Gepubliceerd op dinsdag 20 december 2022
LS&R 2140
Hof Den Haag ||
22 nov 2022
Hof Den Haag 22 nov 2022, LS&R 2140; ECLI:NL:GHDHA:2022:2348 (Cresco tegen de Staat), https://lsenr.nl/artikelen/namascula-hoeft-niet-in-gvs-te-worden-opgenomen

Namascula hoeft niet in GVS te worden opgenomen

Hof Den Haag 22 november 2022, LS&R 2140; ECLI:NL:GHDHA:2022:2348 (Cresco tegen de Staat) Zie [IEF 2051]. Cresco is distributeur van het geneesmiddel Namuscla met de werkzame stof mexiletine. Op 25 juni 2020 heeft Cresco een aanvraag ingediend tot opname van Namuscla in het GVS. Geneesmiddelen die door de Minister van Medische Zorg in het GVS zijn opgenomen, worden vergoed. Op 13 januari 2021 heeft het Zorginstituut Nederland de Minister geadviseerd Namuscla niet op te nemen in het GVS vanwege een onnodig hoge prijsstelling. De Minister en Cresco hebben naar aanleiding van dit advies overleg gevoerd over een prijsverlaging voor Namuscla. Bij besluit van 24 juni 2021 heeft de Minister aan Cresco meegedeeld dat de aanvraag om Namuscla op te nemen in het GVS wordt afgewezen. Cresco heeft gevorderd de Staat te gebieden het besluit in te trekken, de kortgedingrechter heeft de vordering van Cresco afgewezen. Het hof bekrachtigt het vonnis omdat de Minister bij de beoordeling van de kosteneffectiviteit van Namuscla in verhouding tot niet geregistreerde mexiletine producten, niet in strijd heeft gehandeld met algemene beginselen van behoorlijk bestuur of met de hier aan de orde zijnde regels van Europees recht.

5.14. De conclusie tot zover is dat de Minister in redelijkheid kon besluiten om niet in te gaan op het (grotendeels) vertrouwelijke prijsaanbod van Cresco en dat de Minister daarmee geen beginselen van behoorlijk bestuur of de hier aan de orde zijnde regels van Europees recht heeft geschonden. Dat betekent dat de Minister de eerder door Cresco aangeboden geheel openbare prijs voor Namuscla van € 23,39 als uitgangspunt mocht nemen bij het beoordelen van de kosteneffectiviteit van Namuscla in het kader van de aanvraag voor toelating tot het GVS.

5.22. De conclusie is dat de Minister bij de beoordeling van de kosteneffectiviteit van Namuscla in verhouding tot niet (in Nederland) geregistreerde mexiletine producten, niet in strijd heeft gehandeld met algemene beginselen van behoorlijk bestuur of met de hier aan de orde zijnde regels van Europees recht.