecommissie 5 februari 2016, LS&R 1262; K15.010 (GlaxoSmithKline tegen Sandoz)
Uitspraak ingezonden door Machteld Hiemstra, Simmons & Simmons. GSK en Sando zijn ondernemingen die zich bezig houden met de productie, verhandeling en distributie van geneesmiddelen en zijn vergunninghouders zoals in de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. Sandoz brengt sinds medio 2015 AirFluSal op de markt, de generieke versie van het merkgeneesmiddel Seretide Diskus van GSK. Deze laatste klaagt over verschillende claims die Sandoz voert ten aanzien van AirFluSal op onder andere een informatiekaartje en in advertenties. De superioriteitsclaims van Sandoz worden volgens GSK door geen enkele vergelijkende klinische studie ondersteund. Zij verzoekt de Codecommissie Sandoz te bevelen het gebruik van de reclamen-uitingen en de claims te staken.

De Codecommissie beoordeelt de innovatie claim als vergelijkend en misleidend, nu enig wetenschappelijke onderbouwing daarvan ontbreekt. De geclaimde zichtbare feedback en therapietrouw op zowel de informatiekaart als in de advertentie is eveneens misleidend. De claim is feitelijk onjuist, nu niet duidelijk wordt vermeld dat het noodzakelijk is de strips af te scheuren. De stelling van GSK dat juist het tegenovergestelde van therapietrouw wordt bereikt wordt echter van de hand gewezen, nu dit niet bijdraagt aan het oordeel of de claim juist is. De woorden ‘een nieuwe deur’ zijn niet vergelijkend of misleidend. Sandoz wordt bevolen de met de Gedragscode strijdige uitingen te staken en een rectificatiebrief te verzenden aan haar relaties.

 

6.8 Met GSK is de Codecommissie eens dat de claim “de bekende combinatie van salmeterol en fluticason, in een nieuwe, innovatieve inhalator: de Forspiro®.” een vergelijking oproept met de Seretide Discus van GSK. Evenzeer moet deze claim als een superioriteitsclaim worden beschouwd. Aan de term “innovatief” moet bij gebruik daarvan in het onderhavige verband niet alleen de betekenis van vernieuwend, maar ook van baanbrekend of grensverleggend worden toegekend, hetgeen impliceert dat de inhalator ten opzichte van andere inhalatoren, zoals de Seretide Discus, een nieuwe therapeutisch relevante functionaliteit bezit, zoals bijvoorbeeld een effectievere werking, een hoger gebruiksgemak of een hogere bijdrage aan therapietrouw. Nu enige wetenschappelijke onderbouwing daarvan ontbreekt, moet de vergelijking reeds om die reden als niet wetenschappelijk aantoonbaar juist worden geacht en moet deze in strijd worden geacht met het bepaalde in artikel 5.2.2.8 van de Gedragscode.

6.11 De Codecommissie stelt vast dat, gegeven de uitleg die Sandoz geeft, voor de geclaimde zichtbare feedback over het aantal per dag gebruikte doses dus kennelijk essentieel is dat per dag de gebruikte strips worden afgescheurd. Nergens in de SmPC of de bijsluiter wordt dit echter vermeld. (…)

6.14 Gezien het hiervoor overwogene is de claim “De Forspiro® laat uw patiënten direct zien of ze vandaag wel of nog niet geïnhaleerd hebben.” feitelijk onjuist, niet in overeenstemming met de SmPC en misleidend en is evenzeer feitelijk onjuist en misleidend de door Sandoz met de uitingen gewekte indruk dat de Forspiro ® innovatief is ten aanzien van gebruiksgemak of therapietrouw. Dit is in strijd met het bepaalde in de artikelen 5.2.2.3 en 5.2.2.8 van de Gedragscode.

6.17 Met betrekking tot de stelling van GSK dat met de AirFluSal Forspiro ® het tegenovergestelde van therapietrouw wordt bereikt, omdat AirFluSal Forspiro alleen beschikbaar is voor de dosering 50/500 µg salmeterol/fluticason en de patiënt zal moeten overschakelen naar een ander middel wanneer de dosering moet worden getitreerd naar de laagste mogelijke dosis (wat ook bij gebruik van AirFluSal Forspiro dient plaats te vinden), hetgeen de therapietrouw niet ten goede komt overweegt de Codecommissie het volgende. Niet ter discussie staat dat AirFluSal Forspiro uitsluitend beschikbaar is in de dosis 50/500 µg salmeterol/fluticason. Die dosering is op zichzelf duidelijk vermeld in de advertentie en ook in de overige promotiematerialen. Ook staat niet ter discussie dat bij de behandeling van patiënten met astma of COPD steeds getitreerd moet worden naar de laagst mogelijke dosering waarbij de symptomen effectief onder controle blijven. Dit staat ook met zoveel woorden in de SmPC en de K15.010 GSK/Sandoz 14 verkorte productinformatie van AirFluSal Forspiro. Als titratie naar een lagere dosering gewenst is, zal een patiënt die AirFluSal Forspiro gebruikt daarom moeten overschakelen naar een ander middel, met een andere inhalator. De Codecommissie is echter van oordeel dat dit aspect niet bijdraagt aan het oordeel dat de onderhavige claim in strijd met de Gedragscode moet worden geacht. Therapietrouw ziet in het algemeen (primair) op het gebruik van het middel volgens voorschrift bij de in de SmPC vermelde indicatie. In zoverre hoeft overschakeling naar een ander product niet af te doen aan therapietrouw.