Gepubliceerd op woensdag 25 mei 2016
LS&R 1326
Reclame Code Commissie ||
28 apr 2016
Reclame Code Commissie 28 apr 2016, LS&R 1326; dossiernrs. 2016/00158; 2016/00135 (CEASE-therapie), https://lsenr.nl/artikelen/gebrek-aan-wetenschappelijk-bewijs-van-de-cease-therapie-voor-moderne-ziekten

Gebrek aan wetenschappelijk bewijs van de CEASE-therapie voor 'moderne' ziekten

RCC 28 april 2016, dossiernr. 2016/00158; 2016/00135 (CEASE therapie)
Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen. Uiting 1: lnmiddels is de CEASE-therapie verder uitgewerkt tot een specialisme in de behandeling van 'moderne' ziekten. Dit zijn ziekten als Reuma, ME, MS, Flbromyalgie, Ziekte van Lyme, ADHD, PDD-NOS, Asperger en Autisme, etc.” (...)

Klager heeft gemotiveerd bestreden dat de CEASE Therapie de werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven.

Meer in het bijzonder heeft hij betwist dat de in de uiting gestelde “verstoring” van levenskracht als gevolg van “lichaamsvreemde stoffen zoals medicatie, vaccinaties en chemische stoffen” wordt “opgeheven”, dat het mogelijk is om “op deze wijze” “autisme succesvol te behandelen" en dat de CEASE Therapie is uitgewerkt tot een specialisme in de behandeling van ziekten als “Reuma, ME, MS, Fibromyalgie, Ziekte van Lyme, ADHD, PDD-NOS, Asperger en Autisme”. Klager heeft gesteld dat deze beweringen niet op acceptabele wijze kunnen worden onderbouwd, bij gebreke van zowel wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit van de CEASE-therapie als een theoretische onderbouwing die in overeenstemming is met de gangbare opvattingen in de natuurwetenschap, chemie, biologie en geneeskunde.

Klager heeft ook in twijfel getrokken of in het geval dat wordt uitgegaan van autisme wel de juiste diagnose is gesteld, nu voor het diagnosticeren van autisme specialistische kennis is vereist.

Gezien bovenbedoelde gemotiveerde betwisting door klager van hetgeen in de uiting over de CEASE Therapie wordt gesteld had het op de weg van adverteerder gelegen om aannemelijk te maken dat de CEASE Therapie de werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven. Dat heeft adverteerder niet gedaan. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat de uiting gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van de CEASE Therapie te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad b.

Gelet op bovenbedoelde onjuiste informatie is de Commissie bovendien van oordeel dat de uiting, waarin in het kader van de aanprijzing van de CEASE Therapie gesproken wordt over:

"een opeenstapeling van omgevingsfactoren en lichaamsvreemde stoffen zoals medicatie, vaccinaties en chemische stoffen"

en

“een relatie (…) tussen autisme en andersoortige gedragsproblematiek en het gebruik van bepaalde medicatie”

zonder te rechtvaardigen redenen appelleert aan gevoelens van angst als bedoeld in artikel 6 NRC.

Ad c.

In de uiting staat onder meer:

“Door de homeopathische variant van de verstorende stof toe te dienen wordt deze verstoring opgeheven”.

Door deze mededeling wordt de “homeopathische variant van de verstorende stof” gepresenteerd als geschikt voor het genezen of voorkomen van een gebrek bij de mens als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub b 1 van de Geneesmiddelenwet en om die reden is er sprake van geneesmiddel in de zin van artikel 1 lid 1 sub b 1 Geneesmiddelenwet. Adverteerder heeft niet weersproken dat voor dit geneesmiddel geen handelsvergunning in de zin van artikel 84 Geneesmiddelenwet is verleend. In zoverre acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 84 Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC en met artikel 4 CPG.